Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ooststellingwerf

Handhavingsverordening Wet Werk en Bijstand 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOoststellingwerf
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhavingsverordening Wet Werk en Bijstand 2006
CiteertitelHandhavingsverordening WWB 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2004.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet Werk en Bijstand, artikel 8a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-200601-10-2009nieuwe regeling

01-03-2006

Nieuwe Ooststellingwerver 15-03-2006

Raad 01-03-2006, no. 2

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsverordening Wet Werk en Bijstand 2006

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;nr. A.2gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf van 7 februari 2006;gelet op het bepaalde in artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB);overwegende dat, de raad verplicht is om in het kader van financieel beheer regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB en aanverwante regelingen;b e s l u i t :vast te stellen deHANDHAVINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2006 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen, die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: WWB en aanverwante regelingen;

    • b.

      Abw: de Algemene bijstandswet;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf;

    • d.

      inlichtingenplicht: de verplichtingen genoemd in artikel 17, eerste, tweede en vierde lid van de wet en in artikel 28, tweede lid en artikel 29, eerste lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI);

    • e.

      benadelingsbedrag: de ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende bijstand, of de kosten van bijstand als gevolg van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid, waardoor de belanghebbende eerder of langer een beroep op bijstand doet;

    • f.

      terugvordering: terugvordering zoals bedoeld in de artikelen 58, 59 en 60 van de wet;

    • g.

      verhaal: verhaal zoals bedoeld in de artikelen 56, 61 en 62 van de wet en de artikelen 92 tot en met 105 en 141 van de Abw;

    • h.

      maatregelenverordening: verordening, gebaseerd op artikel 8, eerste lid onder b van de wet.

Artikel 2 Voorlichting en communicatie

Het college stelt een beleidsplan Handhaving vast, waarin onder meer aandacht wordt besteed aan het voorkomen van fraude:

  • a.

    door het zo wel mondeling als schriftelijk vroegtijdig informeren van de (potentieel) uitkeringsgerechtigden over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand zijn verbonden;

  • b.

    door voorlichting te verstrekken over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand.

Artikel 3 Controle bij aanvraag, tijdens en na beëindiging van de bijstandsperiode

  • 1.

    Het college voert zo wel bij de aanvraagprocedure als periodiek bestandsvergelijkingen waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd op juistheid en echtheid. Op grond hiervan kan de bijstand na verificatie aan veranderende omstandigheden worden aangepast.

  • 2.

    Het college beschrijft welke controlesystematieken (signaal- en / of risicosturing) worden ingezet om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren, alsmede binnen welke termijnen die plaatsvinden.

  • 3.

    Op basis van deze systematiek neemt het college besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de (verstrekte) uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

Hoofdstuk 3 Terugvordering, verhaal en gevolgen van fraude

Artikel 4 Verlaging van de uitkering bij constatering van fraude

Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, verlaagt het college de bijstand conform hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelenverordening WWB, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de ten onrechte ontvangen bijstand.

Artikel 5 Terugvordering

  • 1.

    Voor zover de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht wordt tot terugvordering overgegaan ingevolge de artikelen 58, 59 en 60 van de wet en conform de door het college vast te stellen beleidsregels in een ‘Richtlijn terugvordering’.

  • 2.

    Bij benadelingsbedragen hoger dan de aangiftegrens genoemd in de ‘Richtlijn sociale zekerheidsfraude’ vindt terugvordering plaats zoals genoemd in het vorige lid, met dien verstande dat tevens aangifte wordt gedaan bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 6 Verhaal

Het college verhaalt de kosten van bijstand, boven een nader door het college vast te stellen bedrag, ingevolge de artikelen 56, 61 en 62 van de wet en de artikelen 92 tot en met 105 en 141 van de Abw en nader vast te stellen beleidsregels.

Hoofdstuk 4 Verantwoording college

Artikel 7 Rapportage

Het college biedt de raad jaarlijks een verantwoordingsverslag WWB aan, waarvan de resultaten van het handhavingsbeleid, maatregelenbeleid, terugvordering en verhaal integraal onderdeel zijn.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 8 Uitvoering, nadere beleidsregels en onvoorziene situaties

  • 1.

    De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

  • 2.

    Het college kan ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels stellen.

  • 3.

    In situaties waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Handhavingsverordening WWB 2006’.

Artikel 11 De inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2006.

  • 2.

    De verordening ‘Handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2004’, vastgesteld op 21 september 2004, wordt ingetrokken per 1 april 2006. 

Besloten in de openbare vergadering van 1 maart 2006.              , griffier.                         , voorzitter. 

