Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten begraafplaats Tjoenerhof 2009 |
Citeertitel | Verordening lijkbezorgingsrechten Tjoenerhof 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | 4.7.2 |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-11-2008 | 01-01-2010 | Nieuwe regeling | 05-11-2008 Gemeenteblad, 13-11-2008 | 2008.103552 | |
01-01-2010 | Intrekking | 04-11-2009
|
De raad van de gemeente Deventer,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 september 2008, nummer 2008.103552, eenheid Ruimte en Samenleving.
Gelet op de artikelen 216, 219 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet.
Vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten begraafplaats Tjoenerhof 2009
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Voor het begraven van lijken dan wel het bijzetten van de as van een doodgeboren of binnen drie maanden na de geboorte overleden tweeling, drieling, enzovoorts, mits dit in een kist geschiedt dan wel de as in een urn wordt geborgen, worden slechts eenmaal de rechten geheven, bedoeld In de hoofdstukken 2 en 3 van de tarieventabel.
Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Ontstaan van de belastingschuld
De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders
Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Inwerkingtreding en citeertitel.
1.Met ingang van de in het derde lid genoemde datum wordt ingetrokken:
de “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten begraafplaats Tjoenerhof 2008” vastgesteld door de gemeenteraad van Deventer op 7 november 2007, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1.Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen van begraven en begraven houden wordt geheven:
1.1.1.1 voor een periode van 20 jaar € 890,10
1.1.2.1 voor een periode van 20 jaar € 445,05
1.1.3in een familiegraf ter grootte van twee naast elkaar gelegen graven:
1.1.3.1 voor een periode van 20 jaar € 1.780,35
1.1.4 in een familiegraf ter grootte van meer dan twee naast elkaar gelegen graven
1.1.4.1 voor een periode van 20 jaar
het bedrag bedoeld in 1.1.3.1. boven het aantal van twee graven verhoogd met per graf € 890,10
1.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het bijzetten en bijgezet houden van urnen in een urnengraf wordt geheven:
1.2.1 voor een periode van 20 jaar € 445,05
1.3 Voor het verlengen met een periode van 10 jaar van het uitsluitend recht, bedoeld in 1.1. en 1.2 wordt geheven:
1.3.1 voor een eigen graf € 445,05
1.3.2 voor een kindergraf € 222,60
1.3.3 voor een urnengraf € 222,60
1.3.4 voor een familiegraf ter grootte van twee naast elkaar gelegen graven € 890,10
1.3.5 voor een familiegraf ter grootte van meer dan twee naast elkaar gelegen
graven: het bedrag, bedoeld in 1.3.4, boven het aantal van twee graven
5 Voor het buiten de gewone uren begraven op maandag tot en met zaterdag als bedoeld in 2.4 en voor het begraven op zondag en op algemeen erkende feestdagen als genoemd in artikel 3, eerste lid van de Algemene termijnenwet en bij Koninklijk Besluit met deze dagen gelijkgestelde dagen, wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met € 263,20
5 voor het buiten de gewone uren bijzetten van urnen op maandag tot en met zaterdag als bedoeld in 3.4 en voor het bijzetten van urnen op zondag en op algemeen erkende feestdagen als genoemd in artikel 3, eerste lid van de Algemene termijnenwet en bij Koninklijk Besluit met deze dagen gelijkgestelde dagen, wordt het recht bedoeld in 3.1, 3.2 en 3.3 verhoogd met € 263,20
3.7.1 voor een periode van 10 jaar € 282,15
3.7.2 voor een verlenging met een periode van 10 jaar € 282,15
4.1 voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe bestemd register wordt geheven € 4,85
4.2voor het inschrijven en overboeken van eigen urnengraven in een daartoe bestemd register wordt geheven € 4,85
5.1 voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning tot het plaatsen of vernieuwen wordt geheven voor:
5.1.1 een gedenkteken € 268,35
5.1.2 een gedenkteken ter breedte van drie graven € 655,05
5.1.3 het stichten van een grafkelder € 250,55
5.1.4 het van gemeentewege aanbrengen van een beplanting op een eigen graf, kindergraf of urngraf € 95,65
5.1.5 het van gemeentewege aanbrengen van een beplanting op een familiegraf € 188,90
6.1 voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen bedoeld in 5.1.1 tot en met 5.1.5, wordt geheven:
6.1.1 voor een gedenkteken met een breedte van 70 cm of minder:
6.1.1.1 gedurende een periode van 20 jaar € 617,15
6.1.1.2 gedurende een periode van 30 jaar € 682,60
6.1.1.3 gedurende een periode van 40 jaar € 705,70
6.1.2 voor een gedenkteken met een breedte van meer dan 70 cm en minder dan of gelijk aan 140 cm:
6.1.2.1 gedurende een periode van 20 jaar € 912,00
6.1.2.2 gedurende een periode van 30 jaar € 1.019,05
6.1.2.3 gedurende een periode van 40 jaar € 1.059,60
6.1.3 voor een gedenkteken met een breedte van meer dan 140 cm.:
6.1.3.1 gedurende een periode van 20 jaar € 1.840,70
6.1.3.2 gedurende een periode van 30 jaar € 2.037,95
6.1.3.3 gedurende een periode van 40 jaar € 2.113,80
6.1.4 voor beplanting op een eigen graf:
6.1.4.1 gedurende een periode van 20 jaar € 923,10
6.1.4.2 gedurende een periode van 30 jaar € 1.019,05
6.1.4.3 gedurende een periode van 40 jaar € 1.067,80
6.1.5 voor beplanting op een kindergraf en een urnengraf:
6.1.5.1 gedurende een periode van 20 jaar € 617,15
6.1.5.2 gedurende een periode van 30 jaar € 682,60
6.1.5.3 gedurende een periode van 40 jaar € 705,70
6.1.6 voor beplanting op een familiegraf:
6.1.6.1 gedurende een periode van 20 jaar € 1.471,45
6.1.6.2 gedurende een periode van 30 jaar € 1.628,30
6.1.6.3 gedurende een periode van 40 jaar € 1.691,60
6.2 voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlengen met een periode van 10 jaar van het onderhoud, bedoeld in 6.1, wordt geheven:
6.2.1 voor een gedenkteken bedoeld in 6.1.1 € 442,65
6.2.2 voor een gedenkteken bedoeld in 6.1.2 € 665,10
6.2.3 voor een gedenkteken bedoeld in 6.1.3 € 1.327,95
6.2.4 voor beplanting bedoeld in 6.1.4 € 665,10
9.1 het recht bedoeld in 2.4, 2.6, 3.4 en 3.6 wordt niet geheven, wanneer de begraving of bijzetting:
9.1.1 geschiedt op een door de burgemeester in het belang "van de openbare orde gegeven last;"
9.1.2 geschiedt op een door het college van burgemeester en wethouders in het belang van de volksgezondheid gegeven last;
9.1.3 op grond van wettelijke bepalingen op geen ander tijdstip dan het gevraagde kan plaats-vinden;
9.1.4 noodzakelijk in de tijd, bedoeld in 2.4, 2.6, 3.4 en 3.6 moet plaatsvinden na beëindiging van een door de officier van Justitie of de rechter-commissaris gelast uitstel van begraving of van de verbranding van een lijk, als bedoeld in artikel 76, derde lid, respectievelijk artikel 77 van de Wet op de lijkbezorging;
9.1.5 betreft een herbegraving of terugzetting, als bedoeld in 7.2 en 7.4.