Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemert-Bakel

Bomenverordening Gemert-Bakel 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGemert-Bakel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBomenverordening Gemert-Bakel 2010
CiteertitelBomenverordening Gemert-Bakel 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum inwerkingtreding van de regeling is later dan de datum die is opgenomen in de regeling vanwege de datum van bekendmaking van de regeling

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-10-201011-09-2018nieuwe regeling

30-09-2010

Gemeenteblad 2010, 27

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

BOMENVERORDENING GEMERT-BAKEL 2010

 

De raad van de gemeente Gemert-Bakel,

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 september 2010;

 

gelet op de Gemeentewet, artikel 149;

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen de volgende

 

 

Bomenverordening Gemert-Bakel 2010

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    boom: een houtachtig, opgaand gewas, zowel vitaal als afgestorven, met een omtrek van de stam van minimaal 90 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. Indien het betreft houtopstand in publiek eigendom, geldt in afwijking van het in vorige zin bepaalde een omtrek van 30 centimeter op 1,3 meter hoogte. In geval van meerstammigheid geldt de omtrek van de dikste stam. In afwijking van het hiervoor gestelde kan de omtrek kleiner zijn dan 90 cm respectievelijk 30 cm op 1,3 meter boven het maaiveld, indien sprake is van:

    • -

      een monumentale boom of bijzondere beschermwaardige houtopstand als bedoeld in artikel 6;

    • -

      een houtopstand in het kader van een herplant- of instandhoudingsplicht als bedoeld in de artikelen 7 en 8;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel;

  • c.

    houtopstand: één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg, met de onder sub a genoemde minimale dwarsdoorsnede;

  • d.

    monumentale boom: bijzondere beschermwaardige houtopstand met een relatief hoge leeftijd en met een bijzondere schoonheid- of zeldzaamheidswaarde, of een bijzondere functie voor de omgeving;

  • e.

    vellen: rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben;

  • f.

    frooien: het geheel verwijderen van het boven- en ondergrondse deel van de houtopstand;

  • g.

    kappen: het geheel of grotendeels verwijderen van het bovengrondse deel van de houtopstand;

  • h.

    kandelaberen: het terugsnoeien van de kroon tot een hoofdstam met takstompen;

  • i.

    bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld overeenkomstig artikel 1, vijfde lid van de Boswet;

  • j.

    boomwaarde: de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen;

  • k.

    bomen effect analyse: een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor houtopstand, op basis van landelijke richtlijnen van de Bomenstichting;

  • l.

    vergunning: omgevingsvergunning met betrekking op de activiteit vellen van een houtopstand zoals bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder g van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • m.

    bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 1.1 eerste lid Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 2 Verbod op het vellen en doen vellen van houtopstanden

    • 1.

      Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag houtopstand te vellen of te doen vellen.

    • 2.

      Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor houtopstand die aantoonbaar op bedrijfseconomische wijze worden geëxploiteerd als bedoeld in artikel 15 van de Boswet.

    • 3.

      Het in het eerste lid gestelde verbod geldt verder niet voor:

    • a.

      houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving van het college, zulks onverminderd het bepaalde in de artikelen 7 en 9 van deze verordening.

    • b.

      het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud.

    • c.

      het periodiek knotten of kandelaberen als noodzakelijke beheermaatregel bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen ter uitvoering van het reguliere onderhoud.

Artikel 3 Aanvraag vergunning

De aanvraag om vergunning voor het vellen en doen vellen van houtopstanden moet voldoen aan de in artikel 7.5 van de Ministeriele regeling omgevingsrecht opgesomde indieningvereisten.

Artikel 4 Criteria

  • 1.

    Het bevoegd gezag kan de vergunning om te vellen weigeren of onder voorschriften verlenen.

  • 2.

    Een vergunning wordt geweigerd als het belang van verlening niet opweegt tegen één of meer van de volgende waarden van behoud van houtopstand:

    • a.

      natuur- en milieuwaarden;

    • b.

      landschappelijke waarden;

    • c.

      cultuurhistorische waarden;

    • d.

      waarden van stads- en dorpsschoon;

    • e.

      waarden voor recreatie en leefbaarheid.

  • 3.

    In beginsel wordt geen vergunning verleend voor houtopstanden voorkomend op de vastgestelde lijst van monumentale bomen, als bedoeld in artikel 6.

  • 4.

    De burgemeester kan toestemming geven tot direct vellen, indien sprake is van acuut gevaar of vergelijkbaar spoedeisend belang.

Artikel 5 Vervaltermijn vergunning

  • 1.

    De vergunning tot vellen als bedoeld in deze verordening kan op basis van artikel 2.33 tweede lid onder g door het bevoegde orgaan worden ingetrokken indien daarvan niet binnen maximaal één jaar na het onherroepelijk zijn van de vergunning gebruik is gemaakt;

  • 2.

    In het geval het een vergunning voor het vellen van meer dan één boom betreft, is de vergunning voor alle bomen slechts één jaar geldig, ook als in fasen geveld wordt of één boom of enkele bomen al geveld zijn.

Artikel 6 Monumentale bomen en bijzondere houtopstand

  • 1.

