Organisatie | Neder-Betuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagen- en verlagingenverordening Wet werk en bijstand gemeente Neder–Betuwe 2010 |
Citeertitel | Toeslagen- en verlagingenverordening Wet werk en bijstand gemeente Neder–Betuwe 2010. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Externe bijlagen | Algemene toelichting Toeslagen- en verlagingenverordening WWB 2010 Artikelsgewijze toelichting Toeslagen- en verlagingenverordening WWB 2010 |
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze regeling vervangt de verordening toeslagen en verlagingen van 2009.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-02-2012 | 16-02-2012 | intrekking | 26-01-2012 Rhenense Betuwse Courant 08-02-2012 | D/INT/11/000223 | |
02-12-2010 | 16-02-2012 | nieuwe regeling | 11-11-2010 Rhenense Betuwse Courant 1-12-2010 | 10/1067_6 |
De raad van de gemeente Neder-Betuwe; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 8 lid 1 onder c en 30 van de Wet werk en bijstand; B E S L U I T vast te stellen de volgende Toeslagen- en verlagingenverordening Wet werk en bijstand gemeente Neder-Betuwe 2010. met wijziging van artikel 3 lid 3 onder b.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.
2. In deze verordening wordt verstaan onder:
a. de wet: de Wet werk en bijstand;
b. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe;
c. verzorgingsbehoevende: degene die, indien hij niet samen met een andere persoon de woning zou bewonen zou zijn aangewezen op beroepsmatige hulp welke ten laste komt van de Zorgverzekeringswet en/of de AWBZ.
d. woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, als mede een woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 3, zesde lid, Wet werk en bijstand;
1°. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, on-derdeel d, van de Wet op de huurtoeslag;
2°. Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te be-talen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;
f. woonlasten: de kosten van elektra, gas en water verschuldigd voor het gebruik hiervan door belanghebbende en eventuele gezinsleden.
g. ander: degene die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft als de alleenstaande of het gezin en kan beschikken over voldoende middelen om in de noodzakelijke bestaanskosten te voorzien en die geen deel uitmaakt van de gezamenlijke huishouding.
Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm
1. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwden-norm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;
2. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwden-norm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder die met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft;
3. Voor de toepassing van lid 2 worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:
a. kinderen van 18 jaar en ouder doch jonger dan 21 jaar met een inkomen dat niet meer bedraagt dan het bedrag bedoeld in artikel 33, tweede lid, onder a, van de wet vermeerderd met 10% van de gehuwden norm;
b. kinderen als bedoeld in artikel 25 lid 1 van de WWB;
c. verzorgingsbehoevenden die door belanghebbende worden verzorgd;
Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag
1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die met één of meer anderen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben.
2. Het derde lid van artikel 3 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Verlaging woonsituatie
De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:
a. 20 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen woonkosten verbonden zijn;
b. 10 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen woonlasten zijn verbonden;
c. 10 procent van de gehuwdennorm indien geen woning bewoond wordt.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding
1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Toeslagen- en verlagingenverordening WWB Neder-Betuwe 2010.
2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan.
2. De verordening toeslagen en verlagingen van 2009 wordt ingetrokken per de datum van inwerkingtreding van de Toeslagen- en verlagingen verordening WWB als bedoeld in het eerste lid.