Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN Van 29 september 1986, ter uitvoering van artikel 7 sub e, van de Eilandsverordening Beveiligingsregeling (A.B. 1986, no. 10) met betrekking tot de opleiding en onderricht voor bewakingsambtenaren aangesteld bij de Servisio Sentral di Vigilansia |
Citeertitel | Opleiding en onderricht bewakingsambtenaren 1986 |
Vastgesteld door | Bestuurscollege |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Eilandsbesluit vaststellen positieve lijst regelgeving Bestuurscollege Bonaire (AB 2010, nr. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
Eilandsbesluit houdende algemene maatregelen van 11 maart 1994, no. 5 tot vaststelling van een leerplan voor de opleiding gehouden voor het examen hoofdbewakingsambtenaar
Eilandsbesluit houdende algemene maatregelen van 30 juni 1999, no. 17 tot vaststelling van een leerplan voor de opleiding en examen tot bevordering van bewakingsambtenaren eerste klasse 1999
Eilandsbesluit houdende algemene maatregelen van 20 juli 2001, no. 2 tot vaststelling van een leerplan voor de opleiding en examen tot adspirant-bewakingsambtenaren 1999
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 19 | Onbekend | ||
22-07-2008 | 10-10-2010 | art. 4, derde lid | 21-07-2008 A.B. 2008, no. 17 | n.v.t. | |
18-01-2008 | art. 1 | 17-01-2008 A.B. 2008, no. 1 | n.v.t. | ||
23-09-1989 | art. 21 | 22-09-1989 A.B. 1989, no. 11 | n.v.t. | ||
08-10-1986 | 31-03-1986 | Nieuwe regeling | 29-09-1986 A.B. 1986, no. 16 | n.v.t. |
Leerlingen, die de lessen niet geregeld bijwonen, dan wel bij herhaling blijk geven van onvoldoende ijver of zich misdragen, kunnen door het hoofd van de bewakingsdienst van de opleiding worden verwijderd. Het hoofd van de bewakingsdienst dient onverwijld het bestuurscollege schriftelijk van een dergelijke verwijdering te rapporteren.
Leerlingen, die krachtens het gestelde in artikel 4 definitief van een opleiding zijn verwijderd, zijn van deelneming aan het examen c.q. herexamen, uitgesloten.
Elke opleiding genoemd in artikel 1 wordt na beëindiging zo spoedig mogelijk door een examen gevolgd.
De examens verbonden aan de opleidingen genoemd onder artikel 1, leden 1 en 2, worden gehouden overeenkomstig de regelen in dit eilandsbesluit gesteld.
Elk examen wordt onder vermelding van tijd en plaats op voordracht van het hoofd van dienst bij eilandsbesluit vastgesteld en afgenomen door een daartoe door het bestuurscollege bij eilandsbesluit te benoemen examencommissie. Bij hetzelfde eilandsbesluit worden zoveel gecommitteerden benoemd als het bestuurscollege nodig oordeelt.
De gecommitteerden zien toe op een juiste gang van zaken bij het examen; zij wonen daartoe zoveel mogelijk het praktische deel, alsmede de ondervragingen van het mondelinge gedeelte van het examen bij en zijn bevoegd om vragen te stellen. Zij zijn medebevoegd om inzage te verlangen van het gemaakte schriftelijke examenwerk en kennis te nemen van alle door de leden toegekende cijfers.
Tijdens de zittingen van de subcommissies en tijdens de vergaderingen van e examencommissie hebben zij een adviserende stem.
De vergoedingen aan de voorzitter, de secretaris en de leden van de examencommissie en aan de gecommitteerden voor hun werkzaamheden toe te kennen, worden geregeld bij eilandsbesluit.
De leden van de subcommissies worden door de voorzitter aangewezen. Elke subcommissie bestaat uit tenminste twee leden.
De opgaven voor het schriftelijk werk worden door de leden der betrokken subcommissie met de vereiste zorg voor geheimhouding samengesteld en ingediend bij de voorzitter van de examencommissie. Uit deze opgaven maakt de voorzitter een keuze, welke als examenopgave geldt; indien aan de voorzitter blijkt dat wijzigingen en/of aanvullingen van een ingediende opgave noodzakelijk is, brengt hij deze in overleg met het betrokken sub-commissielid aan.
