Artikel 1 Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
<cursief>gebruiker</cursief> : hij1 die een dienst of product ontvangt ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning;
- b.
<cursief>Wmo-raad</cursief> : adviesorgaan van Burgemeester en Wethouders en de raad van de gemeente Ooststellingwerf;
- c.
<cursief>cliënten-, belangen-</cursief> : organisatie die zich inzet voor de belangen van haar leden organisatie of c.q. gebruikers van de Wmo; vereniging
- d.
<cursief>het gemeentebestuur</cursief> : college en/of raad van de gemeente Ooststellingwerf;
- e.
<cursief>het college</cursief> : het college van Burgemeester en Wethouders;
- f.
<cursief>wethouder</cursief> : de wethouder die portefeuillehouder van het betreffende onderwerp is;
- g.
<cursief>ambtelijk secretaris</cursief> : door het college aangewezen ambtenaar voor een periode van telkens 1 kalenderjaar ter ondersteuning van de Wmo-raad.
Artikel 2 Doel van de Wmo-raad
Het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het gemeentebestuur inzake beleidsontwikkeling en uitvoering ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning door het betrekken bij, raadplegen, advies vragen aan en terugkoppelen aan burgers/gebruikers van voorzieningen op het terrein van wonen, welzijn en zorg.
Artikel 3 Samenstelling van de Wmo-raad
- 1.
Leden van de Wmo-raad zijn woonachtig in de gemeente Ooststellingwerf.
- 2.
De Wmo-raad bestaat minimaal uit 5 en maximaal 17 leden en is samengesteld uit vertegenwoordigers dan wel uit personen die binding hebben met de in het huishoudelijk reglement genoemde groeperingen.
- a.
deelname vindt plaats op persoonlijke titel, maar het is wel aan te bevelen dat overleg met een achterban plaats kan vinden of;
- b.
maximaal 5 personen op persoonlijke titel en voor het overige vertegenwoordigers van organisaties.
- c.
n.b. deelname vindt plaats “zonder last of ruggespraak”.
Artikel 4 Benoeming Wmo-raad
- 1.
De leden en de plaatsvervangend leden van de Wmo-raad worden benoemd en ontslagen door het College van B&W op voordracht van de Wmo-raad.
- 2.
De leden van de Wmo-raad kiezen uit hun midden een voorzitter, een vice-voorzitter, een penningmeester, een kascommissie en een secretaris (gedurende kalenderjaar 2009 is er sprake van een ambtelijk-secretaris die benoemd wordt door het College).
- 3.
De leden van de Wmo-raad kiezen uit hun midden een Dagelijks Bestuur (DB). De taken en bevoegdheden van het DB worden uiteengezet in een op te stellen huishoudelijk reglement.
- 4.
Een (aspirant) lid van de Wmo-raad is woonachtig in de gemeente Ooststellingwerf.
- 5.
De leden mogen niet lid zijn van een gemeentelijk bestuursorgaan noch in dienst zijn van de gemeente Ooststellingwerf.
Artikel 5 Taken en bevoegdheden
- 1.
De Wmo-raad heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het gemeentebestuur over alle onderwerpen die betrekking hebben op de diensten of producten op het terrein van wonen, welzijn en zorg/beleidsterrein van de Wmo.
- 2.
De Wmo-raad heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het gemeentebestuur over het feit of en de wijze waarop de gemeente volledig gebruik maakt van de bevoegdheden die de wetgever biedt.
- a.
De adviezen over het gemeentelijk beleid betreffen onderwerpen als:a. de uitvoering;b. de controle en;c. de evaluatie.
- b.
De Wmo-raad is geen bezwarencommissie als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor zij nadrukkelijk geen onderwerpen behandelt die betrekking hebben op klachten, bezwaarschriften en andere zaken, die op individuele klanten of medewerkers van de gemeente betrekking hebben.
Artikel 6 Werkwijze
- 1.
Het college heeft de plicht dat alle in artikel 5 lid 1, 2 en 3 genoemde onderwerpen van enige importantie, voorafgaande aan diens beslissing, ter advisering worden voorgelegd aan de raad;
- 2.
De raad dient betrokken te worden bij ieder stadium van beleidsontwikkeling op het gebied van wonen, welzijn en zorg, daartoe wordt de Wmo-raad reeds bij de ambtelijke voorbereiding betrokken;
- 3.
Indien een ongewenste vertraging in de procedure optreedt dan wel kan optreden, kan een tussentijdse vergadering worden ingelast (zie verder artikel 8) op verzoek van het bestuur;
- 4.
Indien het college een beslissing neemt, die afwijkt van het advies van de Wmo-raad dan brengt zij de Wmo-raad hiervan binnen redelijke termijn (conform Awb) op de hoogte;
- 5.
Indien de gemeenteraad een beslissing neemt, die afwijkt van het advies van de Wmo-raad, dan brengt de griffier de Wmo-raad hiervan op de hoogte.
Artikel 7 Stemrecht
- 1.
