Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Collecten gemeente Zaanstad 2005 |
Citeertitel | Collecten gemeente Zaanstad 2005 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Geen.
APV artikel 5.2.1 lid 1
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-08-2005 | 01-08-2015 | nieuwe regeling | 16-08-2005 Gemeenteblad 2005 nr. 20, dd. 25-08-2005 | Z/2005/50446 |
Ingevolge artikel 5.2.1, eerste lid, is het houden van een openbare inzameling van geld of zaken gebonden aan een vergunning van het college.
Het college kan onder door hem te stellen voorschriften vrijstelling verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod voor inzamelingen die gehouden worden door daarbij aangewezen instellingen. Het is dan ook noodzakelijk dat er beleid wordt vastgesteld inzake het verlenen van vergunningen voor collecten. Uit oogpunt van kenbaarheid en rechtzekerheid voor de burger zijn deze beleidsregels opgesteld.
Per week wordt maximaal één collectevergunning verleend. De landelijke organisaties, die voorkomen op het collecterooster van CBF dienen te melden of zij in de gemeente Zaanstad gebruik maken van de toegewezen collecteperiode. Plaatselijke bonafide organisaties kunnen voor een collectevergunning in aanmerking komen in de vrije perioden van het collecterooster van het CBF. In de periode van het collecterooster van het CBF kan geen vergunning worden verleend aan een plaatselijke instelling, ook niet als de landelijke instelling geen gebruik maakt van de vergunning. Dit om verwarring bij burgers te voorkomen. Vaak wordt landelijk geadverteerd voor de landelijke Organisatie in de betreffende collecteweek. Het kan dan misleidend zijn dat in de betreffende week een andere Organisatie komt collecteren.
Ingevolge artikel 5.2.1 lid 4 kunnen burgemeester en wethouders onder door hen te stellen voorschriften vrijstelling verlenen van het verbod om zonder vergunning te collecteren. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling aan landelijke instellingen die voorkomen op het collecterooster, dat jaarlijks door het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) wordt vastgesteld.
Het CBF is een onafhankelijke stichting die al sinds 1925 toezicht houdt op de inzameling van geld voor goede doelen. Een van de belangrijkste taken van het CBF is het beoordelen van fondsenwervende instellingen. De bekendste beoordelingsvorm is het CBF-Keur. In de praktijk streeft het CBF de realisatie van de doelstelling onder meer na door:
Het CBF stelt jaarlijks, op voorstel van de Stichting Collecteplan, een rooster vast waarin aan grote landelijke collecterende fondsen voor hun collecte een periode wordt toegewezen. De fondsen op het collecterooster krijgen desgevraagd als enige een collectevergunning van de gemeenten voor de betreffende periode. De ‘vrije’ perioden zijn beschikbaar voor andere organisaties. Bij het CBF zijn alle Nederlandse gemeenten aangesloten. Het CBF heeft normen ontwikkeld waaraan de activiteiten van charitatieve instellingen toetst (zoals: een goed bestuur, goede doelen in strijd met de wet, efficiënte uitvoering en verantwoording van het financieel beheer). Alleen ter goede naam en faam bekend staande instellingen worden vermeld op het collecteplan.
Het CBF adviseert eveneens inzake verzoeken om vergunningen voor niet op het landelijk collecteplan vermelde collecten, mits de doelstelling van de betrokken instelling zuiver humanitair en niet politiek is. In zijn adviezen geeft het CBF onder meer zijn standpunt weer over de betrouwbaarheid van de Organisatie en de daarbij betrokken persoon, alsmede over de steunwaardigheid van de doelstelling c.q. het specifieke doel van de voorgenomen actie.
Blijkens de jurisprudentie zijn gemeentebesturen in beginsel gebonden aan het landelijk collecteplan en hebben zij niet de vrijheid af te wijken bij het verlenen van vergunningen.
De landelijke organisaties, die voorkomen op het collecterooster dienen te melden of zij in de gemeente Zaanstad gebruik maken van de toegewezen collecteperiode. Wanneer de Organisatie kenbaar heeft gemaakt gebruik te willen maken van de periode dan wordt de bedoelde periode aan deze instelling toegewezen. De landelijke instellingen dienen de onder artikel 5 tot en met 8 vermelde regels in acht te nemen.
Plaatselijke bonafide organisaties kunnen voor een collectevergunning in aanmerking komen in de Vrije perioden van het collecterooster van het CBF. Over de betrouwbaarheid van een instelling alsmede over de steunwaardigheid van de voorgenomen inzamelingsactie kan advies worden verkregen van het CBF, mits althans de instelling daar bekend is en de doelstelling van de instelling niet van politieke aard is. Daarnaast worden de volgende eisen gesteld:
Een plaatselijke Organisatie kan in aanmerking komen voor een collectevergunning indien:
Een collectevergunning wordt in de regel voor maximaal één week voor één of meer wijken in Zaanstad verleend.
Per week wordt in de regel maximaal één collectevergunning verleend. Als er meer aanvragen zijn binnengekomen, worden deze geweigerd. In de periode van het collecterooster van het CBF kan geen vergunning worden verleend aan een plaatselijke instelling, ook niet als de landelijke instelling geen gebruik maakt van de vergunning. Dit om verwarring bij burgers te voorkomen. Ook voor het huis aan huis werven van nieuwe donateurs kan in de periode van het collecterooster van het CBF geen vergunning worden verleend. Vaak wordt landelijk geadverteerd voor de landelijke organisatie in de betreffende collecteweek. Het kan dan misleidend zijn dat in de betreffende week een andere organisatie komt collecteren.
collecteren kan op twee manieren gebeuren:
Binnen een maand na de collecte dient de Organisatie een verklaring in te leveren, ondertekend door twee daartoe door het bestuur van de Organisatie aangewezen personen, waarin staat dat de collectebussen in hun bijzijn zijn geopend en de inhoud is geteld en dat daaruit een bruto- en netto-opbrengst is verkregen tot het in de verklaring genoemde bedrag. De bedragen dienen door de afdeling frontoffice Bouwen, Wonen en Bedrijven te worden doorgegeven aan CBF. CBF publiceert deze gegevens jaarlijks in het boekje ‘Mededelingen’.
het toekennen aan de collectanten van vergoedingen uit de opbrengst van de collecte(n) is slechts geoorloofd, indien dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders voor het slagen van de collecte(n) volstrekt noodzakelijk is. De toestemming voor het toekennen van een vergoeding moet gelijktijdig met de aanvraag van de collectevergunning aangevraagd worden.
Ingeval van initiatieven van particulieren bij een ramp is er geen vergunningsplicht, maar dient toestemming te worden gevraagd waarbij de onderstaande criteria gelden:
Elke week wordt in de Zaankanter aangegeven welke Organisatie een collecte houdt. Daarnaast zal er op de internetpagina van de gemeente Zaanstad onder collectevergunningen in digitaal loket vermeld worden door wie en wanneer er een collecte zal worden gehouden. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.