Organisatie | Geertruidenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Witgoedregeling |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit Gewijzigde Witgoedregeling |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Met de inwerkingtreding van de Wet werk en bijstand op 1-1-2004 werd de toenmalige witgoedregeling ingetrokken. Thans is dergelijk maatwerk in de uitvoering van bijzondere bijstand weer mogelijk.
Wet werk en bijstand, art. 35, lid 1 en 2
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2008 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling. | 18-03-2008 De Langstraat, 27 maart 2008 | 18-03-2008, nr. 9 |
Uitvoeringsbesluit Gewijzigde Witgoedregeling gemeente Geertruidenberg
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;
gelezen het daartoe strekkende voorstel behandeld in haar vergadering van 18-03-2008.;
vast te stellen: " Gewijzigde Witgoedregeling van de gemeente Geertruidenberg".
De cliënt wordt geacht voor de kosten van de vaste lasten te reserveren, waarbij wordt uitgegaan van de reserveringscapaciteit zoals deze geldt in de Wwb, zijnde 6% van de basisnorm
Artikel 6 Onmogelijkheid tot reserveren
Blijkt reservering als bedoeld in artikel 4 niet mogelijk, dan is de eerst volgende mogelijkheid een rentedragende lening bij de stadsbank voor aanschaf of vervanging duurzame gebruiksgoederen een voorliggende voorziening (voor kleine consumptieve kredieten), evenals een gespreide betaling achteraf.
Personen of gezinnen die in de periode van 1 mei 2005 tot 1 mei 2008 ingevolge de witgoedregeling bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen toegekend hebben gekregen en het maximale bedrag van € 750,00 nog niet of niet volledig hebben aangewend, houden hierop recht volgens de toen geldende beleidsregels
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Geertruidenberg,
de secretaris, de burgemeester,mr. J.H. Willems M.J.A. Meijer
Toelichting 1 Algemene toelichting
Het is immers goed wel mogelijk om maatwerkondersteuning vorm te geven binnen de juridische kaders die de WWB stelt aan de verlening van individuele bijzondere bijstand en waarbij gebruik wordt gemaakt van groepskenmerken.
Op 21 februari 2008 heeft de Cliëntenraad Sociale Zaken zich uit kunnen spreken over het ambtelijk voorstel tot wijziging van de beleidsregels bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen, beter bekend als de 'witgoedregeling'.
De leden van de Cliëntenraad vonden maatwerk in de uitvoering van bijzondere bijstand een goed streven en zijn zich ervan bewust dat de gemeente, behoudens voor de wettelijk toegestane uitzonderingen c.q. doelgroepen, geen categoriaal bijstandsbeleid mag voeren. Een rechtmatige uitvoering van de Wet werk en bijstand als pijler van het verbetertraject op Sociale Zaken werd dan ook volledig onderschreven.
Wel voorzagen de leden problemen wanneer mensen met een laag inkomen worden geconfron-teerd met een zekere reserveringscapaciteit die, ook bij een inkomen op bijstandsniveau, aanwezig wordt geacht en ze in de regel een lening moeten afsluiten, in eerste instantie bij de Stadsbank Midden-Nederland en in tweede instantie bij de gemeente, willen zij een vergoeding c.q tegemoetkoming krijgen in de aanschaf of vervanging van een of meerdere duurzame gebruiksgoederen.
De leden van de Cliëntenraad pleitten daarom voor het niet beoordelen van voorafgaande reserveringscapaciteit en wensten verder niet dat mensen een (al dan niet commerciële) lening aan zouden moeten gaan voor aan te schaffen of te vervangen duurzame gebruiksgoederen. In hun ogen is dat eerder een straf voor met name mensen die (weer) een schone lei hebben dan dat de gemeente mensen met een laag inkomen middels maatwerk ondersteunt in de kosten van hun bestaan te voorzien.
De leden van de Cliëntenraad stonden overigens wel open om een lagere vermogensgrens toe te passen dan die, in geval van algemene bijstand, wettelijk voorgeschreven is in artikel 34 Wet werk en bijstand. Van mensen met een laag inkomen maar met meer vermogen dan een, door de gemeente in haar beleid te bepalen, lagere vermogensgrens mag men verwachten dat die het meerdere eigen vermogen (vaak juist verkregen c.q .gespaard met als doel de aanschaf of vervanging van gebuiksgoederen te kunnen betalen) ten volle aanspreken om duurzame gebruiksgoederen aan te schaffen of te vervangen.
