Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadskanaal

Verordening op de speelautomatenhal Stadskanaal 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStadskanaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de speelautomatenhal Stadskanaal 2005
CiteertitelVerordening op de speelautomatenhal Stadskanaal 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de kansspelen, art. 30c 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-06-200616-07-2009nieuwe regeling

27-06-2005

De Kanaalstreek, 14-06-2006

R 6331

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de speelautomatenhal Stadskanaal 2005

De raad van de gemeente Stadskanaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 juni 2005, nr. R 6331;

gelet op de Wet op de Kansspelen, het Speelautomatenbesluit en de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de navolgende Verordening op de speelautomatenhal Stadskanaal 2005.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet :

  • de Wet op de Kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit :

  • het bij Koninklijk Besluit van 23 mei 2000, Staatsblad 223 vastgestelde Speelautomatenbesluit 2000;

  • c.

    speelautomaat :

  • een toestel, als omschreven in artikel 30, onder a van de wet;

  • d.

    behendigheidsautomaat :

  • een speelautomaat, als bedoeld in artikel 30, onder b van de wet;

  • e.

    kansspelautomaat :

  • een speelautomaat, als bedoeld in artikel 30, onder c van de wet;

  • f.

    speelautomatenhal :

  • een inrichting, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c van de wet;

  • g.

    ondernemer :

  • de natuurlijke of rechtspersoon, die de speelautomatenhal exploiteert;

  • h.

    beheerder :

  • degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

  • i.

    bedrijfsleider :

  • de vergunninghouder, alsmede degene die belast is met de algemene leiding in de speelautomatenhal.

Artikel 2 Verbodsbepalingen

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2.

    Het is verboden een speelautomatenhal voor het publiek geopend te hebben, zonder dat ten minste één van de op de vergunning vermelde personen in de speelautomatenhal aanwezig is.

  • 3.

    Het is de vergunninghouder verboden personen toegang tot de speelautomatenhal te verlenen, die de leeftijd van 21 jaren nog niet hebben bereikt. Dit verbod is niet van toepassing ten aanzien van van de speelautomatenhal deel uitmakende afgescheiden ruimten, waar uitsluitend behendigheidsautomaten staan opgesteld en die men uitsluitend kan betreden of verlaten zonder de overige ruimten van de speelautomatenhal te betreden.

  • 4.

    Het is de vergunninghouder verboden personen beneden de leeftijd van 21 jaren een kansspelautomaat te laten bespelen.

Artikel 3 Vergunning

  • 1.

    De burgemeester kan voor maximaal één speelautomatenhal een vergunning verlenen.

  • 2.

    In een speelautomatenhal mogen maximaal 80 kansspelautomaten, met maximaal 120 spelersplaatsen en 200 behendigheidsautomaten aanwezig zijn.

  • 3.

    De vergunning voor een speelautomatenhal is, behoudens het bepaalde in artikel 7, niet overdraagbaar.

  • 4.

    Een vergunning voor een speelautomatenhal kan uitsluitend worden verleend voor een speelautomatenhal, gevestigd in het gebied, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.

Artikel 4 Vergunningaanvraag

  • 1.

    Een vergunning dient te worden aangevraagd onder overlegging van de volgende gegevens:

    • a.

      een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een opstellingsplan (plattegrond), waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

    • b.

      een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

    • c.

      een verklaring of bewijsstuk, waaruit blijkt dat hij gerechtigd is of zal zijn over de ruimte te beschikken;

    • d.

      een ondernemingsplan, met inbegrip van stukken, waaruit blijkt welk bedrag met de totale investering is gemoeid en een bewijs dat dit met voldoende zekerheden is afgedekt met een financiering, dan wel uit eigen middelen kan worden gefinancierd;

    • e.

      bescheiden, waaruit blijkt dat wordt voldaan aan het bepaalde in de artikelen 4 en 5 van het Speelautomatenbesluit 2000;

    • f.

      een verklaring omtrent het gedrag en een fotokopie van een geldig legitimatiebewijs van:

      • -

        de ondernemer, dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de bij te voegen statuten vertegenwoordigt (vertegenwoordigen);

      • -

        de beheerder(s);

      • -

        de bedrijfsleider(s);

    • g.

      een bewijs, waaruit blijkt dat de ondernemer voornemens is in de eerste periode van twaalf maanden van de exploitatie van de speelautomatenhal een KEMA-keur-certificaat te verkrijgen.

  • 2.

    In het ondernemingsplan als bedoeld in het eerste lid, onder d dient ook te zijn vermeld hoe de ondernemer gokverslaving zal voorkomen en zal bestrijden.

  • 3.

    De burgemeester kan ten aanzien van de aanvraag, het indienen daarvan, alsmede de gegevens die daarbij overgelegd dienen te worden, nadere eisen of regels stellen.

  • 4.

    Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in de voorgaande leden gestelde eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen twee weken, nadat hem dit is meegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te verbeteren.

  • 5.

    Indien de vergunningaanvrager van de in het vorige lid bedoelde gelegenheid geen gebruik maakt, kan de burgemeester de aanvrager in zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.

Artikel 5 Beslistermijn

  • 1.

    De burgemeester besluit op een aanvraag voor een speelautomatenhal binnen dertien weken na de datum, waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen.

  • 2.

    De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste dertien weken worden verdaagd. Van zijn daartoe strekkend besluit, doet de burgemeester, voor het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn, schriftelijk mededeling aan de aanvrager.

