Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voerendaal

Reglement burgerlijke stand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoerendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement burgerlijke stand
CiteertitelReglement burgerlijke stand
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBevolking

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Reglement Burgerlijke stand d.d. 01-05-1995, gewijz. 17-11-1997

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Burgerlijk Wetboek boek 1, art. 16 
  2. Besluit burgerlijke Stand 1994

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-200601-04-2006Onbekend

28-03-2006

Weekblad Parkstad, 12-04-2006

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement burgerlijke stand

 

REGLEMENT BURGERLIJKE STAND

 

 

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Voerendaal;

 

gelet op het bepaalde in artikel 16, Boek I van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 1 tot en met 4 van

het Besluit burgerlijke stand 1994;

 

besluiten vast te stellen:

 

het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de

buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke

stand.

Artikel 1 Begripsbepaling

 

Het reglement verstaat onder:

 

a. de wet: Boek I van het Burgerlijk Wetboek (Wet van 14 oktober 1993 tot herziening van Titel 4

van Boek I van het Burgerlijk Wetboek (Stb. 1993, 555);

b. het besluit: Besluit burgerlijke stand 1994 (Stb. 1994, 160) als gewijzigd bij besluit van 19

december 1994, Stb. 900);

c. ambtenaar van de burgerlijke stand: een ambtenaar in dienst van de gemeente of van een

andere gemeente als zodanig benoemd door het college van burgemeester en wethouders (art.

16, leden 2 en 3 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek);

d. buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand: een ambtenaar in dienst van de

gemeente of van een andere gemeente, of een persoon die geen ambtenaar in gemeentelijke

dienst is, als zodanig benoemd door het college van burgemeester en wethouders (art. 16, leden

2 en 3 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek);

e. gemeentehuis: alle huizen welke bij raadsbesluit als zodanig zijn aangewezen.

Artikel 2 Ambtenaar van de burgerlijke stand, buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

 

1. Het college van burgemeester en wethouders kan tot ambtenaar van de burgerlijke stand

benoemen:

 

a. ambtenaren in dienst van de gemeente Voerendaal

b. ambtenaren in dienst van een andere gemeente.

 

2. Het minimum aan ambtenaren van de burgerlijke stand is twee.

 

3. Het college van burgemeester en wethouders kan buitengewone ambtenaren van de burgerlijke

stand benoemen.

Artikel 3 Benoeming

 

1. De ambtenaar van de burgerlijke stand wordt voor een in het benoemingsbesluit te bepalen

periode benoemd. Deze periode mag maximaal het tijdvak betreffen gedurende hetwelk de

ambtenaar in dienst zal zijn van de gemeente.

 

2. De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand wordt voor een in het benoemingsbesluit te

bepalen periode benoemd.

Artikel 4 Lokatie

 

De ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

verrichten hun wettelijke taken in het gemeentehuis.

De ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand kunnen,

voor zover daartoe gewichtige redenen bestaan, elders binnen de gemeente hun wettelijke taken

verrichten.

Artikel 5 Leiding van de dienst

 

Het hoofd van de afdeling bevolking en burgerlijke stand is belast met de leiding van het bureau van de

burgerlijke stand.

Artikel 6 Openstelling

 

1.         Het bureau van de burgerlijke stand is voor het publiek geopend:

            a. voor huwelijksvoltrekkingen en registraties van het partnerschap op maandag tot en met donderdag van 09.00 tot 16.30 uur, op vrijdag van 09.00 tot 16.00 uur en op zaterdag van 10.00

            tot 14.00 uur;

            b. voor huwelijksaangifte en aangifte van geregistreerd partnerschap op afspraak;

            c. voor overige werkzaamheden op maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 12.30 uur en

            dinsdagmiddag van 13.30 tot 16.30 uur.

