Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Etten-Leur

Verordening voor de bezwaarschriften

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEtten-Leur
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening voor de bezwaarschriften
CiteertitelVerordening voor de bezwaarschriften
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpAlgemeen bestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vastgesteld door de raad, het college en de burgemeester van Etten-Leur.

In deze regeling is de "Verordening tot wijziging van de Verordening voor de Bezwaarschriften" van 21 juni 2011 verwerkt. Zie voor de overgangsregeling voor en een toelichting op de wijzigingen artikel 8 en de toelichting op deze wijzigingsverordening.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-08-2011Art. 2 lid 1; art. 3, lid 2; art. 6, lid 4; art. 6, lid 5;art. 7, lid 3; Toelichting

21-06-2011

Etten-Leurse Bode, 03-08-2011

SL
24-09-200704-08-2011Nieuwe regeling

17-09-2007

Etten-Leurse Bode, 23-09-2007

CZ/BCO

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening voor de bezwaarschriften

COMMISSIE VOOR DE BEZWAARSCHRIFTEN

De gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Etten-Leur, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

gelezen het desbetreffende voorstel van burgemeester en wethouders met overneming van de motieven;

 

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

 

 

 

b e s l u i t ( e n ) :

 

 

 

vast te stellen de volgende “Verordening voor de bezwaarschriften”.

HOOFDSTUK 1: Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: de algemene kamer, de kamer voor personele aangelegenheden of de kamer voor sociale aangelegenheden van de commissie voor de bezwaarschriften;

  • c.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    afdeling: functionele afdeling onder wiens werkkring het te behandelen bezwaarschrift valt.

HOOFDSTUK 2: Behandeling van bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1.

    De raad, het college en de burgemeester kunnen de commissie schriftelijk om advies vragen over bezwaren die bij deze bestuursorganen zijn ingediend.

  • 2.

    De commissie bestaat uit drie afzonderlijke kamers:

    • a.

      kamer voor personele aangelegenheden belast met de voorbereiding van de te nemen beslissingen op bezwaren gericht tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders op het terrein van gemeentelijke personeelsaangelegenheden;

    • b.

      kamer voor sociale aangelegenheden belast met de voorbereiding van de te nemen beslissingen op bezwaren gericht tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders op het terrein van sociale zaken;

    • c.

      algemene kamer belast met de voorbereiding van de te nemen beslissingen op bezwaren gericht tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders niet vallende onder a en b en besluiten van de raad en de burgemeester.

  • 3.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De kamers van de commissie bestaan ieder uit een voorzitter en twee leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de kamer voor personele aangelegenheden, de kamer voor sociale aangelegenheden en de algemene kamer worden door het college benoemd. Er kunnen meer dan 2 leden per kamer benoemd worden, die dan per toerbeurt optreden.

  • 3.

    Tot lid van de commissie is niet benoembaar:

    • a.

      een lid van het college van burgemeester en wethouders, een raadslid of een lid van een adviesorgaan van de gemeente Etten-Leur;

    • b.

      een ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur van Etten-Leur aangesteld of daaraan ondergeschikt, zulks met inachtneming van het te dien aanzien bepaalde in artikel 13 van de Gemeentewet.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Verboden handelingen

De voorzitter of een lid van de commissie mag niet:

  • a.

    als advocaat, procureur of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur van Etten-Leur dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur van Etten-Leur;

  • b.

    als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur van Etten-Leur.

Artikel 5 Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • 3.

    De secretaris draagt er zorg voor dat alle werkzaamheden worden verricht die noodzakelijk zijn voor een goed verloop van de vergadering.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie zoals bedoeld in artikel 3, 1e lid, treden af op de dag, waarop de leden van de gemeenteraad periodiek aftreden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de kamers van de commissie kunnen maximaal 8 jaar deel uitmaken van de commissie.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij moeten dit schriftelijk indienen bij burgemeester en wethouders.

  • 5.

    Het college kan een door hem benoemde voorzitter of een door hem benoemd lid, anders dan op eigen verzoek, ontslag verlenen.

  • 6.

    De voorzitter of een lid van de commissie, die een met het lidmaatschap van de commissie onverenigbare betrekking vervult of een verboden handeling verricht als bedoeld in artikel 4 van deze verordening, houdt op voorzitter of lid van de commissie te zijn.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Indien het bevoegde bestuursorgaan gebruik maakt van de mogelijkheid om advies te vragen aan de commissie dan wordt hiervan bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet mededeling gedaan.

Artikel 8 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • -

    2:1, tweede lid,

  • -

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld,

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie,

  • -

    7:4, 2e lid, en

  • -

    7:6, 4e lid,

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De afdeling stelt na ontvangst van een bezwaarschrift een op het betreffende onderwerp betrekking hebbend procesdossier samen. Dit procesdossier bevat alle op de zaak betrekking hebbende stukken en informatie.

  • 2.

    De commissie is bevoegd om kennis te nemen van alle informatie die het gemeentebestuur onder zich heeft, voor zover die relevant is voor het uit te brengen advies over het bezwaarschrift. De commissie is tevens bevoegd om afschriften te maken van die informatie.

  • 3.

    De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 4.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

  • 5.

    De verkregen inlichtingen en adviezen worden aan het procesdossier toegevoegd.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1.

    De hoorzitting vindt in principe één keer per maand plaats en wordt gehouden in het gemeentehuis. De commissie bepaalt het tijdstip van de zitting.

  • 2.

    Tijdens de hoorzitting worden de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 3.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 4.

    Indien de voorzitter op grond van het in het derde lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien wordt hiervan mededeling gedaan in het uit te brengen advies.

Artikel 11 Uitnodiging hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na verzending van de in het 1e lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgave van redenen, de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het 2e lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval een week voor het tijdstip van de te houden hoorzitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan medegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in de leden 1 tot en met 3.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag daarvan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de hoorzitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het 1e lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het 3e lid, zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 2.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 3.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

HOOFDSTUK 3: Slotbepalingen

Artikel 18 Onvoorziene situaties

  • 1.

    In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet voor wat betreft de werkwijze van de commissie en de orde van de vergaderingen wordt nader door de commissie, zo nodig een regeling getroffen.

  • 2.

    In alle overige gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, nadat de commissie daarover heeft geadviseerd.

Artikel 19 Vergoeding commissieleden

De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van de vergadering van de commissie een vergoeding zoals deze wordt vastgesteld door burgemeester en wethouders.

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 24 september 2007.

  • 2.

    Op het in het eerste lid genoemde tijdstip worden de “verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften”, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 1995, de “eerste wijziging van de verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften”, vastgesteld bij raadsbesluit van 2 maart 1998, de “tweede wijziging van de verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften”, vastgesteld bij raadsbesluit van 13 juli 1998, de “3e wijziging van de Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften”, vastgesteld bij raadsbesluit van 1 juli 2002, ingetrokken.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening voor de bezwaarschriften”.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 17 september 2007

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

drs. W.C.M. Voeten. drs. J.A.M. van Agt.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 7 augustus 2007

De secretaris, de burgemeester,

ir. M.L.T. Dircks drs. J.A.M. van Agt

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 7 augustus 2007

drs. J.A.M. van Agt