Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tegemoetkoming raadsfracties 2011 |
Citeertitel | Verordening tegemoetkoming raadsfracties 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de tegemoetkoming raadsfracties 2004.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 31-03-2018 | Nieuwe regeling | 11-10-2010 Gemeenteblad, 2010, 55 | 2010/297 |
Artikel 1 Recht op financiële vergoeding
De in de raad vertegenwoordigde raadsfracties ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.
Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 5.265,- voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 1.215,- per raadszetel.
Het bepaalde in lid 2 leidt uitzondering indien:
één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie.
Alsdan wordt met de gewijzigde situatie rekening gehouden, met ingang van de dag
wwaarop de wijziging is ingegaan en hiervan schriftelijk mededeling is gedaan aan de
voorzitter van de raad. Vanaf het moment van wijziging worden de vergoedingen voor de betrokken fracties opnieuw vastgesteld, overeenkomstig de maatstaf zoals die geldt op grond van de leden 1 en lid 2.
Toelichting bij de verordening tegemoetkoming raadsfracties 2010
De tegemoetkoming in de kosten van raadsfracties bestaat uit twee elementen.
In de verordening is rekening gehouden met de vorming van nieuwe raadsfracties als gevolg van afsplitsingen of samengaan van fracties, of wanneer een raadslid zich wil aansluiten bij een andere fractie.
Wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning wordt de fractie enige mate van vrijheid gelaten. Minimumvoorwaarde is dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden. Daartoe is in artikel 4 een aantal kostencategorieën vastgelegd.
In artikel 2 is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet mag worden gebruikt. Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk aanvullen met de bijdrage voor de fractieondersteuning.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
In dit artikel is een aantal kostencategorieën vastgelegd, om inzicht te krijgen in de besteding van de fractievergoeding, teneinde de controle daarop te vergemakkelijken.
Deze opsomming is niet limitatief bedoeld. Dat blijkt ook uit de categorie "overige kosten". De fracties hebben vrijheid om de tegemoetkoming, binnen het doel van de regeling, te besteden.
Uit oogpunt van verantwoording en controle is vastgelegd dat de fracties jaarlijks een financieel verantwoordingsverslag aan het presidium moeten overleggen.
Het presidium kan, als daar aanleiding voor is, een diepergaand onderzoek instellen en kan zo nodig goedkeuring onthouden aan bepaalde bestedingen. Dat kan leiden tot een terugbetalingsverplichting.
Op deze manier maakt de beoordeling onderdeel uit van het bedrijfsproces en valt daarmee tevens onder het bereik van de reguliere accountantscontrole. De accountant beoordeelt of aan de bepalingen van de verordening wordt voldaan.
In dit artikel is geregeld in welke gevallen terugbetaling moet plaatsvinden van de fractievergoeding of een deel daarvan.
In beginsel is het college steeds belast met de uitvoering van verordeningen.
Inmiddels is een uitvoeringspraktijk ontstaan, waarbij het presidium materieel belast is met operationele aangelegenheden van de raad en raadscommissies. Het presidium is echter geen formeel bestuursorgaan. De uitvoering van de verordening kan dan ook niet bij het presidium worden neergelegd.
Om die reden is vastgelegd dat het college formeel belast is met de uitvoering van de verordening, maar, als daar aanleiding voor is, in overleg treedt met het presidium.
De operationele uitvoering berust in de praktijk bij de raadsgriffie.
De nieuwe verordening treedt per 1 januari 2011 in werking. De verantwoording over het jaar 2010 valt dus onder de werkingssfeer van de nieuwe verordening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 oktober 2010.