Organisatie | Achtkarspelen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling rekenkamercommissie Noordoost Fryslân |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling rekenkamercommissie Noordoost Fryslân |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2009 | Onbekend | 02-07-2009 Onbekend | Onbekend |
Sinds eind 2005 werken de gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel en Dongeradeel door middel van een bestuursconvenant samen bij de instandhouding van een rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81oa van de Gemeentewet. Deze rekenkamerfunctie wordt vorm gegeven door middel van drie rekenkamercommissies, die door een personele unie (dezelfde voorzitter en leden voor de drie commissies) feitelijk als één commissie fungeren.
De samenwerking is geëvalueerd en begin 2008 besloten de raden van de genoemde gemeenten op basis van de evaluatie de samenwerking voort te zetten en verder te professionaliseren.
De gemeente Kollumerland c.a. gaf in januari 2009 aan zich aan te willen sluiten bij de samenwerking tussen Achtkarspelen, Dantumadeel en Dongeradeel. Tot dan toe had Kollumerland c.a. een eigen rekenkamercommissie.
Aanvankelijk gingen de gedachten uit om de voortgezette en uitgebreide samenwerking vorm te geven door middel van een nieuwe bestuursovereenkomst en verbeterde verordeningen per gemeente.
Werkend vanuit de wens tot verdere professionalisering blijkt er een meer geschikte vorm te zijn om de vernieuwde samenwerking vorm te geven, namelijk een lichte gemeenschappelijke regeling.
Een lichte gemeenschappelijke regeling biedt het voordeel dat er voor de deelnemende gemeenten één commissie ontstaat in plaats van vier, terwijl er verder geen nadelen zijn ten opzichte van de huidige regeling.
Voor een gemeenschappelijke rekenkamer is een gemeenschappelijke regeling in de vorm van een gemeenschappelijk orgaan zelfs verplicht (artikel 81l en volgende van de Gemeentewet). Bij een gemeenschappelijke rekenkamerfunctie geldt die verplichting niet,
maar gezien het al genoemde voordeel van één commissie voor de deelnemende gemeenten heeft een lichte gemeenschappelijke regeling wel de voorkeur.
Omdat er geen bestuursbevoegdheden worden overgedragen, kan geen gemeenschappelijk orgaan worden gevormd als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen. In plaats daarvan wordt een gemeenschappelijke commissie ingesteld als bedoeld in artikel 84, eerste lid van de Gemeentewet.
Bij het opstellen van de gemeenschappelijke regeling is rekening gehouden met de uitkomsten van de evaluatie van de samenwerking van 2008, zoals het opnemen van bepalingen inzake toe- en uittreding, indexering van de vergoedingen van de commissieleden, overheveling van onderzoeksbudgetten naar een volgend begrotingsjaar, de vaststelling van budgetten per jaar door de deelnemende gemeenten, vaststelling profiel en benoemingscriteria commissieleden en communicatie russen rekenkamercommissie en gemeenteraden.
Wij stellen u voor de bijgaande Gemeenschappelijke regeling Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân vast te stellen.
het presidium van de raad van de gemeente Achtkarspelen,
Gemeenschappelijke regeling Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân
De raden van de gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel, Dongeradeel en Kollumerland c.a.;
gelet op de artikelen 81oa en 84 van de Gemeentewet en op de artikelen 1 en volgende van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
gelezen het voorstel van de presidia van de genoemde raden;
Gemeenschappelijke regeling Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân.
Het belang ter behartiging waarvan deze regeling is aangegaan is het instellen van een gemeenschappelijke rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81oa van de Gemeentewet.
De kosten van de secretaris en het personeel als bedoeld in het zesde lid, alsmede de overige door de gemeente Achtkarspelen te maken secretariaatskosten worden verdeeld over de deelnemers naar rato van het aantal inwoners per deelnemer, tenzij daarin door de deelnemers op een andere wijze wordt voorzien.
Artikel 10 Inventarisatie en selectie van onderwerpen
1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt.
De commissie is bevoegd om in het kader van de door haar te verrichten onderzoeken personen op te roepen teneinde door of namens de commissie te worden gehoord. Raadsleden, collegeleden en personen in dienst van de gemeente zijn verplicht aan een oproep gehoor te geven en naar vermogen de gevraagde inlichtingen te verstrekken.
De secretaris en de door de commissie ingeschakelde onderzoeker(s) hebben de bevoegdheid om alle informatie te verzamelen die de commissie in het belang van het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en het onderzoek en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de commissie.
Artikel 14 Rapportage onderzoeken
De commissie verwerkt, als daar naar haar mening aanleiding toe is, de uitgebrachte reacties in haar eindrapportage en brengt die rapportage, vergezeld van de uitgebrachte reacties en aanbevelingen, uit aan de betrokken raad. Het college van B&W van de deelnemer en betrokkenen ontvangen een afschrift van de rapportage. De eindrapportage van de commissie is openbaar, met inachtneming van het bepaalde in artikel 185, eerste lid, van de Gemeentewet. Minderheidsstandpunten van de commissie kunnen daarbij worden weergegeven.