Voor het vaststellen van zowel interne als externe adviezen en standpunten worden binnen de Wmoraadbesluiten als volgt genomen:
- a.
éénstemmig, of;
- b.
bij meerderheid van stemmen (de helft plus tenminste twee).
<cursief>Daarbij worden minderheidsstandpunten vermeld met aantallen.</cursief>
- 2.
De leden van de raad hebben allen stemrecht, ieder één stem. Stemmen bij volmacht is niet toegestaan.<cursief>De (ambtelijk) secretaris en eventuele andere vertegenwoordigers van de gemeente hebben een adviserende stem, maar geen stemrecht.</cursief>
- 3.
Voor een geldige stemming is de aanwezigheid van tenminste de helft van het aantal leden vereist.
- 4.
Als bij een stemming de stemmen staken omdat er even veel voor- als tegenstemmers zijn dan is de stem van de voorzitter doorslaggevend. De invulling hiervan is aan de voorzitter.
Artikel 8 Vergaderingen
- 1.
De Wmo-raad vergadert minimaal 6 maal per kalenderjaar.
- 2.
De leden van de Wmo-raad worden tenminste tien werkdagen voor een vergadering uitgenodigd en ontvangen dan de schriftelijke stukken.
- 3.
In principe zijn de vergaderingen van de Wmo-raad openbaar. Indien het belang van een onderwerp/zaak zich tegen openbaarheid verzet en de Wmo-raad dat kenbaar maakt wordt met gesloten deuren vergaderd.
Artikel 9 Bevoegdheden
- 1.
Op verzoek van de Wmo-raad kunnen ambtenaren of andere deskundigen worden uitgenodigd om een vergadering bij te wonen met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp. De kosten van het raadplegen van deskundigen worden voldaan uit het beschikbaar gestelde budget.
- 2.
De leden van de Wmo-raad kunnen derden raadplegen over aangelegenheden, waarmee zij als lid te maken krijgen. Voor de kosten geldt het onder lid 1 genoemde.
- 3.
Leden die schriftelijke stukken nodig hebben ter voorbereiding op een vergadering dan wel stukken van derden willen raadplegen, kunnen deze kosteloos via het ambtelijk secretariaat verkrijgen, voor zover deze stukken van de gemeente afkomstig zijn dan wel bij de gemeente aanwezig zijn.
Artikel 10 Zittingsduur
- 1.
De zittingsduur is maximaal zes jaar, behoudens tussentijds aftreden.
- 2.
De leden treden af op basis van een nader op te stellen “rooster van aftreden”, maar zijn terstond herkiesbaar met in achtneming van de eerste keer.
- 3.
Eindigt de hoedanigheid waaraan een lid zijn benoeming ontleent, dan houdt hij binnen twee maanden op lid te zijn van de Wmo-raad.<cursief>De opengevallen plaats dient bij voorkeur binnen 2 maanden na het ontstaan van de vacature te zijn ingevuld.</cursief>
Artikel 11 Geheimhoudingsplicht
- 1.
Het voornemen tot geheimhouding moet van te voren bekend zijn gemaakt.
- 2.
Het verzoek tot geheimhouding kan plaatsvinden door de Wmo-raad zelf of op verzoek van het college en/of de gemeenteraad.
Artikel 12 Financiën/Begroting
- 1.
- a.
De leden van de Wmo-raad ontvangen een kostenvergoeding conform het bepaalde in de ‘Verordening rechtspositie wethouders raads- en commissieleden 2006’ voor deelname aan de vergaderingen van de Wmo-raad, met dien verstande dat zij per jaar niet meer dan 8 maal die vergoedingen ontvangen.
- b.
De kostenvergoeding wordt aangemerkt als een vergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk.
- 2.
De gemeente stelt per jaar een budget beschikbaar, alsmede andere faciliteiten voor het adequaat functioneren van de Wmo-raad. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld vergaderruimte, het bieden van (administratieve) ondersteuning of informatieverstrekking naar de leden.
- 3.
De gemeente bepaalt de hoogte van het budget op basis van de door de Wmo-raad opgestelde begroting (uiterlijk overleggen voordat de begrotingscyclus wordt afgesloten)
- 4.
De Wmo-raad dient jaarlijks doch uiterlijk 3 maanden na aanvang van het nieuwe kalenderjaar een verantwoording te overleggen aangaande de besteding van het budget van het voorgaande jaar.
- 5.
De Wmo-raad mag in eigen fondsen voorzien. Indien de Wmo-raad in eigen fondsen voorziet, dan mag dit niet ten koste gaan van het door de gemeente beschikbaar gestelde budget.
Artikel 13 Slotbepaling
In zaken waarin deze Verordening en het door de Wmo-raad opgestelde huishoudelijk reglement niet voorziet, treedt de Wmo- raad in overleg met de Burgemeester en Wethouders.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Raad Wet maatschappelijke ondersteuning 2008”.
Artikel 15 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 november 2008.