Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ooststellingwerf

Richtlijn Wet Verbetering arbeidsmarktpositie alleenstaande ouders

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOoststellingwerf
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRichtlijn Wet Verbetering arbeidsmarktpositie alleenstaande ouders
CiteertitelRichtlijn Wet Verbetering arbeidsmarktpositie alleenstaande ouders
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, artikel 9a.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-03-200901-01-200901-01-2015nieuwe regeling

10-03-2009

Nieuwe Ooststellingwerver, 25-03-2009

B&W, 10-03-2009

Tekst van de regeling

Intitulé

Richtlijn Wet Verbetering arbeidsmarktpositie alleenstaande ouders

RICHTLIJN WET VERBETERING ARBEIDSMARKTPOSITIEALLEENSTAANDE OUDERSInhoud:             Hoofdstuk 1: Over de wet                       Hoofdstuk 2: De scholingsplicht                       Hoofdstuk 3: De voorzieningen

Hoofdstuk 1 OVER DE WET

1.1 Wat regelt deze wetDe wet moet worden opgevat als een compromis tussen enerzijds de bevordering van arbeidsparticipatie van vrouwen en anderzijds het verbeteren van de combinatie van werk en zorg. De wet beoogt alleenstaande ouders bovendien optimaal in hun opvoedingstaak te faciliteren. Het is de opvatting van het huidige kabinet dat het van belang is aan alleenstaande ouders de ruimte te bieden om, met het oog op hun toekomst (een volwaardige deelname aan de samenleving),een veilige en geborgen omgeving aan hun kinderen te bieden. Een en ander in de lijn met faciliteiten waarop werkenden recht hebben, zoals de levensloopvoorziening. De wet is in de vorm van het nieuwe artikel 9a, ‘Ontheffing plicht tot arbeidsinschakeling alleenstaande ouders’, in de Wet werk en bijstand (WWB) geïncorporeerd.1.2 Kenmerken van de wet1.2.1 Keuze van de alleenstaande ouderDe wet biedt alleenstaande ouders een keuzemogelijkheid: het verrichten van arbeid in combinatie met de zorg voor jonge kinderen of zich voorbereiden op terugkeer op de arbeidsmarkt, eveneens in de combinatie met de zorg voor jonge kinderen.1.2.2 Maatwerk en begeleidingVan de gemeente wordt verwacht dat zij de alleenstaande ouder begeleidt in de keuze, rekeninghoudend met achtergrond, opleidingsniveau en persoonlijke voorkeuren.1.2.3 De ontheffing moet worden aangevraagdOuders met kinderen tot vijf jaar hebben een recht op ontheffing van de arbeidsplicht. Die ontheffing moet worden aangevraagd.1.2.4 Re-integratie en scholingDe wet maakt een duidelijk onderscheid tussen re-integratie en scholing door scholing nu steeds als een aparte voorziening aan te duiden. Op grond van oude situatie had de alleenstaande ouder de verplichting gebruik te maken van een door het college aangeboden reintegratievoorziening; het college kan nu ook scholing als re-integratievoorziening inzetten.1.3 MaatregelenDe maatregelen in het kader van de WWB ten gevolge van deze wet:

  • a.

    het op verzoek van de alleenstaande ouder, de alleenstaande ouder met een kind of kinderen tot vijf jaar (tijdelijk) vrij te stellen van de arbeidsverplichting;

  • b.

    het verlenen van een eenmalige termijn voor de ontheffing van de arbeidsplicht van maximaal zes jaar, ongeacht het aantal kinderen;

  • c.

    het invoeren van een verplichte scholingsplicht bij vrijstelling van de arbeidsplicht.