Artikel 6 Tenaamstelling en locatie

  • 1.

    De vergunning kan uitsluitend ten name van de vergunninghouder worden gesteld.

  • 2.

    In de vergunning wordt (worden) de naam (namen) van de bedrijfsleider(s) en de beheerder(s) vermeld.

  • 3.

    Indien een overeenkomstig het tweede lid vermelde bedrijfsleider of beheerder de hoedanigheid van bedrijfsleider, respectievelijk beheerder heeft verloren, dient de ondernemer dit binnen twee weken schriftelijk ter kennis van de burgemeester te brengen.

  • 4.

    Bij het optreden van een andere persoon als bedrijfsleider of beheerder dan op de vergunning staat vermeld, dient de ondernemer binnen twee weken, nadat dat optreden een aanvang heeft genomen, onder overlegging van de in artikel 4, eerste lid, onder e, genoemde bescheiden, een verzoek tot wijziging van de vergunning in te dienen bij de burgemeester.

  • 5.

    De vergunning vervalt, indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe of gewijzigde vergunning voor het vestigen, dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden, dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid, als bedoeld in het tweede lid.

  • 6.

    De vergunning geldt uitsluitend voor de locatie waarvoor deze is verleend en geeft geen recht tot exploitatie van een speelautomatenhal elders in de gemeente.

Artikel 7 Verandering of overlijden van de vergunninghouder

  • 1.

    Indien een vergunninghouder komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen drie maanden een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2.

    In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer, dient binnen één maand na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3.

    Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist, is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 8 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    De burgemeester zal aan de vergunning voorschriften verbinden, die zo nodig kunnen worden gewijzigd, aangevuld of ingetrokken.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde voorschriften, zullen in ieder geval betrekking hebben op:

    • a.

      de openings- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      de toegangscontrole, het toegangsbewijs en het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld, onverminderd het bepaalde in artikel 3, tweede lid;

    • d.

      de exploitatie van de speelautomatenhal;

    • e.

      werving en reclame;

    • f.

      overlast;

    • g.

      de wijze waarop de ondernemer gokverslaving dient te voorkomen en bestrijden;

    • h.

      de periode waarvoor de vergunning wordt verleend en de wijze waarop deze periode verlengd kan worden.

  • 3.

    Aan de vergunning wordt in ieder geval het voorschrift verbonden, dat alleen speelautomaten mogen worden opgesteld, die in eigendom toebehoren aan (rechts)personen die in het bezit zijn van de in artikel 30h, eerste lid van de wet bedoelde vergunning.

Artikel 9 Weigering vergunning

  • 1.

    De vergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      de speelautomatenhal, waarop de aanvraag om een vergunning betrekking heeft, zal worden gevestigd buiten het op de bij deze verordening behorende kaart aangewezen gebied;

    • b.

      ten gevolge van de vestiging van de speelautomatenhal, waarop het verzoek om vergunning betrekking heeft, meer dan één speelautomatenhal in het hiervoor aangewezen gebied gevestigd wordt;

    • c.

      de bedrijfsleider(s) en beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet hebben bereikt;

    • d.

      de ondernemer of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hem (hen) toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester:

      • -

        de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

      • -

        er gegronde vrees is dat het verlenen van de vergunning ernstig gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

    • f.

      niet wordt voldaan aan de KEMA-criteria en de erkenningsvoorwaarden van de speelautomatenbranche (VAN);

    • g.

      sprake is van strijd met het bestemmingsplan;

    • h.

      bij het indienen van de aanvraag één of meer van de in artikel 4 bedoelde bescheiden niet zijn overgelegd, dan wel niet voldoen aan de daaraan te stellen eisen;

    • i.

      de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt (vertegenwoordigen), alsmede de beheerder(s) en de bedrijfsleider(s) één of meer bepalingen uit Titel Va van de wet in de vijf jaar, voorafgaande aan het moment van de aanvraag, heeft overtreden.

  • 2.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, als bedoeld in het vorige lid onder c.

Artikel 10 Intrekking vergunning

  • 1.

    De burgemeester trekt de vergunning in:

    • a.

      indien de gegevens, die met het oog op de verkrijging van de vergunning zijn verstrekt, zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

    • b.

      indien voor een speelautomatenhal niet de vergunning van kracht is, die ingevolge de voor die inrichting geldende bepalingen is vereist;

    • c.

      niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 30d, vierde lid, onder a van de wet geldende eisen.d. Indien niet of niet meer wordt voldaan aan de KEMA-criteria en de erkenningsvoorwaarden van de speelautomatenbranche (VAN).

  • 2.

    De burgemeester kan de vergunning intrekken:

    • a.

      in de gevallen, bedoeld in artikel 30f, tweede lid van de wet;

    • b.

      indien gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen;

    • c.

      indien gehandeld wordt in strijd met deze verordening;

    • d.

      indien de exploitatie van de speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

Artikel 11 Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens artikel 8 gegeven voorschriften, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 2.

    De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten, is aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren opgedragen.

  • 3.

    Het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde is, behalve aan de in het tweede lid genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door de burgemeester daartoe zijn aangewezen.

  • 4.

    Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften of beperkingen zijn, onverminderd het bepaalde in de Algemene wet op het binnentreden, bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de publicatie ervan.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening op de speelautomatenhal Stadskanaal 2005".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 juni 2005.

De raad

de raadsgriffier, de voorzitter,