Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Stadskanaal 2003 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Stadskanaal 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening is ingetrokken bij de vaststelling van de gemeentelijke Verordening voorzieningen gehandicapten 2006 (Vvg).
Wet voorzieningen gehandicapten, art. 2
Besluit financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen voorzieningen gehandicapten 2003
Verstrekkingenbesluit voorzieningen gehandicapten Stadskanaal 2003
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2004 | 01-03-2006 | nieuwe regeling | 29-09-2003 De Kanaalstreek, 08-10-2003 | R 6146 |
De raad van de gemeente Stadskanaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2003, nr. R 6146;
gelet op artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg), Stb. 1993, nr. 545 en gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, Stb. 1993, 610;
overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van voorzieningen aan gehandicapten bij verordening te regelen;
"Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Stadskanaal 2003".
HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
1. het bruto-inkomen uit of in verband met arbeid, inclusief de overhevelingstoeslag, van de gehandicapte, indien de gehandicapte 18 jaar of ouder is en geen echtgenoot heeft in de zin van artikel 1, leden 2 t/m 7 van de Wvg;
2. het gezamenlijk bruto-inkomen uit of in verband met arbeid, inclusief de overhevelingstoeslag, van de ouders of pleegouders van de gehandicapte, indien de gehandicapte jonger is dan 18 jaar en geen echtgenoot heeft in de zin van artikel 1, leden 2 t/m 7 van de Wvg;
3. het gezamenlijk bruto-inkomen uit of in verband met arbeid, inclusief de overhevelingstoeslag, van de gehandicapte en zijn echtgenoot, indien de gehandicapte een echtgenoot heeft in de zin van artikel 1, leden 2 t/m 7 van de Wvg;
de bijstandsnorm bedoeld in artikel 29, artikel 30, onderdelen a en b, na verhoging met het bedrag genoemd in artikel 33, tweede lid, artikel 30, onderdelen c en d en artikel 31 van de Algemene bijstandswet, omgerekend tot een bedrag per kalenderjaar en verhoogd met de in een kalenderjaar verschuldigde premie van een met de verplichte ziekenfondsverzekering overeenkomende ziektekostenverzekering, nadat deze premie is verminderd met een bedrag gelijk aan de nominale premie die in een kalenderjaar verschuldigd zou zijn bij verplichte ziekenfondsverzekering.
de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de gehandicapte zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens staat ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijk woonadres, indien de gehandicapte met een briefadres is ingeschreven.
bruikleen als bedoeld in boek 7A, Titel 13, Afdeling 1, artikel 1777 van het Burgerlijk Wetboek.
Geen voorziening wordt toegekend:
indien de voorziening voor een persoon als de aanvrager algemeen gebruikelijk is; welke voorzieningen als algemeen gebruikelijk worden aangemerkt is vermeld in artikel 3.11 van het Verstrekkingenbesluit;
Artikel 1.3 Financiële tegemoetkomingen
Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de financiële tegemoetkomingen voor woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen vast overeenkomstig het bepaalde in het "Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten".
HOOFDSTUK 2: Woonvoorzieningen
Artikel 2.2 Gereedmelding, vaststelling en uitbetaling financiële tegemoetkoming
Na de voltooiing van de werkzaamheden in het kader van een voorziening als bedoeld in artikel 2.1 onder b, maar uiterlijk binnen 15 maanden na het verlenen van de financiële tegemoetkoming, verklaart de woningeigenaar aan burgemeester en wethouders dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. Deze gereedmelding gaat vergezeld van een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder de financiële tegemoetkoming is verleend.
De tegemoetkoming in de kosten genoemd in artikel 2.1 onder b, d, f en g wordt uitbetaald aan de eigenaar van de woonruimte of aan een door de eigenaar aangewezen derde. Degene aan wie de financiële tegemoetkoming in de kosten genoemd in artikel 2.1 onder b wordt uitbetaald, dient gedurende een periode van vijf jaar alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar te houden.
Artikel 2.3 Woon- en verblijfsruimten waarvoor geen woonvoorziening wordt verstrekt
De bepalingen van hoofdstuk 2 zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, bejaardenoorden, vakantiewoningen, tweede woningen, kamerverhuur en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij (nieuw)bouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.
§ 2. Het recht op een woonvoorziening
Artikel 2.4 Het primaat van de verhuizing
Een woonvoorziening als bedoeld bij artikel 2.1 aanhef en onder b wordt niet toegekend, indien de te verwachten kosten van de woningaanpassing meer bedragen dan € 4.538,00 en een voorziening als bedoeld in artikel 2.1 aanhef onder a redelijkerwijs is te realiseren, onverlet het bepaalde in artikel 8.1 van deze verordening.