1.4 WetgevingToegevoegd aan de WWB is artikel 9a: ‘Ontheffing plicht tot arbeidsinschakeling alleenstaande ouders’.Wetstekst1. Onverminderd artikel 9, tweede lid, verleent het college aan een alleenstaande ouder die de volledige zorg heeft voor een tot zijn last komend kind tot vijf jaar op diens verzoek ontheffing van de verplichting, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a.2. De ontheffing, bedoeld in het eerste lid, wordt eenmalig verleend.3. De ontheffing, bedoeld in het eerste lid, wordt niet verleend voor zover uit houding en gedragingen van de alleenstaande ouder ondubbelzinnig blijkt dat deze de verplichtingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, niet wil nakomen.4. De ontheffing, bedoeld in het eerste lid, geldt zolang het jongste kind van de alleenstaande ouder de leeftijd van vijf jaar nog niet heeft bereikt. Onverminderd de eerste zin geldt de ontheffing gedurende ten hoogste zes jaar. Bij verhuizing naar een andere woonplaats wordt op deze periode in mindering gebracht de periode, dan wel perioden, waarin de alleenstaande ouder in de voorgaande woonplaats, dan wel de voorgaande woonplaatsen, gebruik heeft gemaakt van de ontheffing bedoeld in het eerste lid.5. De ontheffing, bedoeld in het eerste lid, wordt, indien de volledige duur van zes jaar nog niet volledig is benut: a. van rechtswege opgeschort, met ingang van de datum waarop het jongste kind de leeftijd van vijf jaar bereikt;b. van rechtswege opgeschort indien niet langer recht op bijstand bestaat;c. door het college opgeschort op een daartoe strekkend verzoek van de alleenstaande ouder aan wie de ontheffing, bedoeld in het eerste lid, is verleend; of d. door het college opgeschort indien uit houding en gedragingen van de alleenstaande ouder ondubbelzinnig blijkt dat hij zijn verplichtingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, niet wil nakomen.6. Op een daartoe strekkend verzoek van de alleenstaande ouder met een kind tot vijf jaar beeindigt het college een opschorting als bedoeld in het vijfde lid indien de daarin genoemde omstandigheden niet langer van toepassing zijn.7. Het college stelt binnen zes maanden na ontvangst van het verzoek, bedoeld in het eerste lid, een plan van aanpak op voor de invulling van de voorziening, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, voor de alleenstaande ouder aan wie een ontheffing is verleend als bedoeld in het eerste lid.8. Het college vult de voorziening, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, voor de alleenstaande ouder aan wie een ontheffing is verleend als bedoeld in het eerste lid en die niet beschikt over een startkwalificatie ten minste in met scholing of opleiding die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert, tenzij naar het oordeel van het college een dergelijke scholing of opleiding de krachten of bekwaamheden van de alleenstaande ouder te boven gaat.Overigens is, gelet op de visie van het nieuwe re-integratiebeleid in de gemeenten Oost- en Weststellingwerf, de kans op een duurzame oplossing voor de bijstandsgerechtigde een belangrijke afweging. En die dient ook steeds te worden gemaakt bij de toepassing van het onderhavige wetsvoorstel.

Hoofdstuk 2 DE SCHOLINGSPLICHT

2.1 De ontheffingNieuwe bijstandsgerechtigdenOntheffing van de arbeidsplicht vindt plaats na een verzoek daartoe van de alleenstaande ouder. Bij nieuwe aanvragers ligt het voor de hand deze mogelijkheid bespreekbaar te maken tijdens de werkintake, omdat dan een goede afweging kan worden gemaakt op grond van achtergrond, kansen op de arbeidsmarkt, al dan niet aanwezig zijn van een startkwalificatie enz.OvergangsrechtHet is de bedoeling van de wetgever dat binnen een jaar de nieuwe wetgeving voor iedereen van toepassing is. Voor personen die op 1 januari 2009 reeds een uitkering van de gemeente ontvingen geldt dat zij alsnog de keuze kunnen maken ontheven te willen worden van de arbeidsplicht. Overigens is het de uitdrukkelijke bedoeling van de wet, dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen het oude en het nieuwe bestand en dat alle alleenstaande ouders binnen zes maanden een aanbod krijgen van werk, scholing of een combinatie daarvan. De opdracht moet voor 1 juni 2009 worden afgerond.Oude rechtenDe alleenstaande ouder moet zich beseffen dat een ontheffing van de arbeidsplicht onlosmakelijk is verbonden met de scholingsplicht. Hierover is goede voorlichting nodig, maar dus ook een nieuwe oriëntatie op de positie en omstandigheden van de alleenstaande ouder, in die zin dat eventuele ontheffingen (op grond van de richtlijn afstemming en ontheffing) zoals die zijn verleend voor de inwerkingtreding van de wet, in dit nieuwe perspectief moeten worden beoordeeld. Een keuze voor de ontheffing van de arbeidsplicht impliceert dus het per definitie vervallen van verleende ontheffingen of andere bijzondere (individuele) bepalingen ten aanzien van de verplichtingen die strekken tot inschakeling op de arbeidsmarkt. Een proactieve rol van het college moet er zijn ten aanzien van personen die reeds voor 1 januari 2009 een (tijdelijke) ontheffing van de arbeidsplicht hadden maar niet van de reintegratieverplichtingen. Met deze alleenstaande ouders zal het college in gesprek moeten gaan of, en zo ja op welke wijze, de huidige (oude) situatie (trajectplan) in overeenstemming kan worden gebracht met de thans geldende wet- en regelgeving. Als aanvulling op het bestaande re-integratietraject kan nog scholing of een opleiding worden aangeboden.2.2 Startkwalificatie: scholingstraject voorrang op re-integratievoorzieningWat is een startkwalificatie?Een startkwalificatie is volgens de rijksoverheid het minimale onderwijsniveau dat nodig is om kans te maken op duurzaam werk. Een startkwalificatie is een HAVO- of VWO-diploma of een MBO-diploma vanaf niveau 2. Een VMBO- diploma wordt dus niet gezien als een startkwalificatie.Geen startkwalificatieLiefst 69% van de alleenstaande ouders heeft geen startkwalificatie (landelijk cijfer). Een startkwalificatie geeft een betere uitgangspositie voor de arbeidsmarkt. Het is daarom dat voor deze groep dat de voorkeur uitgaat naar een scholingstraject boven een andersoortige reintegratievoorziening. Als het college echter concludeert dat het bereiken van een startkwalificatie te hoog gegrepen is, wordt samen met de alleenstaande ouder bekeken op welke wijze de kansen op de arbeidsmarkt vergroot kunnen worden. Lokaal gezien is het ROC Friesland College de aangewezen partner van het college om voor deze groep alleenstaande ouders passende voorzieningen te ontwikkelen. Hierbij zijn kwaliteit, flexibiliteit en financiering (vanuit het Participatiebudget en met name het onderdeel Volwasseneneducatie) de uitgangspunten.Wel een startkwalificatieAls een alleenstaande ouder wel een startkwalificatie heeft maar toch om een ontheffing van de arbeidsplicht heeft gevraagd, kan voor hem uit het brede spectrum van reintegratievoorzieningen worden geput. Voor deze groep heeft een scholingstraject alleen de voorkeur boven andersoortige re-integratietrajecten als de alleenstaande ouder het college verzoekt een opleiding op MBO- 3/4 niveau te mogen volgen. Het college dient dat verzoek te honoreren (mits dit naar het oordeel van het college de ‘krachten en bekwaamheden’ van de alleenstaande ouder niet te boven gaat).2.3 Maatwerk?Uit de achterliggende stukken bij het wetsvoorstel blijkt dat de wetgever aan het vervullen van de scholings- en re-integratieplicht een zwaarder gewicht toekent dan aan de wens van de alleenstaande ouder ten aanzien van de zorgplicht. Er wordt namelijk vanuit gegaan dat de combinatie scholing en zorg voor kinderen meer haalbaar is dan de combinatie werk en zorg. Scholing is beter in te passen in het gezinsritme dan werk. Dit uitgangspunt is een belangrijk kader voor de uitvoering van deze regelgeving. Hoewel de wetgever het van belang vindt dat individuele omstandigheden in acht worden genomen om zo eventueel de juiste faciliteiten aan te kunnen bieden ten behoeve van een optimale taakcombinatie (passende scholingstrajecten, kinderopvang) zegt de wetgever dus duidelijk niet dat de dagelijkse zorg voor de kinderen door de alleenstaande ouder voorop staat. Het is dus aan het college om algemene uitvoeringsrichtlijnen vast te stellen voor de invulling van de scholingsplicht. Hier wordt in hoofdstuk 3 van deze richtlijn in voorzien. Uitsluitend in individuele gevallen en bij bijzondere omstandigheden kan daarvan worden afgeweken (afstemmen van de voorziening, conform de richtlijn ‘Afstemming en ontheffing’). Hoewel ontheffing van de arbeidsplicht onherroepelijke oplegging van de scholingsplicht tot gevolg heeft, blijft bestaan dat om dringende, individuele redenen, een tijdelijke ontheffing kan worden verleend, bijvoorbeeld met het oog op de psychische of fysieke belastbaarheid van de alleenstaande ouder. Overigens is hier eveneens de richtlijn ‘Afstemming en ontheffing’ van toepassing.

