Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Vergoedingsregeling reis- en verblijfkosten 2006 |
Citeertitel | Vergoedingsregeling reis- en verblijfkosten 2006 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Vergoedingsregeling reis- en verblijfkosten 2004.
De datum van ondertekening is bij benadering vastgesteld.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | nieuwe regeling | 01-01-2006 Onbekend. | Onbekend. |
Vergoedingsregeling reis- en verblijfkosten 2006
Artikel 2 Begin en einde der dienstreizen
Voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten geldt dat de plaats van tewerkstelling het beginpunt en het eindpunt is van de dienstreis.
In afwijking van het in lid 1 bepaalde kan de woonplaats van de belanghebbende of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis onderscheidenlijk de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.
De dienstreis wordt met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 van deze regeling met het openbaar vervoer gemaakt.
De reiskosten die per openbaar vervoer worden gemaakt worden na overlegging van de bewijsstukken vergoed.
De belanghebbende die tijdens een dienstreis gebruik maakt van vervoer per trein, is gerechtigd om in de eerste klasse te reizen.
De vergoeding wordt aan de belanghebbende toegekend voor zover daarmee de voor hem ten laste blijvende kosten niet worden overschreden. Voor het bepalen van de voor de belanghebbende ten laste blijvende kosten wordt rekening gehouden met:
eventuele tegemoetkomingen die krachtens de bepalingen van de verplaatsingskosten op grond van hoofdstuk 18 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst voor het dagelijks reizen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling over de periode van geldigheid van het abonnement aan belanghebbende zijn verstrekt en;
Indien naar het oordeel van het bevoegde gezag het dienstbelang er mee is gebaat dat tijdens een dienstreis naast openbaar vervoer tevens gebruik wordt gemaakt van een taxi, worden de aan dat taxigebruik verbonden kosten -onder overlegging van een bewijsstuk - volledig vergoed.
Indien de dienstreis naar het oordeel van het bevoegde gezag niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden gemaakt, kan het bevoegde gezag aan de belanghebbende toestemming verlenen om gebruik te maken van een eigen motorvoertuig.
Ten aanzien van de dienstreizen zoals bedoeld onder lid 1 van dit artikel bedraagt de vergoeding voor:
voor de overige kilometers: een vergoeding overeenkomstig een door het college vast te stellen kilometerbedrag.
Parkeergelden worden geacht begrepen te zijn in het vorige lid bedoelde kilometerbedrag.
Indien voor de dienstreis gebruik wordt gemaakt van een eigen fiets of bromfiets wordt een vergoeding verleend welke gelijk is aan het jaarlijks door de minister daarvoor vast te stellen belastingvrije kilometerbedrag.
De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en voor kleine uitgaven worden vergoed volgens het bepaalde in de volgende leden.
Geen aanspraak op vergoedingen wegens verblijfkosten bestaat voor een dienstreis korter dan vier uur en voor een dienstreis binnen de standplaats.
De gemaakte kosten voor maaltijden en voor kleine uitgaven worden vergoed met een maximum welke gelijk is aan door de Minister van Binnenlandse Zaken jaarlijks voor het overheidspersoneel vastgestelde bedragen.
Het declareren van de reis- en verblijfkosten geschiedt op een door het bevoegde gezag voorgeschreven wijze, onder overlegging van de vereiste bewijsstukken.
De declaraties dienen zo spoedig mogelijk na de reisdatum te worden ingediend.
De aanspraak op een vergoeding vervalt, indien de belanghebbende de declaratie niet indient binnen drie maanden na de maand waarop de declaratie betrekking heeft.
In gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet besluit het College van Burgermeester en Wethouders.
Deze regeling kan worden aangehaald als: "Vergoedingsregeling reis- en verblijfskosten 2006".
De regeling “Vergoedingsregeling reis- en verblijfkosten 2004” wordt, met het van kracht worden van de "Vergoedingsregeling reis- en verblijfkosten 2006 " ingetrokken.