De leden en de voorzitter ontvangen een vaste vergoeding per maand. Deze vergoeding wordt vastgesteld door of namens de raden van de deelnemers en volgt de trend van de salarissen van de gemeenteambtenaren. Tevens worden de reiskosten vergoed conform de reiskostenregeling van de gemeente Achtkarspelen.
Toetreding tot deze regeling kan geschieden bij een daartoe strekkend besluit van de raden van de deelnemers op basis van een verzoek van de raad van een toe te treden gemeente. De deelnemers stellen daarbij de voorwaarden tot toetreding vast, na vooraf de rekenkamercommissie te hebben gehoord.
In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet of wanneer en artikel voor meerdere uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist: a. voor zover het de werkwijze van de commissie betreft: de voorzitter van de commissie; b. voor zover het de bevoegdheden van de commissie betreft:
Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd en wordt aangehaald als Gemeenschappelijke regeling Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Achtkarspelen
mr. R. van der Heide T.J. van der Zwan
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Dantumadiel,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Dongeradeel,
A.J. Folbert drs. M.C.M. Waanders
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
Toelichting Gemeenschappelijke regeling Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân
Sinds eind 2005 werken de gemeenten Achtkarspelen, Dantumadeel en Dongeradeel door middel van een bestuursconvenant samen bij de instandhouding van een rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 810a van de Gemeentewet. Deze rekenkamerfunctie wordt vorm gegeven door middel van drie rekenkamercommissies, die door een personele unie (dezelfde voorzitter en leden voor de drie commissies) feitelijk als één commissie fungeren.
De samenwerking is geëvalueerd en begin 2008 besloten de raden van de genoemde gemeenten op basis van de evaluatie de samenwerking voort te zetten en verder te professionaliseren.
De gemeente Kollumerland c.a. gaf in januari 2009 aan zich aan te willen sluiten bij de samenwerking tussen Achtkarspelen, Dantumadeel en Dongeradeel. Tot dan toe had Kollumerland c.a. een eigen rekenkamercommissie.
Aanvankelijk gingen de gedachten uit om de voortgezette en uitgebreide samenwerking vorm te geven door middel van een nieuwe bestuursovereenkomst en verbeterde verordeningen per gemeente.
Werkend vanuit de wens tot verdere professionalisering blijkt er een meer geschikte vorm te zijn om de vernieuwde samenwerking vorm te geven, namelijk een lichte gemeenschappelijke regeling.
Een lichte gemeenschappelijke regeling biedt het voordeel dat er voor de deelnemende gemeenten één commissie ontstaat in plaats van vier, terwijl er verder geen nadelen zijn ten opzichte van de huidige regeling.
Voor een gemeenschappelijke rekenkamer is een gemeenschappelijke regeling in de vorm van een gemeenschappelijk orgaan zelfs verplicht (artikel 81l en volgende van de Gemeentewet). Bij een gemeenschappelijke rekenkamerfunctie geldt die verplichting niet,
maar gezien het al genoemde voordeel van één commissie voor de deelnemende gemeenten heeft een lichte gemeenschappelijke regeling wel de voorkeur.
Omdat er geen bestuursbevoegdheden worden overgedragen, kan geen gemeenschappelijk orgaan worden gevormd als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen. In plaats daarvan wordt een gemeenschappelijke commissie ingesteld als bedoeld in artikel 84, eerste lid van de Gemeentewet.
Hierna zal - voor zover noodzakelijk - een artikelsgewijze toelichting worden gegeven op de Gemeenschappelijke regeling Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân.
Artikel 1, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen maakt het mogelijk dat de raden van twee of meer gemeenten een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die gemeenten. Het "belang" is in dit geval het instellen van een gemeenschappelijke rekenkamerfunctie.
De in het tweede lid genoemde taken vloeien rechtstreeks voort uit de Gemeentewet.
Artikel 81oa bepaalt namelijk dat de artikelen 182, 184a en 185 voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie van overeenkomstige toepassing zijn.
Hieronder volgt de letterlijke tekst van genoemde artikelen uit de Gemeentewet.
De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid.
De rekenkamer is belast met het toezicht op de naleving van artikel 213, achtste lid.
Artikel 213, achtste lid Gemeentewet
Indien de raad op grond van het tweede lid accountants heeft aangewezen die in gemeentelijke dienst zijn aangesteld, is:
Doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid
De begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid, zoals genoemd in artikel 182 Gemeentewet kunnen als volgt worden uitgelegd.
