Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ooststellingwerf

Verordening subsidiering godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOoststellingwerf
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening subsidiering godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs 2003
CiteertitelVerordening subsidiering godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs 2003
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt Verordening, regelende het verlenen van subsidie voor het geven van godsdienst- of vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basis- en speciaal onderwijs in de gemeente Ooststellingwerf 1996.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het Primair Onderwijs, artikel 51
  2. Wet op de Expertise Centra, artikel 54
  3. Gemeentewet, artikel 168

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200301-08-2010nieuwe regeling

18-06-2002

Raad, juni 2002

godsdienst humanitair onderwijs

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening subsidiering godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs 2003

Gemeente Ooststellingwerf

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;

nr. B.6

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 mei 2002gelet op artikel 51 Wet op het Primair Onderwijs, artikel 54 van de Wet op de ExpertiseCentra en artikel 168 Gemeentewet

Besluit

per 1 januari 2003 in te trekken de in de openbare vergadering van 21 mei 1996 vastgestelde Verordening, regelende het verlenen van subsidie voor het geven van godsdienst- of vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basis- en speciaal onderwijs in de gemeente Ooststellingwerf;

en tevens vast te stellen de nieuwe

VERORDENING, REGELENDE HET VERLENEN VAN SUBSIDIE VOOR HET GEVEN VAN GODSDIENST- OF VORMINGSONDERWIJS AAN LEERLINGEN VAN DEOPENBARE SCHOLEN VOOR. PRIMAIR ONDERWIJS EN ZML ONDERWIJS IN DE GEMEENTE OOSTSTELLINGWERF.

Artikel 1  

Aan kerkelijke gemeenten, kerken of rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid of volledige rechtsbevoegdheid bezittende organisaties op geestelijke grondslag, als bedoeld in artikel 51 van de Wet op het Primair Onderwijs, artikel 54 van de Wet op de Expertise Centra, wordt op hun verzoek een tegemoetkoming verleend in de kosten, verbonden aan het geven van godsdienst- of humanistisch vormingsonderwijs aan de leerlingen van de openbare scholen voor primair onderwijs en zml onderwijs in de gemeente Ooststellingwerf, voor zover dit onderwijs niet wordt gegeven door aan de school verbonden leerkrachten.

Artikel 2  

Om voor de in artikel 1 bedoelde tegemoetkoming in aanmerking te komen dient het godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs gedurende de daarvoor in het activiteitenplan aangegeven uren in de schoolgebouwen te worden gegeven aan de leerlingen van de openbare scholen voor primair onderwijs en zml onderwijs, voor zover de ouders, voogden of verzorgers daarvoor hun toestemming verlenen of daarom verzoeken. De instellingen inventariseren jaarlijks gezamelijk de behoefte bij de ouders, voogden of verzorgers.

Artikel 3  

  • 1.

    De verantwoordelijkheden voor de inhoud van het onderwijs berust bij de instantie, welke dit onderwijs doet geven.

  • 2.

    Zij draagt er zorg voor dat dit onderwijs op pedagogisch-didactisch verantwoorde wijze wordt gegeven.

Artikel 4  

De voor het geven van het godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs aangewezen leerkrachten onthouden zich ervan iets te leren, te doen of te laten, wat strijdig is met de eerbied, verschuldigd aan de overtuiging van anders denkenden.Zij gedragen zich naar de aanwijzingen door de directeur van de school te geven. Zij verstrekken de directeur desgevraagd alle gewenste inlichtingen.

Artikel 5  

  • 1.

    De in artikel 1 bedoelde toe te kennen tegemoetkoming bedraagt voor de instellingen maximaal het door de gemeenteraad jaarlijks vastgestelde bedrag, dat voor dit doel bij de vaststelling van de primitieve gemeente begroting van het betreffende dienstjaar beschikbaar wordt gesteld. Het bedrag wordt uitgekeerd per lesuur van 45 minuten.

  • 2.

    Per lesuur wordt een bedrag van € 11,68 uitgekeerd (prijspeil 2002). Dit bedrag wordt jaarlijks verhoogd met de dan geldende loon en prijscompensatie, zoals vastgesteld door de gemeente. Het door de gemeenteraad jaarlijks vastgestelde bedrag, dat voor dit doel bij de vaststelling van de primitieve gemeentebegroting van het betreffende dienstjaar beschikbaar wordt gesteld, gedeeld door het bovengenoemde bedrag per lesuur, bepaald het maximaal aantal te declareren lesuren per begrotingsjaar.

  • 3.

    Voor 1 augustus van het betreffende schooljaar verzoeken de instellingen burgemeester en wethouders, om in te stemmen met de verdeling van het aantal lesuren. In dit schriftelijke verzoek dient het aantal te verzorgen lesweken, de namen van de scholen en het aantal te verzorgen lessen per school, te worden vermeld. De verantwoordelijkheid voor de verdeling ligt bij de instellingen. Indien er voor aanvang van het schooljaar geen voorstel tot verdeling van de beschikbare lesuren bij Burgemeester en Wethouders ingediend is, vervalt het recht op subsidie.

  • 4.

    Declaratie kan slechts op basis van werkelijk gemaakte lesuren van 45 minuten plaatsvinden.

  • 5.

    Een instelling kan pas een tweede lesuur op één school declareren als alle scholen waar behoefte aan lessen bestaat, bediend worden.

Artikel 6  

  • 1.

    Voor het verkrijgen van de in artikel 5 genoemde tegemoetkoming dient de in artikel 1 bedoelde instantie op 30 november van het cursusjaar en op 31 juli van het cursusjaar, een opgaaf te verstrekken aan Burgemeester en Wethouders, vermeldende de volgende gegevens:

    • a.

      De naam van de instantie die het onderwijs gaf;

    • b.

      De naam en het adres van de scholen waaraan de lessen zijn gegeven;

    • c.

      Het aantal lessen en de dagen en uren gedurende welke het onderwijs werd gegeven.

  • 2.

    De opgaaf wordt alvorens te worden ingediend door de directeur van de school voor akkoord getekend.

Artikel 7  

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen Burgemeester en Wethouders.

Artikel 8  

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening subsidiering godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs 2003".

Artikel 9  

Deze verordening treed in werking met ingang van 1 januari 2003.

Besloten in de openbare vergadering van 18 juni 2002.secretaris,                 voorzitter,