Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Brunssum

Marktverordening gemeente Brunssum 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBrunssum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening gemeente Brunssum 2008
CiteertitelMarktverordening gemeente Brunssum 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-07-2010Gewijzigde regeling

13-07-2010

Parelnieuws, 21 juli 2010

2008/10972
09-10-200822-07-2010Nieuwe regeling

24-09-2008

Parelnieuws, 01-10-2008

2008/10972

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening gemeente Brunssum 2008

Raadsbesluit Versie 2

De Raad der Gemeente Brunssum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 juli 2008, dienst Beleid & Strategie,

nr. 2008/10972;

gelet op artikelen 149 van de Gemeentewet;

 

Besluit:

vast te stellen de navolgende verordening: Marktverordening gemeente Brunssum 2008.

HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      markt: de door het college ingevolge artikel 160, eerste lid aanhef en onder h van de Gemeentewet ingestelde warenmarkt, die op de daartoe aangewezen dag en tijd wordt gehouden;

    • b.

      marktterrein: de openbare of voor het publiek vrij toegankelijke oppervlakte c.q. ruimte, die door het college voor de uitoefening van de markthandel is aangewezen;

    • c.

      standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

    • d.

      vaste plaats: de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

    • e.

      dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;

    • f.

      standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen;

    • g.

      standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

    • h.

      vergunninghouder: degene aan wie door Burgemeester en Wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

    • i.

      wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste plaats;

    • j.

      anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste plaats;

    • k.

      marktmeester: de ambtenaar, die als zodanig is aangewezen door Burgemeester en Wethouders;

    • l.

      branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde vaste plaatsen per artikelengroep;

    • m.

      levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door Burgemeester en Wethouders te stellen regels.

    • n.

      marktcommissie: de commissie als bedoeld in artikel 1.4.

Artikel 1.2 Inrichting van de markt; branche -indeling

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders bepalen ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkersplaats.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders kunnen voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen (branches);

    • b.

      een maximum aantal standplaatsen per branche.

Artikel 1.3 De marktcommissie

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders kunnen een commissie van advies instellen die tot taak heeft Burgemeester en Wethouders te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

Artikel 1.4 Nadere regels

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 1.5 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders kunnen voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmede de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

HOOFDSTUK 2 Bepalingen over het aanvragen en verlenen van de vergunning

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Vergunning voor innemen standplaats

  • 1.

    Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders;

  • 2.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing, waarbij wel moet worden voldaan aan het geldende beleid.

Artikel 2.2. Toewijzing standplaatsen

  • 1.

    Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkersplaats.

  • 2.

    De standplaatsen worden als regel als vaste plaatsen toegewezen.

  • 3.

    Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen.

Artikel 2.3 De vergunningaanvraag

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij Burgemeester en Wethouders en die daarbij tevens aantoont:

  • 1.

    dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie;

  • 2.

    dat hij voldoende verzekerd is tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derde toegebrachte schade.

Betrokkene dient jaarlijks aan Burgemeester en Wethouders een bewijs over te leggen, dat de door hem terzake verschuldigde premie is voldaan;

De aanvrager wordt geacht aan het vorenstaande te hebben voldaan, indien hij een geldig bewijs van lidmaatschap overlegt van een organisatie die voor haar leden een collectieve verzekering als bedoeld onder 2 heeft afgesloten.

Artikel 2.4 Intrekking vergunning

  • 1.

    De vergunning voor het innemen van een vaste plaats wordt ingetrokken:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 2.10 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders kunnen een vergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 2.3 genoemde vereisten voor het toewijzen van een standplaats.

  • 3.

    Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 2.10 is overgeschreven, reeds een vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.

Paragraaf 2 Vaste plaatsen

Artikel 2.5 Inhoud vergunning

Indien een vaste plaats kan worden toegewezen, verlenen Burgemeester en Wethouders een vergunning waarin in ieder geval is bepaald:

  • a.

    de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

  • c.

    de verkoopmaterialen die vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

  • d.

    de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

  • e.

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst;

  • f.

    dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt, zulks ter beoordeling van Burgemeester en Wethouders;

  • g.

    dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

  • h.

    van wie de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

  • i.

    welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

  • j.

    welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

Artikel 2.6 Inschrijving op de anciënniteitslijst

Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen.

