Organisatie | Tubbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening Grondbedrijf 2011 |
Citeertitel | Beheersverordening Grondbedrijf 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-01-2011 | 26-01-2018 | Intrekking | 22-01-2018 | - | |
18-01-2011 | 18-01-2011 | Gemeenteblad correctie | 18-01-2011 | - | |
15-01-2011 | 01-01-2011 | 18-01-2011 | Nieuwe regeling | 10-01-2011 | 9C |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 1. Missie. Doelstelling en taken Grondbedrijf
Het grondbedrijf faciliteert, ontwikkelt mede en ondersteunt de maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente Tubbergen. Het draagt bij aan het proces dat tot doel heeft het feitelijke gebruik van grond in overeenstemming met het maatschappelijk gewenste ruimtelijk gebruik te brengen. Het Grondbedrijf genereert financiële middelen en voert een overwegend actief grondbeleid. Daarnaast verleent het Grondbedrijf deskundige financieel-economische begeleiding in projecten. Dit laatste met als doel een optimaal financieel resultaat te bereiken binnen elk project. Het Grondbedrijf ondersteunt de gemeentelijke planvorming door de creatieve inzet van kennis en vaardigheden op het gebied van planfinanciering, grondverwerving, tijdelijk beheer, uitgifte van grond en door inzet van het geëigende juridische instrumentarium om ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken.
Een belangrijke uitwerking van de missie van het Grondbedrijf is dat het zorg draagt voor een gezonde grondexploitatie. Dit houdt in dat het Grondbedrijf er voor zorg draagt dat er een financiële reserve bestaat die een voldoende risico buffer vormt voor financiële risico’s in lopende en toekomstige projecten, bij een normale markt en bij normale economische omstandigheden.
Indien er echter sprake is van een snelle of langdurige wijziging in de markt of economische omstandigheden kunnen er aanvullende dekkingsmogelijkheden buiten het Grondbedrijf om benodigd zijn. Aan deze randvoorwaarde toetst het Grondbedrijf ook beleidsvoorstellen in lopende en toekomstige projecten.
Artikel 4. Financiering Grondbedrijf
Het Grondbedrijf betaalt over het geïnvesteerd vermogen een vaste rentevergoeding, die is gebaseerd op een gemiddeld rentepercentage van aangetrokken geldleningen. In overleg met de treasurer kan in afwijking hierop voor een specifiek project een projectrente afgesproken worden. De rentevergoeding over de reserves van het Grondbedrijf is in principe gebaseerd op de rentevergoeding van vergelijkbare reserves en wordt eens per vier jaar met de nota reserves en voorzieningen vastgesteld.
Alvorens werkzaamheden in het kader van de grondexploitatie kunnen worden uitgevoerd, dient de raad hiervoor een krediet beschikbaar te stellen. Een uitzondering hierop kan gemaakt worden voor algemene kosten Grondbedrijf, die middels het vaststellen van de gemeentebegroting kunnen worden gefiatteerd.
Op basis van een definitieve grondexploitatieopzet vraagt het college aan de raad een totaalkrediet. Jaarlijks bij de actualisatie van de exploitatiebegroting deelt het college aan de raad mede of het totaalkrediet nog voldoende is om de nog te maken kosten te dekken. Indien nodig wordt aan de raad een aanvullend totaalkrediet gevraagd.
Hiertoe verzoekt de coördinator grondbedrijf aan het college de benodigde budgetten ter beschikking te stellen. De aangevraagde budgetten dienen onderbouwd te zijn en te zijn getoetst door de administrateur/planeconoom. De budgetten dienen in overeenstemming te zijn met de desbetreffende grondexploitatieberekening en moeten passen binnen de beschikbaar gestelde totaalkredieten.
Artikel 6. Complexen, algemene bepalingen
Onder de noemer “In exploitatie genomen gronden/onderhanden werken” worden gronden geadministreerd, die betrekking hebben op exploitaties in uitvoering. Bij het vaststellen van het bestemmingsplan wordt een exploitatieopzet aan de raad ter vaststelling aangeboden. Op basis van deze exploitatieopzet wordt bij het in uitvoering nemen van het plan aan de raad een totaalkrediet gevraagd voor de uitvoering van het plan.
Onder de noemer “Verspreide gronden” worden gronden geadministreerd, die in eigendom zijn van de gemeente Tubbergen. Deze gronden zijn ingebracht bij het Grondbedrijf en nog niet opgenomen onder de noemer: nog niet in exploitatie genomen gronden. Het betreft percelen die zijn dan wel worden aangekocht:
De in exploitatie, en de nog niet in exploitatie zijnde gronden worden minimaal één keer per jaar geactualiseerd en vastgesteld door de raad als onderdeel van de jaarrekening van het Grondbedrijf. In het kader van de jaarlijkse actualisatie worden de boekwaarden van de bezittingen vergeleken met de economische waarde op basis van de huidige bestemming Bij een hogere boekwaarde vindt een afwaardering plaats middels een bijdrage vanuit de reserve grondexploitatie.
Eenmaal in de vijf jaar vindt een uitgebreidere actualisatie plaats van de nog niet in exploitatie zijnde en verspreide gronden. Doel van deze actualisatie is om aan te geven of de oorspronkelijke motieven voor de aankopen nog steeds van toepassing zijn, dan wel of door de gewijzigde omstandigheden nadere voorstellen moeten worden gedaan. Indien nodig kan de economische waarde getoetst worden door een taxatie.
De administrateur/planeconoom adviseert aan coördinator grondbedrijf omtrent de financiële consequenties van voorstellen aan het college en de raad die het Grondbedrijf en projecten van het Grondbedrijf betreffen.
Artikel 12. Nadere regelgeving
Het college is bevoegd nadere regels op te stellen ter uitvoering van deze verordening. De beheersverordening wordt jaarlijks indien nodig geactualiseerd bij de op te stellen beleidsanalyse grondexploitaties in het kader van de jaarrekening.