Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet kinderopvang gemeente Stadskanaal |
Citeertitel | Verordening Wet kinderopvang gemeente Stadskanaal |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De datum van bekendmaking van deze regeling is achteraf bij benadering vastgesteld.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-11-2004 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 25-10-2004 De Kanaalstreek. 03-11-2004 | R 6266 |
De raad van de gemeente Stadskanaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr. R 6266;
gelet op artikel 25 van de Wet kinderopvang (Wk) en artikel 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat het noodzakelijk is de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang bij verordening te regelen;
De volgende verordening vast te stellen:
Verordening Wet kinderopvang gemeente Stadskanaal
De algemene subsidieverordening van de gemeente Stadskanaal is niet van toepassing.
HOOFDSTUK 2. VASTSTELLING NOODZAAK VAN KINDEROPVANG OP GROND VAN SOCIAAL-MEDISCHE INDICATIE
Artikel 4 Inhoud van de beschikking
Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval:
Het college weigert de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie vast te stellen, indien:
de ouder of de partner niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen k of l van de wet.
HOOFDSTUK 3. AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 6 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag
Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:
gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de wet;
HOOFDSTUK 4. VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING
Het college weigert de tegemoetkoming, indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 22 van de wet.
Artikel 11 Omvang van de kinderopvang
In afwijking van het eerste lid, verleent het college bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en/of scholing en zorg.
Artikel 12 Inhoud van de beschikking
Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:
Onder toepassing van artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet, treedt deze verordening in werking drie dagen na haar bekendmaking. [ de Tijdelijke referendumwet is vervallen op 1 januari 2005 ]