| Organisatie | Helmond |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beoordelingsreglement |
| Citeertitel | Beoordelingsreglement |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 14-06-1995 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 13-06-1995 Onbekend. | Onbekend. |
Artikel 1 Omschrijving begrippen
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Artikel 2 Reikwijdte van de regeling
De regeling heeft betrekking op alle bij de gemeente in dienst zijnde medewerkers, exclusief medewerkers bij de vrijwillige brandweer en het openbaar onderwijs.
De personeelsbeoordeling van een medewerker bestaat uit de beoordeling van de belangrijkste functiebestanddelen, de beoordeling van enkele algemene gezichtspunten en een samenvattend oordeel over het totale werkresultaat. Daarnaast worden omstandigheden vermeld welke de functievervulling hebben beïnvloed en wordt de beoordeelde de gelegenheid geboden zijn visie op de beoordeling te geven.
Van iedere medewerker wordt minimaal eenmaal per 2 jaar een beoordeling opgemaakt.
Een beoordeling dient ook opgemaakt te worden als er een beslissing moet worden genomen over de rechtspositie van de medewerker, waarbij te denken valt aan: aanstelling in vaste dienst, beloning, toekenning van een extra periodiek, bevordering, overplaatsing, en ontslag.
Een tussentijdse beoordeling is mogelijk als een van de partijen dit nodig acht, tenzij er recent (binnen zes maanden) reeds een beoordeling is opgemaakt.
De beoordeling wordt opgemaakt door de direct leidinggevende (eerste beoordelaar) in overleg met de naasthogere leidinggevende (tweede beoordelaar).
De beoordeling wordt gemaakt aan de hand van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier, waarin de beoordelingscriteria zijn opgenomen.
De beoordelaar(s) maakt/maken aan de hand van het beoordelingsformulier in aanwezigheid van de beoordelingsadviseur een beoordeling op, waarbij zonodig een of meer informanten worden geraadpleegd. Als informant kan alleen diegene worden geraadpleegd, die een functionele werkrelatie met de beoordeelde medewerker heeft (gehad). De beoordelingsadviseur bewaakt de procedure en ziet toe op een goede uitvoering van het systeem.
In het beoordelingsgesprek wordt de beoordeling besproken met de medewerker. De beoordeelde medewerker wordt tijdens dit gesprek in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze omtrent de beoordeling kenbaar te maken. Hierbij zijn de eerste beoordelaar en de medewerker aanwezig. De tweede beoordelaar is slechts aanwezig indien hij dit noodzakelijk acht of wanneer een (1) der partijen daarom verzoekt. Op verzoek van een (1) der partijen kan de beoordelingsadviseur bij dit gesprek aanwezig zijn.
Binnen twee weken na het beoordelingsgesprek wordt het beoordelingsformulier definitief ingevuld en aan de medewerker ter ondertekening voorgelegd. Deze handelwijze vindt ook plaats indien de medewerker te kennen geeft geen beoordelingsgesprek te willen. De medewerker is verplicht het ingevulde formulier voor gezien te tekenen, waaruit blijkt dat hij kennis heeft genomen van de inhoud. Vervolgens tekent de naasthogere leidinggevende het formulier voor gezien. De beoordelingsadviseur tekent voor akkoord voor wat betreft de gevolgde procedure.
Het door alle eerdergenoemde personen ondertekende beoordelingsformulier wordt nu door de beoordelaar voorgelegd aan de beoordelingsautoriteit. De beoordelingsautoriteit stelt de beoordeling vast, tenzij de medewerker binnen twee weken na ondertekening van het beoordelingsformulier bezwaar aantekent. De beoordeelde medewerker krijgt een kopie van de vastgestelde beoordeling.
Het originele beoordelingsformulier wordt bewaard in het personeelsdossier bij de hoofdafdeling P.O en I. De beoordeelde ontvangt een kopie. Bij vertrek uit dienst worden de beoordelingsformulieren vernietigd. Originele beoordelingsformulieren worden tot twee jaar na vaststelling in de personeelsdossiers bewaard en daarna vernietigd.
Het inzien van beoordelingsgegevens door anderen dan de beoordeelde zelf, medewerker van de hoofdafdeling P.O. en I., het afdeling- en diensthoofd, de gemeentesecretaris en het college is niet toegestaan.
De medewerker kan binnen twee weken na ondertekening van het beoordelingsformulier schriftelijk bezwaar aantekenen tegen de beoordeling bij de beoordelingsautoriteit. De beoordelingsautoriteit stelt de beoordeelde zo spoedig mogelijk in de gelegenheid de bezwaren mondeling toe te lichten en bespreekt de bezwaren met de beoordelaars en de beoordelingsadviseur. Indien dit overleg leidt tot overeenstemming wordt de beoordeling overeenkomstig gewijzigd en wordt de medewerker schriftelijk medegedeeld aan welke bezwaren tegemoet wordt gekomen. Indien het overleg niet leidt tot overeenstemming voegt de beoordelingsautoriteit zijn advies toe aan de beoordeling. Het college stelt de (gewijzigde) beoordeling vast, licht de medewerker schriftelijk in welke wijzigingen zijn aangebracht en vermeldt in voorkomend geval de reden waarom niet aan het bezwaar is tegemoet gekomen. Hierna kan de medewerker intern beroep of bezwaar aantekenen bij het college van Burgemeester en Wethouders conform de daarvoor vastgestelde verordening (momenteel de verordening op bezwaar- en beroepschriften inzake personeels- en organisatieaangelegenheden 1994) .De medewerker heeft tenslotte hierna de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de sector Bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank 's-Hertogenbosch.