Artikel 2.7 inschrijving op de wachtlijst

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders schrijven de aanvrager in op de wachtlijst, indien:

    • a.

      de aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 2.3, maar aan hem geen vaste plaats kan worden toegewezen;

    • b.

      de aanvrager heeft aangegeven dat hij op de wachtlijst wil worden geplaatst.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders vermelden bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag door hen is ontvangen;

    • c.

      de artikelen (branche) die de aanvrager wil verhandelen;

    • d.

      de verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken;

    Burgemeester en Wethouders verstrekken de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

  • 3.

    De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 2.8 Doorhalen van inschrijving op de wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene niet jaarlijks voor 1 januari schriftelijk heeft verzocht zijn inschrijving te verlengen;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 2.3 wordt voldaan.

Artikel 2.9 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a.

    de vergunninghouder van een vaste plaats die aan Burgemeester en Wethouders schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst;

  • b.

    degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze lijst, rekening houdende met de branche-indeling.

Artikel 2.10 Overschrijving vergunning

  • 1.

    Ingeval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen indien het ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • 3.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 4.

    Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Paragraaf 3 Dagplaatsen

Artikel 2.11 Toewijzing dagplaats

  • 1.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door Burgemeester en Wethouders op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

  • 2.

    De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór het in artikel 1.2 genoemde tijdstip aanmelden bij de marktmeester.

Paragraaf 4 Standwerkersplaatsen

Artikel 2.12 Toewijzing standwerkersplaats

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders wijzen een standwerkersplaats toe door afgifte van een vergunning door middel van loting.

  • 2.

    Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 3.

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

HOOFDSTUK 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 3.1 Persoonlijk innemen van de standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3.

    De standwerker mag zich alleen doen bijstaan door degene die hij overeenkomstig artikel 2.12, derde lid bij de marktmeester heeft aangemeld.

Artikel 3.2 Aantal keren innemen standplaats

De vergunninghouder neemt ten minste eenmaal per twee weken en ten minste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt in, dit met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 3.3 en 3.4.

Artikel 3.3 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste plaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan Burgemeester en Wethouders. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig vóór de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan Burgemeester en Wethouders.

  • 3.

    Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte legt de vergunninghouder als bewijs van iedere drie maanden een geneeskundige verklaring over aan Burgemeester en Wethouders, tenzij deze hiervan ontheffing hebben verleend.

Artikel 3.4 Ontheffing en vervanging

  • 1.

    Ingeval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kunnen Burgemeester en Wethouders op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tien maal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders kunnen op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 3.5 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2.

    De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 3.6 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 1,5 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders kunnen op grond van bijzondere omstandigheden van de in het eerste lid genoemde tijdstippen afwijken.

  • 3.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Burgemeester en Wethouders kunnen van deze verplichting ontheffing verlenen.

  • 4.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk op de aanvangstijd, zoals door Burgemeester en wethouders is vastgesteld, heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

  • 5.

    Het bepaalde in het derde lid is niet van toepassing, indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

HOOFDSTUK 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 4.1 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 4.2 Intrekking vergunning en schorsing

Burgemeester en Wethouders kunnen een vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 4.3 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Burgemeester en Wethouders kunnen een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, gelegen binnen een periode van twee jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 4.4 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kunnen Burgemeester en Wethouders, indien zij dit noodzakelijk achten, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 4.5 Toezichthouders

Met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van Burgemeester en Wethouders aangewezen personen.

Artikel 4.6 Bijzondere opsporingsambtenaren

Met de opsporing van de bij artikel 4.1 strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, belast de bij besluit van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen ambtenaren.

Artikel 4.7 Intrekking oude regeling

De Marktverordening, vastgesteld op 23 september 2008, wordt ingetrokken.

Artikel 4.8 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de verordening van 23 september 2008 blijven - indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens verordening d.d. 23 september 2008 blijven – indien en voorzover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3.

    Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in zin van deze verordening te zijn.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 4.9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel 4.10 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Marktverordening gemeente Brunssum 2008'.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

De Raad voornoemd,

voorzitter

griffier