Kandidaten die zich ten aanzien van het examen aan enig bedrog schuldig maken of hebben gemaakt, worden door de examencommissie bij monde van haar voorzitter van (verdere) deelneming aan het examen uitgesloten, respectievelijk als niet geslaagd aangemerkt. Hierop wordt de kandidaten voor de aanvang van het examen nadrukkelijk gewezen.
Het schriftelijk werk wordt door alle kandidaten deelnemende aan eenzelfde examen, gelijktijdig afgelegd. Dit geschiedt onder voortdurend toezicht van een of meer daartoe door de voorzitter aangewezen leden van de examencommissie, bij voorkeur van de betrokken subcommissie.
Het gebruik van andere dan door de examencommissie voorgeschreven hulpmiddelen bij het schriftelijk werk is verboden.
Onmiddellijk na het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde tijd wordt het nog niet door de kandidaten ingeleverde werk door het lid of de leden, met het toezicht belast, ingenomen en onverwijld ter hand gesteld aan de secretaris van de examencommissie. Deze draagt zorg dat het schriftelijk werk de in artikel 16 van dit eilandsbesluit bedoelde examencommissieleden bereikt.
Met voorafgaande toestemming van de voorzitter van de examencommissie en volgens door deze te stellen regelen kunnen zij, die uit hoofde van hun functie geacht kunnen worden bij het examen geïnteresseerd te zijn, als toehoorders bij het mondelinge examen worden toegelaten, tenzij de betrokken kandidaat hiertegen bezwaren maakt.
Het oordeel over de kennis en de bedrevenheid der kandidaten wordt door ieder lid van een subcommissie voor ieder vak of tevoren aangewezen onderdeel van een vak afzonderlijk uitgedrukt in de hele of halve cijfers van 1 tot en met 10, welke cijfers de volgende betekenis hebben:
terwijl de halve cijfers van deze betekenissen worden afgeleid.
Voor ieder vak wordt een gemiddeld cijfer toegekend, hetwelk wordt verkregen door de som van de cijfers, door de leden van een subcommissie toegekend voor een vak of voor de verschillende onderdelen voor een vak, hetwelk in onderdelen is verdeeld, te delen door het aantal gegeven cijfers, waarbij de verkregen gewone breuken niet worden herleid tot tien-delige breuken.
Verschillen de cijfers door de leden van een subcommissie aan een kandidaat toegekend voor een vak of een tevoren aangewezen onderdeel van een vak twee of meer punten, dan maken de leden van betrokken subcommissie daarvan melding aan de voorzitter van de examencommissie. Deze stelt, na zich te hebben laten voorlichten door tenminste twee rapporteurs, in elk voorkomend geval daartoe door hen uit de examencommissie en de gecommitteerden aangewezen, het gemiddelde cijfer vast.
De examencommissie stelt in haar eindvergadering een algemeen gemiddelde vast, hetwelk wordt verkregen door de som der aan een kandidaat toegekende gemiddelde cijfers te delen door het aantal der vakken, waarin hij is geëxamineerd, waarbij de deling niet verder wordt voortgezet dan tot en met de derde decimaal en vijf/duizendste of meer wordt afgerond tot een/honderdste.
De examencommissie beslist bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking der stemmen beslist de voorzitter.
Om als geslaagd te worden aangemerkt voor de in dit eilandsbesluit genoemde examens moet de kandidaat hebben behaald:
De voor een examen niet geslaagde kandidaat, die een algemeen gemiddelde van tenminste 7 (zeven) heeft behaald, wordt, op zijn schriftelijk verzoek zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand op een nader te bepalen plaats en tijd toegelaten tot een eenmalig herexamen in die vakken bedoeld in artikel 20 sub b, waarvoor hij een gemiddeld cijfer heeft behaald dat gelegen is beneden 6 (zes). Dit verzoek moet bij de voorzitter zijn ingediend binnen zeven dagen nadat de uitslag van het examen bekend is gemaakt.
In de in het eerste lid onder sub a, sub b en sub c genoemde vakken wordt uitsluitend schriftelijk, in de overige vakken uitsluitend mondeling geëxamineerd, met uitzondering echter van het onder sub p genoemde vak, waarin schriftelijk, mondeling- en praktisch examen wordt afgenomen en het onder sub n genoemde vak een praktisch examen zal zijn.
BIJLAGE “A" ex artikel 15 lid 2 van het Eilandsbesluit Opleiding en onderricht bewakings-ambtenaren 1986 (A.B. 1986, no. 16)