Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | NADERE REGELS OP VOET VAN DE MARKTVERORDENING 2004 |
Citeertitel | Nadere regels op voet van de marktverordening 2004 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | markt |
Deze regeling vervangt de Nadere regels op voet van de Marktverordening 2004 van 13 juli 2004.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-04-2005 | 01-04-2018 | nieuwe regeling | 05-04-2005 Arnhemse Koerier,06-04-2005 | SB/VJZ/2005/299 |
NADERE REGELS OP VOET VAN DE MARKTVERORDENING 2004
Artikel 1 Verzorging standplaats
De vergunninghouder draagt zelf zorg voor de inzameling en afvoer van zijn afval en levert de
Artikel 3 Algemene veiligheidsnormen
In het kader van brandpreventie gelden de volgende regels:
bij elke gelegenheid waar gebakken of gebraden wordt moet een doelmatig blusapparaat, alsmede een deksel voor afsluiting van de pan(nen) aanwezig zijn, bijvoorbeeld een koolzuursneeuwblusser met een vulling van tenminste 4 kg, of een poederblusser met een vulling van tenminste 6 kg, of een vetbrandblusser van tenminste 6 kg, met een geldig keurmerk, uitgevoerd door een REOB bedrijf (Regeling Erkend Onderhouds Bedrijf);
bak- en braad toestellen die op gas werken zijn alleen toegestaan als ze op propaangas of butaangas werken, en moeten bovendien door middel van een speciaal daarvoor geconstrueerde deugdelijke rubberslang met metalen klemmen of koppelingen aan de gasfles(sen) zijn verbonden, en moeten zijn opgesteld op een plaats van onbrandbaar materiaal, dat de warmte slecht geleidt;
er mogen geen gasflessen aanwezig zijn, waarvan de goedkeuring niet, of blijkens de in de gasfles ingeponste datum, dan wel het op de fles aangebrachte etiket, niet tijdig heeft plaatsgevonden door een door de Raad van Accreditatie geaccepteerde deskundige of een, ingevolge de EEG- kaderrichtlijn 76/767/EEG, alsmede de daarop berustende bijzondere richtlijnen 84/525/EEG, 84/526/EEG en 84/527/EEG, aangewezen instantie. De beproeving van gasflessen moet periodiek zijn herhaald overeenkomstig termijnen aangegeven in het VLG;