§ 3. Voorwaarden bij verlening van woonvoorzieningen
Artikel 2.6 Vaststellen van de financiële tegemoetkoming
Indien burgemeester en wethouders instemmen met het verzoek tot vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming, stellen zij deze tegemoetkoming vast overeenkomstig het in het "Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten" bepaalde.
Artikel 2.7 Frequentie van woningaanpassingen
Burgemeester en wethouders verlenen een financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1 onder a, b en c maximaal éénmaal in de zeven jaar, indien de noodzaak van het treffen van deze woonvoorziening het gevolg is van een verhuizing waar op grond van ergonomische beperkingen geen aanleiding toe bestond.
§ 4. Beperking in de verlening van woonvoorzieningen
Artikel 2.9 Het verwerven van grond
Voorzover het treffen van voorzieningen, als bedoeld in artikel 2.1 onder b, betreft het uitbreiden van bestaande woningen, dan wel het groter bouwen van een nieuw te bouwen woning dan zonder de voorzieningen nodig zou zijn, kunnen burgemeester en wethouders een bijdrage verlenen voor de extra te verwerven grond die ten hoogste overeenkomt met de bijdrage voor het aantal vierkante meters per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning, zoals aangegeven in bijlage I van deze verordening.
Artikel 2.10 Woningaanpassingen van gemeenschappelijke ruimten
Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming verlenen voor het treffen van bepaalde voorzieningen in een gemeenschappelijke ruimte, indien zonder deze woningaanpassing de woonruimte voor de gehandicapte ontoegankelijk blijft.
§ 5. Aanpassingen van woonwagens, woonschepen en binnenschepen
Artikel 2.11 Aanpassen woonwagens
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten aan woonwagens indien:
Artikel 2.12 Aanpassen woonschepen
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonschip indien:
Artikel 2.13 Levensduur woonwagens en woonschepen
Indien de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip ten tijde van indiening van de aanvraag minder dan vijf jaar is of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt of het woonschip niet ten minste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, bedragen de maximale aanpassingskosten € 1.000,00.
Artikel 2.14 Aanpassen binnenschepen
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een binnenschip, indien de aanpassing betrekking heeft op het voor de schipper, de bemanning en hun gezinsleden bestemde gedeelte van het verblijf als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel V, van het Binnenschepenbesluit (Stb. 1987, 466), van een binnenschip, dat:
in het register, bedoeld in artikel 783 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek als zodanig te boek is gesteld op de wijze omschreven in de maatregel te boek gestelde schepen 1992 en
§ 7. Facultatieve woonvoorzieningen
Artikel 2.16 Kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie (zoals aangegeven in bijlage II van deze verordening) als bedoeld in artikel 2.1 onder d, indien:
Artikel 2.17 Kosten in verband met tijdelijke huisvesting
Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting verlenen die door de gehandicapte moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van:
de financiële tegemoetkoming als bedoeld onder a en b wordt verleend uitsluitend voor de periode, dat de aan te passen woonruimte ten gevolge van het realiseren van de woningaanpassing niet bewoond kan worden en de gehandicapte als gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan, met een maximum van zes maanden.
Artikel 2.18 Kosten in verband met huurderving
In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 6.800,00 is aangepast, kunnen burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal zes maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt.
Artikel 2.19 Anti-speculatiebeding
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een voorziening heeft ontvangen en die binnen een periode van vijf jaar na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden om binnen een week na het passeren van de akte burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De meerwaarde die door het treffen van de voorziening is ontstaan, dient eventueel gedeeltelijk aan de gemeente te worden teruggestort.
HOOFDSTUK 3: Vervoersvoorzieningen
Artikel 3.1 Algemene omschrijving
De door burgemeester en wethouders te verstrekken vervoersvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 3.2 Het recht op een vervoersvoorziening
Indien het inkomen, zoals bedoeld onder artikel 1.1 onder b, hoger is dan 1½ keer het norminkomen, wordt geen financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 3.1 onder c, sub 2 t/m 4, dan wel een vervoersvoorziening in natura als bedoeld in artikel 3.1 onder b, sub 1 verstrekt.
Het zoneringsgebied als bedoeld onder a van dit artikellid bedraagt voor de Wvg-pashouder 6 (zes) Ov-zones. Buiten het vastgestelde vervoergebied is Winschoten (centrum/ziekenhuis) als puntbestemming tegen hetzelfde tarief bereikbaar. Andere puntbestemmingen zijn niet aangewezen, zolang het rijk de bovenregionale voorziening Traxx handhaaft.
De nadere uitwerking van deze tarieven vindt plaats in het "Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten".