 

2.         Het bureau is gesloten indien de in lid 1 vastgestelde openstelling samenvalt met algemeen erkende of daarmee gelijk gestelde feestdagen in de zin van artikel 3 van de Algemene Termijnenwet of andere door het college van burgemeester en wethouders aangewezen dagen waarop het bureau niet of slechts gedeeltelijk is geopend.

 

3.         Het bureau van de burgerlijke stand kan op zaterdag, zondag en andere dagen dat het bureau  regulier gesloten is, voor het publiek beperkt geopend zijn op door het college van burgemeester en wethouders, na voorafgaande bekendmaking, te bepalen uren.

 

4.         Het bureau van de burgerlijke stand zal op verzoek van een belanghebbende, gedaan aan het college van burgemeester en wethouders, worden geopend op zaterdag, zondag en de andere dagen dat het bureau gesloten is, indien de belanghebbende aantoont dat met de te verrichten werkzaamheden niet kan worden gewacht tot de eerstvolgende openstelling van het bureau.

 

5.         In bijzondere gevallen kan het college van burgemeester en wethouders besluiten tot afwijking  van de in het eerste lid aangegeven uren.

Artikel 7 Slotbepalingen

 

Het reglement kan worden aangehaald als Reglement burgerlijke stand.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders op 1 mei 1995,

gewijzigd bij besluit van 17 november 1997.

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN VOERENDAAL,

de sekretaris,                                          de burgemeester,

Nota-toelichting  

 

TOELICHTING OP HET REGLEMENT BURGERLIJKE STAND

 

Artikel 1 – Begripsbepalingen

 

In dit artikel worden de basisbegrippen uit het reglement opgesomd en beschreven. Met name het

onderscheid tussen de ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de

burgerlijke stand wordt hier expliciet gemaakt (arikel 16, Boek I, Burgerlijk Wetboek).

Voor de ambtenaar van de burgerlijke stand gelden de volgende bepalingen:

a. de ambtenaar moet in dienst zijn van de gemeente of van een andere gemeente;

b. de ambtenaar is belast met het opnemen in onder hem berustende registers van de burgerlijke

stand van akten en daaraan toe te voegen latere vermeldingen, alsmede al datgene wat de

instandhouding van de registers en de zorg voor de toegankelijkheid van de daarin neergelegde

gegevens betreft (artikel 16d, eerste lid, Boek I BW).

 

Voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand gelden de volgende bepalingen:

 

a. de buitengewoon ambtenaar kan in dienst zijn van de gemeente of van een andere gemeente;

b. de buitengewoon ambtenaar kan een persoon zijn niet in dienst van de gemeente of van een

andere gemeente;

c. de buitengewoon ambtenaar kan uitsluitend worden belast met de huwelijksvoltrekking (artikelen

59, 60, 63, 64, 65 en 67 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek).

 

Artikel 2 - Ambtenaar van de burgerlijke stand, buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

In dit artikel wordt bepaald welke (buitengewone) ambtenaren in de gemeente benoemd kunnen worden

(artikel 16, Boek I Burgerlijk Wetboek).

 

In lid 1 wordt bepaald dat het college de mogelijkheid heeft ambtenaren van de burgerlijke stand te

benoemen. Het betreft ambtenaren in dienst van de eigen gemeente (lid 1a) en ambtenaren in dienst van

een andere gemeente (lid 1b).

Lid 1a biedt de mogelijkheid om een nadere beperking vast te stellen dat alleen ambtenaren worden

benoemd tot ambtenaar van de burgerlijke stand die werkzaam zijn bij een bepaalde afdeling

(bijvoorbeeld de dienst burgerzaken). Deze beperking is optioneel.

Met lid 1b wordt bepaald dat er ambtenaren van de burgerlijke stand in de gemeente kunnen zijn, die in

dienst zijn bij een andere gemeente. Deze ambtenaren moeten worden benoemd door burgemeester en

wethouders van de gemeente waar de ambtenaar zijn werkzaamheden als ambtenaar van de burgerlijke

stand gaat verrichten.

