Organisatie | Haarlemmermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelasting 2011 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelasting 2011 |
Vastgesteld door | |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 225 Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2012 | Onbekend | 04-11-2010 InforMeer 18-11-2010 | 2010.42708 |
Voor de toepassing van deze verordening en de bij deze verordening behorende tarieventabel, wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ wordt een belasting geheven ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze.
Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2 heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat
1e als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
2e als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
de belasting bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruikgemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting bedoeld in artikel 2, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werkingstellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Ingeval de belasting als bedoeld in artikel 2 is voldaan door middel van betaling voor een parkeerkaart met een geldigheidsduur van twee of meer aansluitende perioden van zeven aaneensluitende dagen, wordt op verzoek ontheffing verleend over het aantal volle perioden van zeven aaneensluitende dagen dat resteert na de datum van ontvangst van het verzoek en de parkeerkaart waar het betrekking op heeft.
De belasting als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven ter zake van het parkeren door de houder van een motorvoertuig dan wel een gehandicaptenvoertuig:
Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2 mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2 bedragen € 52,00.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelasting.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de bij deze verordening en daarvan deeluitmakende tarieventabel, te wijzigen en opnieuw vast te stellen.
Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening op parkeerbelasting 2002’ van 20 december 2001 en de bij deze verordening behorende tarieventabel, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 24 juni 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.