Alles overwegende en de Cliёntenraad gehoord hebbende hanteert het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg de thans voorliggende Gewijzigde Witgoedregeling.
Artikel 2 Verstrekking individuele bijstand
Individuele bijzondere bijstand is in de Wwb geregeld in artikel 35, eerste en tweede lid: “Voor de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan, die niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit niet meer bedraagt dan de bijstandsnorm”.
Als het verstrekken van een lening voor betrokkene een te zware belasting is, kan bijzondere bijstand om niet verstrekt worden.
Van de aanvrager mag wel verwacht worden dat hij voor uitgaven (bijvoorbeeld vervanging van duurzame gebruiksgoederen, vervanging inboedel) reserveert.
Artikel 35 bepaalt dat de alleenstaande of het gezin (heeft) recht op bijzondere bijstand voor zover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, waarbij artikel 31, tweede lid, en artikel 34, tweede lid, niet van toepassing zijn. Het college bepaalt het begin en de duur van de periode waarover het vermogen en het inkomen in aanmerking wordt genomen.
Het college kan bijzondere bijstand weigeren indien de in het eerste lid bedoelde kosten binnen twaalf maanden een bedrag van €|115,00 niet te boven gaan.
Geen recht op bijzondere bijstand bestaat voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening (artikel 15 lid 1 Wwb).
In geval van de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen/inrichtingskosten, is het afsluiten van een lening bij een commerciële bank of stadsbank een voorliggende voorziening, evenals een gespreide betaling achteraf.
Mocht dit om een bijzondere reden niet lukken, zal beoordeeld worden of bijstand in de vorm van een geldlening kan worden verstrekt. Aan de bijstand wordt een bestedingsverplichting verbonden en de verplichting om betalingsbewijzen te overleggen. Zo mogelijk wordt de bijzondere bijstand geheel of gedeeltelijk direct betaald aan de leverancier van de goederen, dit om te voorkomen dat de bijstand aan andere zaken wordt besteed.
Ingevolge artikel 15, eerste lid, van de Wwb bestaat geen recht op bijstand voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht toereikend en passend te zijn. Het recht op bijstand
Het is goed wel mogelijk om maatwerkondersteuning vorm te geven binnen de juridische kaders die de WWB stelt aan de verlening van individuele bijzondere bijstand en waarbij gebruik wordt gemaakt van groepskenmerken.
De achterliggende gedachte is dat de bijstandsuitkering, eventueel aangevuld met de langdurigheidstoeslag, in principe voldoende wordt geacht om te kunnen voorzien in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan, inclusief de reservering voor vervanging van noodzakelijke gebruiksgoederen
Personen die op een minimuminkomen (ten hoogste 120% van de bijstandsnorm, inclusief toeslagen en verlagingen) zijn aangewezen en die in die een zelfstandige huishouding voeren.
Het betreft nadrukkelijk: “Voor de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan, die niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit niet meer bedraagt dan de bijstandsnorm”.
Artikel 5 Bijzondere omstandigheden
Individuele bijzondere bijstand is in de Wwb geregeld in artikel 35, eerste en tweede lid: “Voor de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan, die niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit niet meer bedraagt dan de bijstandsnorm”.
Als het verstrekken van een lening voor betrokkene een te zware belasting is, kan bijzondere bijstand om niet verstrekt worden.
Van de aanvrager mag wel verwacht worden dat hij voor uitgaven (bijvoorbeeld vervanging van duurzame gebruiksgoederen, vervanging inboedel) reserveert.
Artikel 6 Onmogelijkheid tot reserveren
Artikel 7 Bestedingsverplichting
Gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om een lagere vermogensgrens toe te passen dan die, in geval van algemene bijstand, wettelijk voorgeschreven is in artikel 34 Wet werk en bijstand. Van mensen met een laag inkomen maar met meer vermogen dan een, door de gemeente in haar beleid te bepalen, lagere vermogensgrens mag men verwachten dat die het meerdere eigen vermogen (vaak juist verkregen c.q .gespaard met als doel de aanschaf of vervanging van gebuiksgoederen te kunnen betalen) ten volle aanspreken om duurzame gebruiksgoederen aan te schaffen of te vervangen.