    Het college stelt een lijst vast met monumentale bomen en bijzondere houtopstand, waarvoor in beginsel geen kapvergunning wordt afgegeven, tenzij sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid, noodtoestand of andere uitzonderlijke situaties.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde lijst bevat in ieder geval de bomen voorkomende in het landelijk Register van Monumentale Bomen van de landelijke Bomenstichting, eventueel aangevuld met lokale en toekomstige monumentale bomen en andere bijzondere houtopstand.

  • 3.

    De minstens om de 5 jaar bijgewerkte lijst met monumentale bomen omvat in ieder geval een voor een ieder goed herkenbare omschrijving, de standplaats, het kadastrale perceelsnummer, de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde en de reden van registratie van iedere houtopstand.

  • 4.

    De eigenaar van een houtopstand die vermeld staat op de lijst van monumentale bomen is verplicht het college onmiddellijk mededeling te doen van:

    • a.

      eigendomsoverdracht van de houtopstand;

    • b.

      het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de houtopstand;

    • c.

      de dreiging dat de houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan.

Artikel 7 Bijzondere vergunningsvoorschriften

  • 1.

    Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen moet worden herplant.

  • 2.

    De verplichtingen en voorschriften van dit artikel 8 kunnen gelden voor bomen kleiner dan de artikel 1 onder a genoemde minimum maat.

  • 3.

    In het voorschrift als bedoeld in het eerste lid wordt telkens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 4.

    Tot aan de vergunning tot vellen te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere vergunningen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn of de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.

  • 5.

    Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kunnen aanwijzingen behoren ter bescherming van nabijgelegen houtopstand en voorschriften ter bescherming van in en rond de houtopstand voorkomende flora en fauna.

  • 6.

    Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren tot het opstellen en overleggen van een bomen effect analyse in geval van bouw of aanleg van werken nabij te behouden bomen.

Artikel 8 Herplant-/instandhoudingsplicht

  • 1.

    Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegde gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.

  • 2.

    De verplichtingen en voorschriften van dit artikel 8 kunnen gelden voor bomen kleiner dan de in artikel 1 onder a van deze verordening genoemde minimummaat.

  • 3.

    Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet-geslaagde beplanting moet worden vervangen.

  • 4.

    Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om:

    • a.

      overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen;

    • b.

      een bomeneffectanalyse op te stellen en aan te bieden.

Artikel 9 Schadevergoeding

Het bevoegd gezag beslist op een verzoek om schadevergoeding bij weigering van een vergunning tot vellen op grond van artikel 17, juncto artikel 13 vierde lid, van de Boswet.

Artikel 10 Afstand van de erfgrenslijn

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heesters en heggen.

Artikel 11 Bestrijding van iepenziekte

  • 1.

    Dit artikel verstaat onder:

  • a.

    iepenziekte: de aantasting van iepen door de schimmel Ophiostoma ulmi (Buism.) Nannf. (syn. Ceratocystis ulmi (Buism.) C. Moreau);

  • b.

    iepenspintkever: het insect, in elk ontwikkelingsstadium, behorende tot de soorten Scolytus scolytus (F.) en Scolytus multistratus (Marsch) en Scolytus pygmaeus.

  • 2.

    Indien zich op een terrein één of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren van verspreiding van de iepenziekte of voor vermeerdering van de iepenspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a.

      indien de iepen in de grond staan, deze te vellen;

    • b.

      de iepen ter plaatse te ontbasten en de bast te vernietigen;

    • c.

      de niet ontbaste iepen of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de iepenziekte wordt voorkomen.

  • 3.

    Het is verboden gevelde iepen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren;

    • a.

      het verbod is niet van toepassing op geheel ontbast iepenhout en op iepenhout met een doorsnede kleiner dan vier centimeter;

    • b.

      het college kan ontheffing verlenen van het onder a. van dit lid gestelde verbod.

  • 4.

    Het niet voldoen aan de in het tweede lid bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden verricht.

Artikel 12 Bescherming publieke houtopstand

  • 1.

    Het is verboden om houtopstanden, die publiek eigendom zijn:

    • a.

      te beschadigen, te bekladden of te beplakken;

    • b.

      daaraan snoeiwerk te verrichten, behoudens door de gemeente opgedragen boomverzorgende taken.

  • 2.

    Het is verboden om één of meer voorwerpen in of aan een publieke houtopstand aan te brengen of anderszins te bevestigen, behoudens vergunning van het bevoegd gezag.

Artikel 13 Strafbepaling

Overtreding van enige bepaling in, bij of krachtens deze verordening vastgestelde regels wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechtelijke beoordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.

Artikel 14 Opsporing

Met de opsporing van de in deze afdeling strafbaar gestelde feiten zijn behalve de ambtenaren, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering, belast de daartoe door het bevoegde gezag aangewezen personen.

Artikel 15 Overgangsbepaling

De ‘Bomenverordening’ zoals vastgesteld op 29 september 2005, wordt ingetrokken met ingang van 1 oktober 2010. De vergunningsaanvragen, die zijn ingediend voor inwerkingtreding van de Bomenverordening Gemert-Bakel 2010, vallen onder de verordening die van kracht was voorafgaande aan deze verordening.

Artikel 16 Slotbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als: Bomenverordening Gemert-Bakel 2010. Zij treedt in werking met ingang van 1 oktober 2010.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Gemert-Bakel van 30 september 2010.

de raad voornoemd,

P.G.J.M. van Boxtel J.E.A. Haas

griffier voorzitter