Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Sociaal statuut |
Citeertitel | Sociaal statuut |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2000 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 01-04-2000 Geen bron | Geen |
Dit sociaal statuut kan geheel of gedeeltelijk van toepassing worden verklaard op een ingrijpend, respectievelijk belangrijk veranderingstraject.
Het geheel of gedeeltelijk van toepassing verklaren van het sociaal statuut laat onverlet het bepaalde in artikel 8:4 CAR, artikelen 8:4:1 en 15:1:10 AAR '95 en artikel 8 van de Aanvullende bepalingen behorende bij de invoering van de CAR en het AAR '95.
Artikel 3 Werkgelegenheidsgarantie
Het college verplicht zich gedurende de looptijd van dit sociaal statuut tot het leveren van een maximale inspanning om te bereiken dat voor de ambtenaren werkgelegenheid behouden blijft.
Indien de ambtenaar geplaatst wordt op een functie waaraan een lagere functionele salarisschaal is verbonden dan aan zijn oude functie, behoudt hij aanspraak op het salaris conform artikel 3:1 CAR en het salarisperspectief dat hij in zijn oude functie genoot.
Onder salarisperspectief wordt verstaan het salaris- en de salarisuitzichten waarop de ambtenaar volgens de fungerende bezoldigingsverordening en beloningsrichtlijnen aanspraak heeft.
De ambtenaar die een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van het Algemeen Ambtenarenregement 1995 dan wel een arbeidsmarkttoelage geniet en geplaatst wordt op een functie waaraan dezelfde dan wel een lagere salarisschaal is verbonden in vergelijking tot zijn oude functie, behoudt deze toelage zolang de periode waarvoor de toelage is toegekend, niet is verstreken.
De ambtenaar die een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van het Algemeen Ambtenarenregement 1995 dan wel een arbeidsmarkttoelage geniet en geplaatst wordt op een functie waaraan een hogere salarisschaal is verbonden dan aan zijn oude functie, wordt zodanig in de hogere salarisschaal ingepast, dat zijn nieuwe salaris ten minste gelijk is aan de som van zijn oude salaris en de toelage. Indien de som meer bedraagt dan het maximum van de hogere salarisschaal wordt de ambtenaar ingepast op het maximum van de schaal en wordt een toelage verleend voor het resterende deel zolang de periode waarvoor de oorspronkelijke toelage is toegekend, niet is verstreken.
Indien de ambtenaar als gevolg van de plaatsing op een functie geen aanspraak meer kan maken op een toelage of vergoeding (niet zijnde een toelage als bedoeld in artikel 5), wordt deze overeenkomstig de toepasselijke regeling afgebouwd.
Indien geen afbouwregeling bestaat, wordt de toelage of vergoeding afgebouwd in drie jaren, tenzij de toelage of vergoeding naar haar aard niet voor afbouw in aanmerking komt. De afbouwtoelage of –vergoeding bedraagt in het eerste, tweede en derde jaar, respectievelijk 75%, 50% en 25% van de toelage
Artikel 8 Belangstellingsinventarisatie
Tegelijk met het toezenden van het belangstellingsinventarisatieformulier wordt de ambtenaar medegedeeld wat de status van zijn oude functie is.
Op het belangstellingsinventarisatieformulier worden de voorkeur van de ambtenaar voor een functie in de nieuwe organisatie en de overige voor de plaatsingsprocedure relevante factoren geïnventariseerd.
De ambtenaar met een A of B-functie kan instemmen met de voorlopige plaatsing in de nieuwe functie die (nagenoeg) overeenkomt met zijn oude functie dan wel zijn voorkeur aangeven voor een andere functie in de nieuwe organisatie.
De ambtenaar kan worden uitgenodigd voor een inventariserend gesprek met het doel inzicht te krijgen in de individuele omstandigheden en voorkeur voor plaatsing. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt. De ambtenaar ontvangt een afschrift van het verslag.
Artikel 9 Geneeskundig onderzoek
Indien de ambtenaar zijn belangstelling kenbaar maakt voor een functie waarvoor een geneeskundig onderzoek vereist is, wordt dit onderzoek uitgevoerd voordat het concept-plaatsingsplan door het college wordt vastgesteld.
Artikel 10 Concept-plaatsingsplan en plaatsingscriteria
Het diensthoofd stelt, dan wel de diensthoofden - indien aan de veranderingstraject personele consequenties in meer diensten zijn verbonden - stellen een concept-plaatsingsplan op. Wanneer een belangstellingsinventarisatie is uitgevoerd, wordt het concept-plaatsingsplan opgesteld na de sluitingsdatum van de belangstellingsinventarisatie.
De ambtenaar die een functie vervult die (nagenoeg) ongewijzigd in de nieuwe orga€nisatie terugkeert (A-functie), wordt in het concept-plaatsingsplan voorlopig geplaatst op de functie, die nagenoeg overeenkomt met zijn oude functie.
