Overheidsorganisatie | Gemeente Medemblik |
---|---|
Officiële naam regeling | Winkeltijdenverordening Medemblik |
Citeertitel | Winkeltijdenverordening Medemblik |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën en economie |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-01-2011 | 01-01-2011 | 08-07-2011 | nieuwe regeling | 03-01-2011 De Medemblikker 13-01-2011 | IVR-11-00068 |
De raad van de gemeente Medemblik,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet
B E S L U I T:
Vast te stellen de navolgende verordening: Winkeltijdenverordening Medemblik. WINKELTIJDENVERORDENING MEDEMBLIK
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. de wet: de Winkeltijdenwet;
b. feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag.
1. Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag om ontheffing binnen acht weken.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.
1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.
2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.
Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;
c. het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;
d. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
e. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;
f. de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.
1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a. en b. van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen zon- en feestdagen per kalenderjaar.
2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, tweede Pinksterdag, Hemelvaartsdag en eerste of tweede Kerstdag, ten behoeve van:
a. bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;
b. het uitstallen van goederen.
2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen, beurzen, kunstateliers en galeries.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag een ontheffing verlenen van de verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de wet, ten behoeve van op recreatiecentra en kampeerterreinen gevestigde winkels, één en ander met dien verstande dat in deze winkels uitsluitend of in hoofdzaak goederen en waren mogen worden verkocht aan personen die in of op deze centra en terreinen verblijf houden.
2. Een ontheffing als bedoeld in het eerste lid kan slechts de openstelling op zon- en feestdagen van bedoelde winkels betreffen van 08.00 uur tot 18.00 uur.
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling als genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.
2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, in verband met de toeristische aantrekkingskracht, niet
a. op zondag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag en tweede Pinksterdag van 8.00 tot 18.00 uur in de kern Medemblik;
b. voor de verkoop in alle winkels in de kern Medemblik.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.
Deze verordening wordt aangehaald als “Winkeltijdenverordening Medemblik”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Medemblik, gehouden op 3 januari 2011
De griffier, De voorzitter,
Bekendgemaakt: 13 januari 2011