Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ooststellingwerf

Richtlijn Boeten Wet kinderopvang Ooststellingwerf 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOoststellingwerf
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRichtlijn Boeten Wet kinderopvang Ooststellingwerf 2005
CiteertitelRichtlijn Boeten Wet Kinderopvang Ooststellingwerf 2005
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet Kinderopvang, artikelen 16, 28 en 72

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-200518-02-2014nieuwe regeling

02-08-2005

Nieuwe Ooststellingwerver, 14-09-2005

B&W, 02-08-2005, no. 5-3

Tekst van de regeling

Intitulé

Richtlijn Boeten Wet kinderopvang Ooststellingwerf 2005

RICHTLIJN BOETEN WET KINDEROPVANG OOSTSTELLINGWERF 2005

Artikel 1 Begripsomschrijving

 

 

a. 

aanvrager:

ouder en /of partner;

b.

afdeling SoZaWe:

afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de gemeenteOoststellingwerf;

c.

benadelingsbedrag:

de ten onrechte of tot een te hoog verleend bedrag aan tegemoetkoming

d.

bijstandsnorm:

bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de Wet werk en bijstand(WWB), vermeerderd of verminderd met de door het college vastgestelde gemeentelijke verhoging of verlaging en inclusief vakantietoeslag;

e.

college:

het college van burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf;

f.

richtlijn:

Richtlijn Boeten Wet Kinderopvang Ooststellingwerf 2005;

g.

Wk:

Wet kinderopvang;

h.

VWK:

Verordening Wet kinderopvang Ooststellingwerf 2005, vastgesteld door de raad op 19 oktober 2004.

 

Artikel 2 Het opleggen van een boete

  • 1.

    Als de aanvrager de uit de Wk of de VWK voortvloeiende informatie en inlichtingenplicht niet of niet voldoende of niet tijdig nakomt, wordt overeenkomstig de richtlijn een boete opgelegd.

  • 2.

    De boete wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de aanvrager de gedraging kan worden verweten en de omstandigheden waarin hij verkeert.

Artikel 3 Berekeningsgrondslag

  • 1.

    De boete bedraagt een in deze richtlijn vastgesteld percentage van de op de aanvrager van toepassing zijnde bijstandsnorm.

  • 2.

    Als de aanvrager geen bijstandsuitkering (meer) ontvangt, wordt uitgegaan van de eventueel voor zijn (gezins) situatie geldende bijstandsnorm.

Artikel 4 Het besluit tot het opleggen van een boete

In het besluit tot het opleggen van een boete worden in ieder geval vermeld de:

  • 1.

    reden van / gronden voor de boete;

  • 2.

    wettelijke grondslag van de boete;

  • 3.

    hoogte van de boete;

  • 4.

    reden om eventueel af te wijken van de standaardboete;

  • 5.

    termijn(en) waarbinnen de boete betaald moet zijn;

  • 6.

    wijze van invordering en eventuele verhoging van de boete met rente en kosten bij wanbetaling en

  • 7.

    mogelijkheid van bezwaar.

Artikel 5 Afzien van het opleggen van een boete

  • 1.

    Van het opleggen van een boete wordt afgezien als:

    • a.

      elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt;

    • b.

      twee jaren zijn verlopen nadat de betreffende boetewaardige gedraging heeft plaatsgevonden en

    • c.

      er dringende redenen aanwezig worden geacht.

  • 2.

    De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gesteld als wordt afgezien van het opleggen van een boete.

Artikel 6 Niet tijdig verstrekken van gegevens

  • 1.

    Als de aanvrager de informatie en inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 28, eerste tot en met het vierde lid Wk en of artikel 16 VWK niet is nagekomen door informatie of inlichtingen die van belang zijn voor de verlening van een tegemoetkoming of de voortzetting daarvan niet binnen een daartoe gestelde termijn (hersteltermijn) heeft verstrekt, wordt een schriftelijke waarschuwing opgelegd.

  • 2.

    Als de aanvrager zich binnen een periode van twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een waarschuwing is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging als bedoeld in het eerste lid, wordt een boete opgelegd van 5% van de bijstandsnorm.

Artikel 7 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgen voor de tegemoetkoming

Als het niet of niet behoorlijk nakomen van de informatie en inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 28, eerste tot en met het vierde lid Wk en of artikel 16 VWK niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoge tegemoetkoming, bedraagt de boete 5% van de bijstandsnorm.

Artikel 8 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen met gevolgen voor de tegemoetkoming

  • 1.

    Als de aanvrager de informatie en inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 28, eerste tot en met het vierde lid Wk en of artikel 16 VWK niet of niet behoorlijk is nagekomen en dit heeft geleid tot de verstrekking van een ten onrechte of tot een te hoog bedrag aan tegemoetkoming, wordt de boeteafgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag.

  • 2.

    Als de schending van de informatie en inlichtingenplicht heeft geleid tot een benadelingsbedrag, wordt een boete vastgesteld en opgelegd, waarbij het volgende onderscheid wordt gemaakt:

     

    a.   

    tot

    € 500,--:

    5% van de bijstandsnorm;

    b.

    van

    € 500,-- tot € 1.000,--:

    10% van de bijstandsnorm;

    c.

    van

    € 1.000,-- tot € 2.000,--:

    20% van de bijstandsnorm;

    d.

    van

    € 2.000,-- tot € 3.000,--:

    40% van de bijstandsnorm;

    e.

    van

    € 3.000,-- tot € 4.000,--:

    60% van de bijstandsnorm;

    f.

    van

    € 4.000,-- tot € 5.000,--:

    80% van de bijstandsnorm;

    g.

    vanaf  

    € 5.000,--:

    100% van de bijstandsnorm.

  • 3.

    De boete bedraagt in alle gevallen nooit meer dan het bedrag als bedoeld in artikel 72, eerste lid, onder c van de Wk.

Artikel 9 Samenloop van boetewaardige gedragingen, recidive en volharding

  • 1.

    Als de aanvrager zich gelijktijdig schuldig maakt aan verschillende / meerdere boetewaardige gedragingen dan wordt voor het bepalen van de hoogte van de boete uitgegaan van een cumulatie van boeten.

  • 2.

    Het boetebedrag wordt verdubbeld tot maximaal 100% van de bijstandsnorm als de aanvrager zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een boete is opgelegd zich opnieuw schuldig maakt aan een boetewaardige gedraging. Met e en besluit waarmee een boete is opgelegd, wordt gelijkgesteld een besluit om daarvan af te zien als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder c van deze richtlijn.

  • 3.

    Als de aanvrager na recidive als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het recidivebesluit wederom schuldig maakt aan een boetewaardige gedraging wordt een boete opgelegd van 100% van de bijstandsnorm.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Als de toepassing van deze richtlijn leidt tot onbillijkheden van overwegende aard kan ten gunste van de aanvrager worden afgeweken van de bepalingen in deze richtlijn.

Artikel 11 Onvoorziene situaties

In situaties waarin deze richtlijn niet voorziet beslist het college.

Artikel 12 Dagelijkse uitvoering

  • 1.

    De dagelijkse uitvoering van deze richtlijn berust bij de afdeling SoZaWe.

  • 2.

    De beslissingsbevoegdheid en tekeningsbevoegdheid van beschikkingen en brieven in het kader van deze richtlijn zijn gemandateerd aan de afdelingsmanager SoZaWe.

  • 3.

    De afdelingsmanager SoZaWe is bevoegd zijn bevoegdheden in ondermandaat te verstrekken aan medewerkers van de afdeling SoZaWe.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze richtlijn treedt in werking op 1 september 2005.

  • 2.

    Boetewaardige gedragingen van de aanvrager in het kader van de Wk en VWK die zich voor 1 september 2005 hebben voorgedaan worden conform deze richtlijn afgehandeld.

Artikel 14 Citeertitel

Deze richtlijn kan worden aangehaald als: Richtlijn boeten kinderopvang 2005.

Vastgesteld in de vergadering van 2 augustus 2005.

, secretaris. , burgemeester.