De ambtenaar die een functie vervult die (nagenoeg) ongewijzigd in de nieuwe organisatie terugkeert, maar waarvan het aantal functies afneemt (B-functie), wordt gelet op het bepaalde in artikel 8:4:1 AAR '95, in het concept-plaatsingsplan voorlopig geplaatst overeenkomstig de volgende rangorde:
Vervolgens worden de ambtenaren die nog niet zijn geplaatst in het concept-plaatsingsplan voorlopig op een passende functie geplaatst.
De ambtenaar die niet op een passende functie kan worden geplaatst, wordt in het concept-plaatsingsplan voorlopig aangewezen als herplaatsingskandidaat.
Indien na het voorlopig plaatsen een functie openstaat, waarvoor een functievolger zijn belangstelling heeft kenbaar gemaakt, wordt - overeenkomstig het bepaalde in het vierde lid - bepaald of de ambtenaar voor deze functie in aanmerking kan komen. Indien dat het geval is, wordt hij voorlopig op deze functie geplaatst.
Van een passende functie is sprake indien:
Bij de beoordeling of sprake is van een passende functie worden in principe de volgende aspecten meegewogen:
Bij het eerste lid geldt de beperking dat uitsluitend sprake kan zijn van een passende functie indien de voor de functie geldende functionele salarisschaal niet meer dan één schaal lager is dan de functionele salarisschaal die geldt voor de ambtenaar.
Het college kan de ambtenaar plaatsen op een functie waarvan de functionele salarisschaal meer dan één schaal lager is dan de functionele salarisschaal die geldt voor de ambtenaar indien er bijzondere omstandigheden zijn die zulks rechtvaardigen en indien de ambtenaar daarmee instemt.
Het college stelt het concept-plaatsingsplan vast.
De ambtenaar wordt schriftelijk van de inhoud van het concept-plaatsingsplan op de hoogte gesteld.
De ambtenaar kan binnen 14 dagen na ontvangst van het concept-plaatsingsplan schriftelijk en gemotiveerd zijn bedenkingen tegen het concept-plaatsingsplan kenbaar maken aan het college.
Het college doet de ingekomen bedenkingen toekomen aan de plaatsingscommissie of - indien geen plaatsingscommissie wordt ingesteld - aan het diensthoofd.
Artikel 13 Plaatsingscommissie
Er is een plaatsingscommissie bestaande uit het diensthoofd, een vertegenwoordiger namens de werknemersdelegatie in de commissie voor Georganiseerd Overleg, niet werkzaam zijnde bij de gemeente en een medewerker van de hoofdafdeling POI. Voor ieder lid wordt tevens een plaatsvervanger aangewezen.
De leden en de plaatsvervangend leden van de plaatsingscommissie worden door het college benoemd en ontslagen.
De plaatsingscommissie heeft tot taak het college te adviseren over het concept-plaatsingsplan en de bedenkingen met betrekking tot het concept-plaatsingsplan.
De hoofdafdeling POI voorziet - zonodig - in een secretaris. De secretaris heeft geen stemrecht.
Artikel 14 Werkwijze plaatsingscommissie
De plaatsingscommissie nodigt de ambtenaar uit zijn bedenkingen mondeling toe te lichten, tenzij de ambtenaar aangeeft daaraan geen behoefte te hebben. De plaatsingscommissie kan desgewenst andere belanghebbenden - ongeacht of deze bedenkingen hebben ingediend - en informanten uitnodigen.
De plaatsingscommissie toetst de bedenkingen aan het concept-plaatsingsplan en dit sociaal statuut.
Het advies wordt met redenen omkleed, door de voorzitter van de commissie ondertekend en aan het college voorgelegd.
Het advies van de plaatsingscommissie - voor zover het advies op de ambtenaar betrekking heeft - wordt schriftelijk aan de ambtenaar bekendgemaakt.
Het college besluit niet eerder tot plaatsing of aanwijzing tot herplaatsingskandidaat, dan nadat het advies van de plaatsingscommissie is ontvangen.
Artikel 15 Besluit tot plaatsing of aanwijzing tot herplaatsingskandidaat
Het college besluit over de plaatsing van de ambtenaar, dan wel tot aanwijzing van de ambtenaar als herplaatsingskandidaat.
Het besluit wordt schriftelijk aan de ambtenaar bekendgemaakt.
In het besluit wordt de datum vermeld waarop de plaatsing of de aanwijzing tot herplaatsingskandidaat ingaat.
Artikel 16 Herplaatsingskandidaten
Op de ambtenaar die is aangewezen als herplaatsingskandidaat zijn de bepalingen van het Flankerend beleid gemeente Helmond van toepassing.
Binnen de periode van uiterlijk één jaar nadat de ambtenaar de hem opgedragen functie is gaan vervullen, wordt, aan de hand van gehouden functioneringsgesprekken en een uitgebrachte beoordeling, bepaald of de ambtenaar voldoende bekwaamheid of geschiktheid heeft om de functie blijvend te kunnen vervullen. Indien dit niet het geval is wordt verlenging van de termijn met nog een jaar verleend. Wederom op basis van functioneringsgesprekken en een beoordelingsgesprek kan, als blijkt dat er sprake is van ongeschiktheid of onbekwaamheid, alsdan ontslag als bedoeld in artikel 8:4 C.A.R. worden verleend