Artikel 4 Samenstelling commissie en benoeming leden
Artikel 81f van de Gemeentewet is van toepassing verklaard op personen die de rekenkamerfunctie uitoefenen (artikel 81oa, derde lid Gemeentewet). Artikel 81f Gemeentewet geeft een uitvoerige opsomming van functies die onverenigbaar zijn met de uitoefening van de rekenkamerfunctie. Er is alleen een uitzondering gemaakt voor leden van de gemeenteraad en leden van gemeentelijke commissies. Ter waarborging van de onafhankelijkheid van de rekenkamercommissie is besloten het lidmaatschap van de commissie toch uit te sluiten voor personen als genoemd in het vijfde lid van artikel 4 van deze regeling. De opsomming in artikel 81f is namelijk niet limitatief.
Hieronder volgt de letterlijke tekst van artikel 81f Gemeentewet.
Voor dit artikel is aansluiting gezicht bij artikel 81c van de Gemeentewet, waarin het ontslag van leden van een rekenkamer is geregeld. In de gevallen als genoemd in het tweede lid is het ontslag verplicht, in de gevallen als genoemd in het derde lis is het ontslag facultatief.
Een van de voordelen van een gemeenschappelijke rekenkamerfunctie is het feit dat de leden van de commissie niet in alle deelnemende gemeenten beëdigd te hoeven worden. In deze regeling is gekozen voor beëdiging in de raad van de gemeente Achtkarspelen, omdat deze gemeente de "penvoerende" gemeente voor deze regeling is.
Hieronder volgt de letterlijke tekst van artikel 81g van de Gemeentewet.
1.Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamer in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af:
«Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamer benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamer naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!»
(«Dat verklaar en beloof ik!»)
2.Wanneer de eed (verklaring en belofte), bedoeld in het eerste lid, in de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed (verklaring en belofte) als volgt:
«Ik swar (ferklearje) dat ik, om ta lid fan 'e rekkenkeamer beneamd te wurden, streekrjocht noch midlik, ûnder wat namme of wat ferlechje ek, hokker jefte of geunst dan ek jûn of ûnthjitten haw.
Ik swar (ferklearje en ûnthjit) dat ik, om eat yn dit amt te dwaan of te litten, streekrjocht noch midlik hokker geskink of hokker ûnthjit dan ek oannommen haw of oannimme sil.
Ik swar (ûnthjit) dat ik trou wêze sil oan 'e Grûnwet, dat ik de wetten neikomme sil en dat ik myn plichten as lid fan 'e rekkenkeamer yn alle oprjochtens ferfolje sil.
Sa wier helpe my God Almachtich!»
(«Dat ferklearje en ûnthjit ik!»).
De rekenkamercommissie heeft geen rechtspersoonlijkheid en kan dus geen personeel in dienst hebben. Daarom is gekozen voor een van de deelnemende gemeenten als werkgever voor de ambtelijk secretaris en het overige ondersteunende personeel.
De betrokkenheid van de andere deelnemers bij het personeelsbeleid is gewaarborgd door de bepaling dat de secretaris en het overige ondersteunend personeel wordt benoemd etc. in overeenstemming met de voorzitter van de commissie en de griffiers van de andere deelnemers.
Artikel 183 en 184 van de Gemeentewet bevatten bepalingen over de bevoegdheden van de rekenkamer, die door middel van dit artikel van toepassing worden verklaard op de rekenkamercommissie. Het betreft bevoegdheden tot het onderzoeken van documenten die bij het gemeentebestuur berusten, het verplicht verstrekken van inlichtingen door het gemeentebestuur en het inwinnen van inlichtingen bij instellingen waarmee de gemeente bepaalde financiële banden heeft.
Hieronder volgt de letterlijke tekst van genoemde artikelen uit de Gemeentewet.
De rekenkamerheeft de in de volgende leden vermelde bevoegdheden ten aanzien van de volgende instellingen en over de volgende periode:
andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van ten minste vijftig procent van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.
De rekenkamer is bevoegd bij de betrokken instelling nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de rekenkamer van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen.
De rekenkamer kan, indien de documenten, bedoeld in het tweede lid, daartoe aanleiding geven, bij de betrokken instelling dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de instelling voert, een onderzoek instellen. De rekenkamer stelt de raad en het college van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.
Artikel 13 Jaarverslag en overleg
Het bepaalde in het tweede lid van dit artikel biedt ruimte om dit overleg te voeren met een vertegenwoordiging van de raden van de gezamenlijke deelnemers of met een afzonderlijke vertegenwoordiging van de raad per deelnemer.
Artikel 14 Rapportage onderzoeken
De eindrapportages van de rekenkamercommissie zijn in principe openbaar. Zij bevatten echter geen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn (artikel 185, lid 1 Gemeentewet)
De in dit artikel genoemde vergoedingen zijn algemeen en staan los van de onderzoeken per gemeente. Het is dan ook redelijk deze om te slaan over de deelnemers op basis van de inwonertallen, zoals tot nu toe al gebeurde.
In dit artikel is gewaarborgd dat de door een deelnemende gemeenten beschikbaar gestelde onderzoeksbudgetten alleen mogen worden gebruikt voor onderzoeken ten behoeve van die gemeente.