In lid 2 wordt bepaald dat, conform artikel 16, lid 1 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek, het minimum

aantal ambtenaren van de burgerlijke stand, in dienst van de eigen en/of andere gemeente, twee is.

Indien burgemeester en wethouders daartoe beslissen kan het aantal ambtenaren van de burgerlijke

stand meer dan twee zijn.

Met lid 3 wordt bepaald dat er buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand kunnen worden

benoemd. Indien de gemeente dit aantal aan een maximum wil binden, dan kan dat in dit artikel worden

opgenomen. Deze personen kunnen in dienst zijn van de eigen of een andere gemeente, maar dit hoeft

niet. Ieder persoon kan door burgemeester en wethouders worden benoemd tot buitengewoon ambtenaar

van de burgerlijke stand.

 

Artikel 3 – Benoeming

 

In dit artikel is vastgelegd voor welke periode een (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand kan

worden benoemd (artikel 16, Boek I, Burgerlijk Wetboek).

Met lid 1 wordt bepaald dat een ambtenaar van de burgerlijke stand steeds voor een bepaalde periode

dient te worden benoemd. Deze periode mag maximaal de periode zijn dat de betreffende ambtenaar in

dienst is van de gemeente of van een andere gemeente. Tevens bestaat de mogelijkheid om een andere

maximale benoemingsperiode op te nemen, zoals de tijd dat de ambtenaar in dienst is bij een bepaalde

afdeling of een tijdsperiode.

De periodes kunnen per individueel geval in het benoemingsbesluit van burgemeester en wethouders

worden bepaald of collectief in dit lid.

 

Met lid 2 wordt bepaald dat een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor een bepaalde

periode wordt benoemd. Deze periode kan individueel in het benoemingsbesluit worden bepaald of

collectief in dit artikel. De maximale benoemingsperiode is voor het leven.

Artikel 4 – Lokatie

 

In dit artikel wordt bepaald waar de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand zijn

werkzaamheden moet verrichten.

De werkzaamheden moeten in het gemeentehuis (of een daartoe door de raad aangewezen andere

lokatie) worden verricht. Indien daartoe gewichtige redenen bestaan, mag de (buitengewoon) ambtenaar

van de burgerlijke stand zijn werkzaamheden ook elders binnen de gemeente verrichten (artikel 1 Besluit

burgerlijke stand 1994 en artikel 64 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek).

 

Artikel 5 - Leiding van de dienst

 

In dit artikel wordt bepaald wie belast is met de leiding van het bureau burgerlijke stand (artikel 2 Besluit

burgerlijke stand 1994).

 

Artikel 6 – Openstelling

 

In dit artikel wordt bepaald wanneer het bureau van de burgerlijke stand is geopend (artikel 16c, Boek I,

Burgerlijk Wetboek).

In dit artikel moeten zowel de reguliere dagelijkse openingstijden worden bepaald als de openingstijden

voor de zaterdag, de zondag, de algemeen erkende feestdagen en de overige daarvoor door de

burgemeester en wethouders aan te wijzen dagen waarop de gemeentelijke diensten niet of slechts

gedeeltelijk zijn geopend.

Indien burgemeester en wethouders de bevoegdheid tot het bepalen van de openingstijden wil overdragen

aan een ambtenaar (bijvoorbeeld het hoofd burgerzaken), dan dienen zij hiertoe een apart

mandaatsbesluit te nemen. De weg van het opnemen van een delegatiebepaling in het reglement aan

een ambtenaar (bijvoorbeeld een hoofd burgerzaken) wordt afgeraden, omdat deze bij de

inwerkingtreding van de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (gepland 1 januari 1997)

verboden wordt.

 

Artikel 7 – Slotbepaling

 

In dit artikel wordt bepaald onder welke naam het reglement moet worden aangehaald en wanneer het in

werking treedt.