Toelichting 1  

Ingevolge artikel 8a Wet werk en bijstand (WWB) is de gemeente verplicht in het kader van het financiële beheer regels vast te stellen ter bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. In de WWB is de verplichting tot handhaving van regels, zoals die golden in de Algemene bijstandswet (Abw), omgezet in een ‘kan bepaling’ (onder andere het vervallen van de Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften, Rau). Hiermee heeft de gemeente de bevoegdheid gekregen om haar eigen regels te bepalen omtrent handhaving. De raad stelt op hoofdlijnen het beleid rond handhaving vast door middel van de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2006 en geeft daarmee tevens de gelegenheid om nadere invulling te geven aan de verordening in de vorm van beleidsregels. Veegnotitie In 2004 zijn alle verordeningen in het kader van de WWB en de Wet kinderopvang (Wk) vastgesteld. In 2006 zijn de verordeningen geactualiseerd, gestandaardiseerd en waar nodig juridisch aangepast. De toelichtingen op de verordeningen zijn overeenkomstig aangepast. Voor een inhoudelijke motivatie wordt verwezen naar de ‘Notitie tot wijziging van de verordening in het kader van de WWB, WIN en Wk’, die door de raad is vastgesteld op 1 maart 2006. De gewijzigde verordeningen zijn op 1 april 2006 in werking getreden.HOOFDSTUKSGEWIJZE TOELICHTINGHoofdstuk 1. Algemene bepalingenIn hoofdstuk 1 worden de in deze verordening gehanteerde begrippen verklaard. Het begrip benadelingsbedrag is in overeenstemming met het begrip benadelingsbedrag in de Maatregelenverordening.Hoofdstuk 2. Fraudepreventie en controleHoofdstuk 2 gaat over fraudepreventie en controle. Ingevolge de methodiek van Hoogwaardige Handhaving is sprake van een accentverschuiving in de toepassing van de controle instrumenten die de gemeente ter beschikking staan. In plaats van een intensieve controle aan het eind van het traject (dus als de schade al is aangericht) richt deze zich steeds meer op de voorkant van het proces; het moment dat om bijstand wordt verzocht. Voorlichting, een heldere uiteenzetting van de rechten en plichten aan de potentiële klant, waar mogelijk een passend aanbod voor werk en een goede controle op de aanvraag voorkomt dat klanten ten onrechte bijstand ontvangen (acties: intensiveren van de poortwachtersfunctie en toepassen nieuwe methodieken om de instroom van nieuwe klanten te beperken). Met deze werkwijze wordt een positieve bijdrage geleverd aan het financieel beheer van het Inkomensbudget van de WWB. In het beleidsplan Handhaving wordt kenbaar gemaakt op welke wijze de afdeling invulling geeft aan de controle vóór, tijdens en bij beëindiging van de bijstand. Het Beleidsplan Handhaving bestaat uit de stukken die door de afdeling SoZaWe zijn geproduceerd in het kader van Hoogwaardig Handhaven.Hoofdstuk 3. Terugvordering, verhaal en gevolgen van fraudeHoofdstuk 3 regelt onder andere dat de gemeente de ten onrechte verstrekte bijstand terugvordert. Eén en ander conform de gemeentelijke ‘Richtlijn terug- en invordering WWB 2006’ (gebaseerd op de artikelen 58, 59 en 60 WWB). Een actief terugvorderingbeleid in combinatie met de op te leggen maatregel geeft de boodschap af dat misbruik en / of oneigenlijk gebruik niet getolereerd worden.De afstemming van de bijstand - de verlaging van de uitkering gedurende een bepaalde periode - is geregeld in de Maatregelen-verordening WWB 2006. Met een actief terugvorderings- en invorderingsbeleid wordt voorts beoogd sturing te geven aan een verantwoorde besteding van het Inkomensdeel van de WWB. Naast het gemeentelijk beleid zullen in het kader van terugvordering andere wettelijke regelingen leidend zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan verjaringstermijnen voortvloeiend uit het Burgerlijk Wetboek (BW) en de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) en de Richtlijn sociale zekerheidsfraude. In laatst genoemde richtlijn wordt bepaald dat naast het gemeentelijke traject (herziening van het recht op bijstand en terugvordering) ook aangifte moet worden gedaan bij het Openbaar Ministerie (OM).Hoofdstuk 4. Verantwoording collegeHoofdstuk 4 verhaalt over de wijze waarop de raad wordt geïnformeerd over het onderwerp handhaving. In het jaarlijkse verantwoordingsverslag WWB (het verslag over de uitvoering, VODU) wordt de raad geïnformeerd over de resultaten en opbrengsten van handhaving, maatregelenbeleid, terugvordering en verhaal.Hoofdstuk 5. SlotbepalingenDe slotbepalingen opgenomen in hoofdstuk 5 spreken voor zich.