Organisatie | Aa en Hunze |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Meedoenpremies gemeente Aa en Hunze 2011 |
Citeertitel | Verordening Meedoenpremies gemeente Aa en Hunze |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 15-12-2010 De Schakel, 22-12-2010 | 2010/76 |
De raad der gemeente Aa en Hunze;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d. 18 november 2010;
gelet op de bepalingen van de Gemeentewet, de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat het noodzakelijk is de wijze van uitvoering van de meedoenpremies bij verordening te regelen;
Verordening Meedoenpremies gemeente Aa en Hunze vastgesteld d.d. 27 januari 2010
In deze verordening wordt verstaan onder:
WWB: Wet werk en bijstand
Bijstandsnorm: de voor de aanvrager op het moment van de aanvraag geldende landelijke bijstandsnorm vermeerderd of verminderd met de van toepassing zijnde gemeentelijke toeslag(en) en/of verlaging(en) op grond van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand;
Inkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 31 en 32 WWB
Vermogen: het voor aanvrager geldende vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34 WWB
De inwoner: elke op grond van artikel 11 WWB leden 1, 2, en 3 rechtmatig in Nederland verblijvende inwoner van de gemeente Aa en Hunze;
De alleenstaande: de alleenstaande als bedoeld in artikel 4 WWB
Alleenstaande ouder: de alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4 WWB
De gehuwde: de gehuwde als bedoeld in artikel 4 WWB
Kind: het ten laste komende kind als bedoeld in artikel 4 WWB
Tot de doelgroep voor een meedoenpremie behoort de inwoner die een inkomen heeft dat niet hoger is dan 120% van de bijstandsnorm en/of een vermogen bezit dat niet hoger is dan het vrij te laten vermogen zoals bedoeld in artikel 34 van de Wet werk en bijstand en die:
a. Ouder is van een schoolgaand(e) kind(eren) in het basisonderwijs of het voortgezet onderwijs.
Artikel 3, Hoogte meedoenpremie
1. De meedoenpremie bedraagt voor een belanghebbende zoals bedoeld in artikel 2 aanhef en onder a :
a. € 157,50 per schooljaar voor ieder kind dat basisonderwijs volgt;
b. € 390,00 voor ieder kind dat start in het voortgezet onderwijs (en vervolgens ieder schooljaar dat het kind voortgezet onderwijs volgt € 157,50).
c. Het college stelt nader regels op voor het verstrekken van een personal computer dan wel laptop met eventueel een printer en internetabonnement. Hierbij wordt rekening gehouden met de reële behoefte van belanghebbende en reeds in het huishouden aanwezige faciliteiten. Verstrekking vindt slechts éénmaal per vier jaar plaats.
De ISD kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening indien zij van mening is dat de aanvrager in bijzondere omstandigheden verkeert waardoor toepassing van deze verordening niet tot het beoogde of gewenste doel leidt, te weten het voorkomen van of doorbreken van een sociaal isolement.