Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verstrekkingenbesluit voorzieningen gehandicapten Stadskanaal |
Citeertitel | Verstrekkingenbesluit voorzieningen gehandicapten Stadskanaal 2003 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is ingetrokken bij de vaststelling van het Verstrekkingenbesluit voorzieningen gehandicapten Stadskanaal 2006
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2004 | 01-03-2006 | nieuwe regeling | 29-09-2003 - | R 6146 |
De Wvg-adviseur brengt bij een adviesaanvraag voor meerdere voorzieningen voor een aanvrager een integraal advies uit, dat wil zeggen dat bij zijn keus voor (een combinatie van) voorziening(en) als oplossing voor geconstateerde beperkingen en belemmeringen de Wvg-adviseur deze voorzieningen in onderlinge samenhang beziet.
De medisch adviseur (arts) verstrekt aan de gehandicapte(n), ten aanzien van wie wordt gerapporteerd, informatie over zijn werkwijze en in beginsel over de strekking van zijn advies.
Hoofdstuk III: Woonvoorzieningen
Artikel 3.1 Primaat zelfstandig wonen
Een woonvoorziening verdient de voorkeur boven opname in een AWBZ-instelling, tenzij - gezien het ziekteverloop - blijkt dat een woonvoorziening uiteindelijk noch de goedkoopste noch een adequate oplossing zal zijn.
Artikel 3.2 Keuze woonvoorziening
Burgemeester en wethouders verstrekken een gehandicapte een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van de huidige woonruimte, indien een financiële tegemoetkoming in de kosten van verhuizing en inrichting niet te realiseren is of niet de goedkoopst adequate oplossing is.
Artikel 3.4 Urgente oplossing woonprobleem
Een financiële tegemoetkoming in de kosten van verhuizing en inrichting is niet de goedkoopste adequate oplossing, indien een snelle oplossing van een woonprobleem om medische redenen dringend geboden is en aanpassing van de huidige woonruimte relevant sneller kan worden gerealiseerd dan verhuizing naar een andere geschikte woonruimte.
Wanneer blijkt dat de kosten van de in het kader van de Wvg aangevraagde woningaanpassing een bedrag van € 45.378,02 te boven gaat, wordt deze aanvraag doorgezonden naar het College van ziektekostenverzekeraars (voorheen de Ziekenfondsraad).
Artikel 3.7 Niveau woningaanpassing
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om te kiezen voor een woningaanpassing die duurder is dan de goedkoopst adequate oplossing, indien deze woningaanpassing beter geschikt is voor hergebruik dan de goedkoopst adequate oplossing. De extra kosten die hieraan verbonden zijn komen niet ten laste van betrokkene.
Artikel 3.8 Subsidiebeschikking
Indien bij de gereedmelding blijkt dat de werkelijke kosten van de voorziening waarvoor subsidie is verleend hoger zijn dan de voorlopige subsidiabele kosten, kunnen burgemeester en wethouders deze vergoeden, indien blijkt dat deze extra kosten niet te voorzien waren en teerstond aan burgemeester en wethouders zijn gemeld.
Artikel 3.9 Verwijderen woonvoorzieningen
Burgemeester en wethouders kunnen in overleg met de woningeigenaar een financiële tegemoetkoming verstrekken voor het verwijderen van woonvoorzieningen, indien binnen een redelijke termijn geen nieuwe bewoner voor de aangepaste woning is gevonden.
Artikel 3.10 Frequentie woonvoorzieningen
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van artikel 2.7 van de Verordening voorzieningen gehandicapten (Vvg) indien er aantoonbaar sprake is van zwaarwichtige redenen, waarbij andere woonruimte een onontkoombare voorwaarde is voor maatschappelijk verantwoord functioneren.
Artikel 3.11 Algemeen gebruikelijke voorzieningen
In een veranderende maatschappij kan het voorkomen dat bepaalde voorzieningen niet meer afwijkend zijn van het normale levenspatroon. Op grond van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep zijn, onder andere, inmiddels algemeen gebruikelijk verklaard:
Artikel 3.12 Cara-woonvoorziening
Burgemeester en wethouders verstrekken een gehandicapte een financiële tegemoetkoming in de kosten van vervanging van vloerbedekking en/of gordijnen in de woonkamer en slaapkamer van betrokkene, indien het treffen van deze voorziening als gevolg van luchtwegaandoeningen (chronische bronchitis of astma) medisch noodzakelijk is. De hoogte van de verstrekking is gerelateerd aan de leeftijd van de vloerbedekking c.q. gordijnen.
Artikel 3.13 Rolstoelvast tapijt
Burgemeester en wethouders verstrekken een gehandicapte een financiële tegemoetkoming in de kosten van vervanging van de vloerbedekking door een rolstoelvast tapijt, indien het gebruik van de rolstoel deze vervanging dringend noodzakelijk maakt. De hoogte van de verstrekking is gerelateerd aan de leeftijd van de vloerbedekking.
Hoofdstuk IV: Vervoersvoorzieningen
Artikel 4.2 Forfaitaire vervoerskostenvergoeding
Burgemeester en wethouders verstrekken een gehandicapte een forfaitaire vervoerskostenvergoeding als bedoeld in artikel 3.1, onder c van de Vvg, wanneer aantoonbare beperking als gevolg van ziekte of gebrek het gebruik van aanvullend vervoer onmogelijk maken. De hoogte van de vergoeding is vermeld in het Besluit financiële tegemoetkomingen. Hierbij valt onder meer te denken aan gehandicapten die:
Artikel 4.3 Driewiel(lig)fiets
Burgemeester en wethouders stellen een gehandicapte van vijf jaar of ouder een driewiel(lig)fiets in bruikleen ter beschikking, indien aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek - te denken valt hierbij aan evenwichtstoornissen - het berijden van een normale fiets voor de gehandicapte onmogelijk maken.
Burgemeester en wethouders verstrekken een gehandicapte een tandem in bruikleen ter beschikking, indien aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek - te denken valt hierbij aan evenwichtstoornissen of visuele handicap - het berijden van een normale fiets voor de gehandicapte onmogelijk maken.
Artikel 4.5 Fiets met hulpmotor
Een fiets is in Nederland een algemeen gebruiksartikel; ook een fiets met hulpmotor is algemeen verkrijgbaar en niet speciaal voor gehandicapten ontwikkeld. De Centrale Raad van Beroep beoordeelt een dergelijke voorziening als algemeen gebruikelijk en deze wordt derhalve niet meer via de Wvg verstrekt.
Hoewel een normale fiets een algemeen gebruiksartikel is en niet voor vergoeding op grond van de Wvg in aanmerking komt, kunnen op grond van ergonomische beperkingen aanpassingen aan een fiets medisch noodzakelijk zijn. In een dergelijk geval kan een financiële tegemoetkoming in de meerkosten worden verstrekt tot een maximum van € 450,00. Een dergelijke tegemoetkoming wordt één keer in de zeven jaar verstrekt.
Burgemeester en wethouders verstrekken een gehandicapte een loopfiets in bruikleen, indien hij/zij een goed evenwicht en een goede loopmotoriek heeft, maar aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek het gebruik van een loopfiets noodzakelijk maken.
Artikel 4.8 Open elektrische buitenwagen
Burgemeester en wethouders verstrekken een gehandicapte een open elektrische buitenwagen in bruikleen, indien de gehandicapte zich niet op andere wijze dan met het aanvullend vervoer in de directe omgeving van zijn woning kan verplaatsen.
Een gehandicapte kan voor een al dan niet aangepaste bruikleenauto in aanmerking komen, wanneer geen enkele andere (combinatie van) vervoersvoorzieningen op een adequate wijze in de vervoersbehoefte kan voorzien.
Artikel 4.10 Frequentie autoaanpassingen
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 3.3 van de Vvg, indien er aantoonbaar sprake is van een acute noodsituatie, waarbij een autoaanpassing een onontkoombare voorwaarde is om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer.
Indien de gehandicapte een andere, duurdere rolstoel wenst dan de in het tweede lid genoemde, bestaat hiertoe de mogelijkheid, mits de rolstoel in uiteindelijke vorm zich in redelijkheid leent voor ter beschikkingstelling aan andere gehandicapten, die ter beoordeling van het CMZ, zo nodig in samenspraak met de leverancier. De extra kosten worden afzonderlijk in rekening gebracht bij de gehandicapte.
Hoewel de selectie van een rolstoel individueel wordt bepaald, zal een aantal factoren bij iedere selectie een rol spelen. Op basis van deze factoren zal een programma van eisen worden opgesteld waaraan een rolstoel moet voldoen om een adequate voorziening te zijn voor de betreffende gebruiker. Aan de hand van dit programma zal het goedkoopst adequate type rolstoel worden geselecteerd.
Indien de toepassing van een zitorthese in een rolstoel noodzakelijk is om de rolstoel of kinderduwwagen tot een adequate voorziening te maken, zal deze in de rolstoel worden aangebracht.
Artikel 5.5 Anti-decubituskussen
Indien de toepassing van een vast anti-decubituskussen in een rolstoel noodzakelijk is om de rolstoel tot een adequate voorziening te maken, zal deze in de rolstoel worden aangebracht.
Aan de ouders of pleegouders van gehandicapte kinderen, die nog niet aan een rolstoel toe zijn, kan afhankelijk van de leeftijd van het kind een buggy in bruikleen worden verstrekt.
Aan de ouders of pleegouders van een zwaar gehandicapt kind, dat nog niet aan een rolstoel toe is, kan een duwwandelwagen in bruikleen worden verstrekt.
Artikel 5.8 Autozitjes en fietszitjes
Aan de ouder of pleegouders van een gehandicapt kind, ouder dan zes jaar, kan een autozitje of fietszitje in bruikleen worden verstrekt.
De ouders of pleegouders van een gehandicapt kind kunnen voor verstrekking van de volgende speelvoertuigen in aanmerking komen: