Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | EILANDSVERORDENING van de 23 dec. 1975 nopens de heffing van retributies en rechten |
Citeertitel | Algemene Retributieverordening Bonaire |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Bonaire (AB 2010, no. 20) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
Eilandsverordening van 8 oktober 2010, no. 1 tot vaststelling van eilandsverordeningen voor het openbaar lichaam Bonaire
Besluit tarieven precario-rechten en retributies
Besluit heffing en inning precariorechten en retributies
Besluit legesinning
Besluit legestarieven
Besluit "Wega di Number"
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | 01-01-2011 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 20 | onbekend | |
24-12-1975 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 23-12-1975 A.B. 1975, no. 34 | onbekend |
Ontheffing van de betaling van een retributie of recht als bedoeld in artikel 1 welke wordt geheven naar de toestand op een bepaalde peildatum kan door of vanwege het Bestuurscollege worden verleend op grond van na de vaststelling van het verschuldigde optredende of gebleken wijzigingen in de aan die vaststelling ten grondslag liggende feiten en omstandigheden, over de ten tijde van de indiening van het desbetreffende verzoekschrift nog niet ingetreden kwartalen van het heffingsjaar.
Restitutie van een reeds betaalde retributie of een reeds betaald recht kan op verzoek van de belanghebbende of ambtshalve, door of vanwege het Bestuurscollege worden verleend indien de aan de heffing ten grondslag liggende handeling geen doorgang vindt.
Restitutie wordt ambtshalve verleend op grond van een besluit tot ontheffing of vermindering als bedoeld in het tweede en derde lid van dit artikel.
Indien blijkt dat een retributie of een recht ten onrechte niet of tot een te laag bedrag werd geheven,wordt het niet of te weinig gehevene nagevorderd, zolang niet sedert de datum waarop de retributie of het recht krachtens de bepalingen van de desbetreffende verordening of het desbetreffende eilandsbesluit houdende algemene maatregelen verschuldigd werd, drie jaren zijn verstreken.
De na te vorderen bedragen worden met het viervoud daarvan verhoogd indien de bij sub a bedoelde omstandigheid te wijten is aan het niet of niet volledig voldoen aan een of meer der bij deze of de desbetreffende verordening of het desbetreffende eilandsbesluit houdende algemene maatregelen opgelegde verplichtingen, tenzij het Bestuurscollege van oordeel is dat op grond van dwaling, verschoonbaar verzuim of niet aan de betrokkene te wijten oorzaken - beweerde onbekendheid met de desbetreffende bepalingen daaronder niet begrepen - redenen aanwezig zijn om de verhoging niet of slechts gedeeltelijk toe te passen.
Het niet, onjuist of onvolledig doen van een aangifte of opgave, vereist ingevolge een in artikel 1 bedoelde eilandsverordening of eilandsbesluit houdende algemene maatregelen met het oogmerk om de retributie of het recht geheel of gedeeltelijk te ontduiken, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.
Indien ten tijde van het plegen van een in de voorgaande leden van dit artikel bedoeld feit nog geen jaar is verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, of vrijwillig voldaan is aan de voorwaarde, door de bevoegde ambtenaar van het openbaar ministerie krachtens artikel 16 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen gesteld, kan het dubbele van de in de vorige leden bedoelde straffen worden opgelegd, alsmede openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak worden bevolen.