Hoofdstuk 3 DE VOORZIENINGEN

3.1 Aard van de voorzieningenMet betrekking tot de aard van de in te zetten voorzieningen is het volgende van toepassing:

 

3.1.1  

De alleenstaande doet een verzoek tot ontheffing van de arbeidsplicht.

3.1.2

Het al dan niet aanwezig zijn van een startkwalificatie is een eerste afweging.

3.1.3

Het scholingstraject dient arbeidsmarktrelevant te zijn.

3.1.4

Een scholingstraject of opleiding duurt in beginsel maximaal twee jaar, maar dit criterium mag een traject naar een startkwalificatie niet in de weg mag staan.

3.1.5

Het ROC Friesland College (ROC FC) is een preferente partner op het gebied van scholingstrajecten voor alleenstaande ouders met kinderen tot vijf jaar. Het ROC FC voert al scholingstrajecten voor alleenstaande ouders uit voor onze gemeente. Dit sluit goed aan bij de bedoeling van de wet en richtlijn.

3.1.6

In samenwerking met het ROC FC worden (nadere) trajecten ontwikkeld waarmee adequaat invulling kan worden gegeven aan de scholings- en re-integratieverplichting (o.a. het vastleggen van EVC’s1) van alleenstaande ouders.

3.1.7

In aanvulling op, of indien nodig in plaats van samenwerking met het ROC FC kunnen overeenkomsten worden aangaan met andere scholingspartijen.

3.1.8

Het aan te bieden scholingstraject is qua omvang, duur en inhoud afgestemd op de situatie van alleenstaande ouders in het algemeen. Een individueel oordeel over de passendheid van het traject wordt daarmee zoveel mogelijk voorkomen.

3.1.9

De casemanager kan, ten aanzien van scholing, externe deskundigen raadplegen. Scholing kan worden aangevuld met, of opgevolgd worden door, een passende reintegratievoorziening. Stages of leerwerkplekken kunnen worden ingezet, maar ook de andere voorzieningen binnen het re-integratiebeleid en de re-integratieverordening.