Artikel 4.1 Algemene omschrijving
De door burgemeester en wethouders te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 4.2 Het recht op een rolstoel
Een gehandicapte kan voor een rolstoel in aanmerking worden gebracht, wanneer de aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten een onvoldoende oplossing bieden.
HOOFDSTUK 5: Eigen bijdragen, financiële tegemoetkomingen en forfaitaire, dan wel gemaximeerde vergoedingen
Artikel 5.1 Financiële tegemoetkoming woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen
Het college van burgemeester en wethouders stelt de hoogte van financiële tegemoetkomingen voor woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen vast en neemt dit op in het Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten.
Het college van burgemeester en wethouders stelt de hoogte van de eigen bijdragen van voorzieningen in natura vast en neemt dit op in het Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten
HOOFDSTUK 6: Het verkrijgen van een voorziening
Een aanvraag voor een voorziening dient te worden ingediend bij het Centraal Meldpunt Zorg Zuid-Groningen door middel van een door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld formulier.
Artikel 6.2 Gronden voor weigering
Burgemeester en wethouders kunnen de gevraagde voorzieningen in ieder geval weigeren:
indien een middel als waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze verordening is vergoed of verstrekt en de normale afschrijvingsduur voor dat middel nog niet is verstreken, tenzij het eerder vergoede of verstrekte middel geheel of gedeeltelijk verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.
HOOFDSTUK 7: Verplichtingen en bevoegdheden van rechthebbende en het college van burgemeester en wethouders
Artikel 7.2 Wijzigingen in de situatie
Degene aan wie op grond van deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan burgemeester en wethouders mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 7.3 Intrekking van een besluit tot verlening van een voorziening
Indien burgemeester en wethouders besluiten tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een op grond van deze verordening genomen beschikking, is degene aan wie een voorziening in natura en/of een financiële of gemaximeerde vergoeding is verstrekt verplicht tot terugbetaling van het uitbetaalde bedrag, dan wel tot restitutie van de verstrekte voorziening dan wel vergoeding van de waarde van de verstrekte voorziening, indien herstel in de oorspronkelijke staat niet mogelijk is, dan wel niet verwacht mag worden.
Artikel 8.1 Afwijken van bepalingen/hardheidsclausule
Indien een bouwkundige woningaanpassing het bedrag van € 45.378,00 te boven gaat, het orgaan bedoeld in artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten de noodzaak van deze aanpassing heeft vastgesteld en weigering van deze voorziening gelet op het belang dat de wet beoogt te beschermen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders, ondanks het gestelde in artikel 1.1 onder j, besluiten tot verstrekking van deze voorziening.
Artikel 8.2 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Artikel 8.4 Periodieke evaluatie gemeentelijk beleid en bijstelling verordening
Het door de gemeente gevoerde beleid wordt eenmaal per jaar geëvalueerd aan de hand van de benchmark Wvg en een verslag; indien deze evaluatie daar aanleiding toe geeft, wordt de verordening aangepast.
Burgemeester en wethouders zenden hiertoe binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de verordening en vervolgens telkens na een jaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen ter uitvoering van deze verordening, gehoord de Stichting Gehandicapten Platform Stadskanaal (GPS).
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Stadskanaal op 29 september 2003.
De raad
de griffier, de voorzitter,
Aantal m² waarvoor een financiële tegemoetkoming kan worden gegeven ingevolge artikel 2.9 (het verwerven van grond).
Ingevolge artikel 2.9 is het mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek, indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal vierkante meters dat voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt is per vertrek gemaximaliseerd (zie onderstaande tabel).
Aantal vierkante meters waarvoor ten hoogste een financiële tegemoetkoming kan worden verleend, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning.
Het aantal vierkante meters verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt, bedraagt 20 m².
Maximale vergoeding van kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie als bedoeld in artikel 2.16
Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van de in de tabel genoemde bedragen) van keuring, onderhoud en reparatie aan de hieronder genoemde onderdelen komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming.
De maximale vergoeding van kosten voor onderhoud en keuring van diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen bedraagt (per 1 januari 2003):
* Balansliften worden niet meer nieuw gemaakt. Beginkeuringen zullen daarom nauwelijks nog voorkomen. Bestaande balansliften kunnen nog wel gewoon gekeurd en onderhouden worden. Het Lifteninstituut berekent de kosten voor periodieke keuring van balansliften op grond van een uurtarief van € 79,00.
In de bovengenoemde bedragen zijn opgenomen de kosten voor de keuring door het Lifteninstituut (voorrijkosten + keuringstarieven), vermenigvuldigd met een factor 2 (er komen twee personen), vanwege de noodzakelijke assistentie door de onderhoudsfirma.
Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven: