Organisatie | Heeze-Leende |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Participatieraad Gemeente Heeze-Leende |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-06-2010 | 03-04-2017 | Nieuwe regeling | 15-10-2007 De Parel van Brabant, 25-06-2010 | Geen |
De gemeenteraad van de gemeente Heeze-Leende,
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 18 september 2007gelet op de verplichtingen op basis van de artikelen 9, 11 en 12 van de Wmo:
met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet,
overeenkomstig het uitgangspunt dat de Wmo van gemeenten en burgers vraagt om samenwerking bij het tot stand komen van het Wmo-beleid. Gemeenten en burgers elkaar in dit proces nodig hebben. Het gaat om een dynamiek, over en weer, waarbij ideeën en gedachten uitgewisseld worden. En dit om een open houding vraagt waarbij alle betrokkenen bereid zijn om positief en constructief mee te denken. En dat deze samenwerking niet van vandaag op morgen gerealiseerd is en het belangrijk is dat deze intentie bij alle betrokkenen aanwezig is,
tot het vaststellen van de hiernavolgende Verordening Participatieraad gemeente Heeze-Leende
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Werkgroepen; de te bespreken onderwerpen kunnen worden uitgezet bij verschillende werkgroepen. De leden van de werkgroepen kunnen komen uit de Participatieraad, uit de achterban van de lokale organisaties of uit niet-georganiseerde burgers die worden aangezocht op persoonlijke titel vanwege zijn of haar deskundigheid of betrokkenheid m.b.t. de Wmo.
Burger- en cliëntenparticipatie: een proces waarbij gemeente, betrokken cliënten/burgers en eventuele externe deskundigen via een open houding naar elkaar en een vooraf afgesproken aanpak samen vorm en inhoud geven aan (delen van) plannen of beleid. Het proces is gericht op het benutten van elkaars deskundigheid en het verhogen van draagvlak voor het nemen van beslissingen (uit “Burgerparticipatie”, Hendriks, Eijsermans 2004).
Hoofdstuk 2 De participatieraad
De doelstelling van de Participatieraad is:Het inventariseren en formuleren van collectieve wensen van alle burgers woonachtig in de gemeente Heeze-Leende.. Deze collectieve wensen worden vertaald in beleidsvoorstellen en/of adviezen en aangeboden aan het College van Burgermeester en Wethouders op grond waarvan gemeentelijk Wmo-beleid mede kan worden vastgesteld. De Participatieraad kan beleidsvoorstellen en/of adviezen ook aanbieden aan de gemeenteraad en derden. In eerste instantie wordt echter de route via het college gevolgd.
De Participatieraad heeft tot taak het college gevraagd of ongevraagd te adviseren over het gemeentelijk Wmo-beleid. Dit vertaalt zich in een drieledige functie: - Een beleidsmatige functie: Kritische reflectie op het te ontwikkelen Wmo-beleid door de gemeente. De Participatieraad gemeente Heeze-Leende is in dit kader een belangrijk adviesorgaan en informatiebron voor de gemeente en aanbieders. - Een signaleringsfunctie: De Participatieraad signaleert leemten en knelpunten in beleid en uitvoering ofwel re-actieve beleidsvorming.- Een ideeën- en creativiteitsfunctie: De Participatieraad draagt ideeën aan, de zogenaamde pro-actieve beleidsvorming. Uitgangspunt is dat zij deze functies uitvoert in samenwerking met de gemeente. Het gaat om een dynamisch proces tussen Participatieraad en gemeente.
De te bespreken onderwerpen kunnen worden uitgezet bij verschillende werkgroepen. De leden van de werkgroepen kunnen komen uit de Participatieraad, uit de achterban van de lokale organisaties of uit niet-georganiseerde burgers die worden aangezocht op persoonlijke titel vanwege zijn of haar deskundigheid of betrokkenheid m.b.t. de Wmo.
De Participatieraad adviseert: De Participatieraad attendeert op problemen en draagt daarvoor oplossingen aan. De ideeën van de Participatieraad spelen een volwaardige rol in de afwegingen bij de ontwikkeling van beleid. De gemeente verbindt zich in principe aan de resultaten, maar kan bij de uiteindelijke besluitvorming hiervan alleen beargumenteerd afwijken.
De Participatieraad co-produceert: De gemeente komt in voorkomende gevallen samen met de Participatieraad een jaarlijkse werkagenda overeen met betrekking tot specifieke onderwerpen. De gemeente verbindt zich in principe aan de beleidsafspraken, maar kan bij de uiteindelijke besluitvorming hiervan alleen beargumenteerd afwijken.
Artikel 6 Beleidsterreinen en prestatievelden
De Participatieraad zal betrokken worden bij de voorbereiding en evaluatie van het Wmo-beleid uitgedrukt in de volgende prestatievelden:
Prestatieveld 1 Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurtenPrestatieveld 2 Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen en oudersPrestatieveld 3 Geven van informatie, advies en cliëntondersteuningPrestatieveld 4 Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligersPrestatieveld 5 Bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleemPrestatieveld 6 Verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleemPrestatieveld 7 Bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvangPrestatieveld 8 Bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampenPrestatieveld 9 Bevorderen van verslavingszorg
Het college is verplicht aan de Participatieraad tijdig, aansluitend op de jaarlijkse werkagenda en/of conform afspraak, alle informatie te verstrekken die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.
Hoofdstuk 3 Werkwijze en werkagenda
In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Participatieraad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de Participatieraad is afgeweken. De adviezen van de Participatieraad worden toegevoegd aan het beleidsvoorstel richting gemeenteraad.
De gemeenteraad neemt geen Wmo-beleidsstukken zoals afgesproken in de werkagenda genoemd in artikel 10 in behandeling, indien deze niet zijn voorzien van een advies van de Participatieraad of van een aantekening ‘gezien door de Participatieraad’ genoteerd door de voorzitter van de participatieraad of zijn plaatsvervanger.
Artikel 10 Jaarlijkse werkagenda ten behoeve van de re-actieve beleidsvorming
1. Het college maakt jaarlijks aan de hand van de beleidscyclus in overleg een werkagenda waarin:
- de onderwerpen staan, waarover de Participatieraad geconsulteerd wordt;- per onderwerp de wijze en het moment zijn beschreven, waarop de Participatieraad in het beleidsvormingsproces wordt betrokken;- per onderwerp de termijn wordt vermeld, waarop de Participatieraad haar advies bij het college verstrekt moet hebben; - de termijn wordt vermeld, waarop de gemeente per onderwerp een schriftelijke reactie geeft over de door de Participatieraad ingediende beleidsvoorstellen en –adviezen.- het budget van de Participatieraad
Het advies wordt met inachtneming van het gestelde onder artikel 10:1 op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in ieder geval in dat de Participatieraad:
• bij nieuw beleid wordt betrokken bij het vaststellen van de hoofdlijnen van het beleid;
• wordt betrokken bij het vaststellen van vragen die ten grondslag liggen aan evaluatie
Hoofdstuk 4 Faciliteiten en vergoedingen
De Participatieraad wordt gefaciliteerd door de gemeente in de vorm van- onkostenvergoeding;- vergoeding voor deskundigheidsbevordering;- inhuren van deskundigen;- vergaderruimte;- aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften;- inschakeling van eigen (professionele) ondersteuning, inhoudelijk en organisatorisch;- faciliteiten voor kantoorkosten, correspondentie, telefoon, computergebruik, internetaansluiting;- faciliteiten voor overleg met, en activering van de achterban;- vergoeding van de kosten voor het maken van voorlichting en pr.
Artikel 12 Huishoudelijk reglement
Zaken die de interne organisatie van de Participatieraad aangaan zijn opgenomen in het huishoudelijk reglement Participatieraad gemeente Heeze-Leende onder verwijzing naar de onderhavige verordening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heeze-Leende ……………
De raad voornoemd,de griffier, de voorzitter,
Toelichting 1 Algemene toelichting wettekst WMO en memorie van toelichting
Relevant in dit verband zijn de volgende bepalingen zoals opgenomen in de wettekst Wmo en Memorie van Toelichting (MvT):
4. In het plan wordt in ieder geval aangegeven: a. wat de gemeentelijke doelstellingen zijn op de verschillende in artikel 1, eerste lid, onder g, genoemde onderdelen van maatschappelijke ondersteuning; b. hoe het samenhangende beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning zal worden uitgevoerd en welke acties in de door het plan bestreken periode zullen worden ondernomen; c. welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen; d. welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de maatschappelijke ondersteuning wordt uitgevoerd; e. welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om voor degene aan wie maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdelen 2°, 5° en 6°, wordt verleend, de keuzevrijheid te bieden met betrekking tot de activiteiten van maatschappelijke ondersteuning; f. op welke wijze de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders zich hebben vergewist van de behoeften van kleine doelgroepen.
Het college van B en W publiceert jaarlijks voor 1 juli de uitkomsten van onderzoek naar de tevredenheid van vragers over maatschappelijke ondersteuning over de uitvoering van de wet, die verkregen zijn volgens een methode die na overleg met representatieve organisaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning tot stand is gekomen.
Alvorens een voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad te doen vraagt het college van B en W over het ontwerpplan advies aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Deze verplichting richt zich op de ‘vragers’ van maatschappelijke ondersteuning en niet op organisaties van aanbieders. Bij ‘vragers’ gaat het niet alleen om mensen die een individuele voorziening vragen, maar ook om (organisaties van) potentiële vragers. De gemeente kan gemotiveerd zelf uitmaken wanneer zij een organisatie als representatief beschouwt. (MvT).
In artikel 150 van de gemeentewet staat het volgende:
In deze verordening worden ten minste geregeld:a. de wijze waarop van de beleidsvoornemens waarop inspraak zal worden verleend, openbaar wordt kennis gegeven;b. de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in staat worden gesteld hun mening over de onder a. bedoelde beleidsvoornemens kenbaar te maken;c. de rapportering over de onder b. bedoelde inspraak en over de uitkomsten daarvan;d. de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in de gelegenheid worden gesteld hun beklag te doen over de uitvoering van de verordening.