Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening warenmarkten gemeente Stadskanaal |
Citeertitel | Verordening warenmarkten gemeente Stadskanaal |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Nadere regels warenmarkten Stadskanaal
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-06-2001 | nieuwe regeling | 25-06-2001 - | R 5856 |
De raad van de gemeente Stadskanaal;
overwegende, dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markten;
gelet op de artikelen 149 en 151 van de Gemeentewet; [ art. 151 Gemeentewet is vervallen per 7 maart 2002 ]
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 juni 2001, nr. R 5856;
gezien het advies van de commissie algemeen bestuur en middelen;
vast te stellen de volgende verordening: "Verordening warenmarkten gemeente Stadskanaal".
HOOFDSTUK 1 Inleidende bepalingen
HOOFDSTUK 2 Bepalingen over het aanvragen en verlenen van de vergunning
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Vergunning voor innemen standplaats
Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.
Artikel 2.2 Toewijzing standplaatsen
Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkersplaats.
Artikel 2.3 De vergunningaanvraag
Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.
Artikel 2.4 Intrekking vergunning
Indien een vaste plaats kan worden toegewezen, verleent het college een vergunning waarin in ieder geval is bepaald:
Artikel 2.6 Inschrijving op de anciënniteitslijst
Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen.
Artikel 2.7 Inschrijving op de wachtlijst
Artikel 2.8 Doorhalen van inschrijving op de wachtlijst
De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:
Artikel 2.9 Volgorde toewijzing vaste plaatsen
Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:
Artikel 2.10 Overschrijving vergunning
Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen, indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.
HOOFDSTUK 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 4.2 Intrekking vergunning en schorsing
Het college kan een vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:
niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.
Artikel 4.3 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker
Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, gelegen binnen een periode van twee jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:
niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.
Artikel 4.4 Onmiddellijke verwijdering
Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan de marktmeester, indien hij dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:
Artikel 4.8 Overgangsbepalingen
Vergunningen en ontheffingen – hoe ook genaamd – verleend krachtens de marktverordening vastgesteld op 31 augustus 1992 blijven – indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Voorschriften en beperkingen, opgelegd krachtens de marktverordening vastgesteld op 31 augustus 1992, blijven – indien en voorzover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de marktverordening, vastgesteld op 31 augustus 1992, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.