Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
West Maas en Waal

Drank- en horecaverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWest Maas en Waal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDrank- en horecaverordening
CiteertitelDrank- en horecaverordening 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum inwerkingtreding bij benadering ingevuld

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Drank- en Horecawet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-03-2005Nieuwe regeling

27-01-2005

Bron onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Drank- en horecaverordening

 

 

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse.

  • b.

    slijtersbedrijf: de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particuliere verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen handelingen.

  • c.

    lokaliteit: een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een inrichting.

  • d.

    horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse.

  • e.

    slijtlokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van of samenvallend met een inrichting waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse.

  • f.

    inrichting: de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte.

  • g.

    leidinggevende:

    • 1.

      de natuurlijke persoon of bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, met uitzondering van bestuurders van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet.

    • 2.

      de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin het horecabedrijf of slijtersbedrijf wordt uitgeoefend in een of meer inrichtingen.

    • 3.

      de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van zodanig bedrijf in een inrichting.

  • h.

    sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor 15 of meer volumeprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn.

  • i.

    alcoholhoudende drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat.

  • j.

    zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank.

Artikel 2
  • 1.

    Aan een vergunning die op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet voor het horecabedrijf wordt verleend aan een rechtspersoon, niet zijnde een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard, verbinden burgemeester en wethouders de navolgende voorschriften of beperkingen:

    • a.

      in de inrichting mogen tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen, geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt;

    • b.

      het is verboden de mogelijkheid tot het houden van bijeenkomsten als bedoeld onder a openlijk aan te prijzen.

    • c.

      in de betrokken inrichting mogen tijdens door de rechtspersoon binnen het kader van zijn doelstelling zelf te organiseren activiteiten alcoholhoudende dranken uitsluitend worden verstrekt vanaf één uur vóór tot één uur na die activiteiten.

  • 2.

    De voorschriften of beperkingen als bedoeld in het eerste lid worden niet aan een vergunning verbonden als de rechtspersoon een regeling heeft getroffen zoals bedoeld in artikel 5 van de Drank- en Horecawet.

  • 3.

    Een inrichting in dit verband is een inrichting welke deel uitmaakt van een gebouw waarin uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt gegeven, c.q. van inrichtingen welke deel uitmaken van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een of meer jeugd- of jongerenorganisaties of –instellingen en tot slot inrichtingen welke deel uitmaken van een gebouw, dat is gelegen op een terrein, dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een of meer sportorganisaties of –instellingen.

Artikel 3
  • 1.

    Het is zonder ontheffing van de burgemeester verboden anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting die in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of –instellingen.

  • 2.

    Het is zonder ontheffing van de burgemeester verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

    • a.

      waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren worden verkocht zoals belegde broodjes, patat, kroketten en ijs;

    • b.

      die in hoofdzaak wordt gebruikt als bedrijfskantine;

    • c.

      die in hoofdzaak of uitsluitend wordt gebruikt door kerkelijke verenigingen of organisaties.

Artikel 4
  • 1.

    De burgemeester kan aan de krachtens artikel 3 verleende ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van de belangen in verband waarmee de ontheffing is verleend.

  • 2.

    Een krachtens artikel 3 verleende ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 5
  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Drank- en Horecaverordening 2004” en treedt in werking op de eerste dag na verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking.

     

    Het besluit genoemd ad I treedt eveneens in werking op de eerste dag na verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking.