De raad van de gemeente Stadskanaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 september 2004, nr. R 6257;
gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand (WWB) en artikel 1a van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg);
besluit:
vast te stellen de hierna volgende verordening:
Verordening cliëntparticipatie Wet werk en bijstand en Wet voorzieningen gehandicapten gemeente Stadskanaal
Artikel 1 Begripsbepaling
- 1.
iedereen die is aangewezen op een uitkering en/of bijzondere bijstand bij de gemeente Stadskanaal en iedereen, voor wie de gemeente Stadskanaal verantwoordelijk is voor diens reïntegratie in het arbeidsproces.
- 2.
iedereen die door een functiebeperking en/of chronische aandoening wordt beperkt in deelname aan het maatschappelijke leven, dan wel gedwongen is gebruik te maken van speciale voorzieningen en zorg.
- 3.
Cliëntenparticipatie WWB en Wvg:
de gestructureerde wijze waarop de gemeente Stadskanaal de zelforganisatie van belanghebbenden betrekt bij de uitvoering en evaluatie van de wet.
- 4.
de in deze gemeente actief zijnde zelforganisaties van vertegenwoordigers van de in de leden 1 en 2 bedoelde doelgroepen en eventueel vertegenwoordigers van belangenorganisaties onder de naam Cliëntenplatform Stadskanaal (CPS).
Artikel 2 Doelstelling
Het doel van cliëntenparticipatie is, dat cliënten en/of vertegenwoordigers van belangenorganisaties invloed moeten kunnen uitoefenen op het lokaal beleid op het terrein van werk, inkomen en zorg. Ten behoeve van dit doel is een organisatie in het leven geroepen die opereert onder de naam Cliëntenplatform Stadskanaal (CPS).
Artikel 3 Beleidsterreinen
In het kader van de cliëntparticipatie wordt het CPS betrokken bij het gemeentelijke beleid over de WWB en Wvg: beleidsvoorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie.
Artikel 4 Samenstelling Platform
- 1.
Het CPS heeft ten minste vier en ten hoogste acht leden, bestaande uit personen bedoeld in artikel 1, lid 4.
- 2.
Nieuwe leden van het CPS worden door burgemeester en wethouders benoemd op voordracht van de leden van het CPS. In het geval dat burgemeester en wethouders van de voordracht afwijken, wordt het CPS geïnformeerd op welke gronden burgemeester en wethouders zijn afgeweken.
- 3.
De leden kiezen uit hun midden een bestuur, bestaande uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
- 4.
Het lidmaatschap van het CPS is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad dan wel het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 5 Werkwijze
- 1.
In het kader van de cliëntenparticipatie vraagt het college het CPS om advies. Het platform is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan burgemeester en wethouders.
- 2.
Het college vraagt het CPS in ieder geval om advies bij de onderwerpen, beschreven onder "artikel 3 Beleidsterreinen".
- 3.
Het college vraagt het CPS om haar advies als het gaat om het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen en van beleidsregels die betrekking hebben op de belanghebbenden.
- 4.
- a.
Het advies wordt op een dusdanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.
- b.
In geval het een evaluatie betreft, zal de gemeente het CPS tijdig in de gelegenheid stellen om haar visie op de te evalueren onderwerpen en de bijbehorende vraagstelling te formuleren.
- 5.
Indien het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijken van het advies van het CPS wordt dit gemotiveerd bij het voorstel aangegeven.
- 6.
Het college wijst de ambtelijk secretaris aan als aanspreekpunt voor het CPS.
- 7.
Tussen de verantwoordelijke wethouder en het CPS vindt minimaal één keer per zes maanden een overleg plaats.
- 8.
Tussen de vaste contactambtenaar en het CPS vindt minimaal één keer per drie maanden een overleg plaats.
- 9.
Het college draagt zorg voor de verstrekking van die informatie die relevant is voor het CPS.
Artikel 6 Faciliteiten
Het college stelt aan het CPS ten behoeve van de cliëntenparticipatie de volgende middelen c.q. faciliteiten ter beschikking:
- a.
een onkostenvergoeding op basis van werkelijk gemaakte kosten;
- b.
- c.
Artikel 7 Voordracht, benoeming, zittingsduur, einde lidmaatschap
- 1.
Het college benoemt de leden voor een periode van vier jaar. Verlenging met een gelijke periode is eenmalig mogelijk.
- 2.
De vertegenwoordigde organisaties hebben het recht hun vertegenwoordiger tussentijds te vervangen, mits dit lid hiermee instemt en zelf ontslag neemt op grond van het volgende lid.
- 3.
De leden kunnen ontslag nemen door hiervan mededeling te doen aan het college.
- 4.
Het college kan leden ontslaan indien de meerderheid van de leden van het CPS hierom verzoekt.
Artikel 8 Waarborg tegen benadeling en geheimhoudingsverplichting
- 1.
Het college draagt er zorg voor dat leden, voormalige leden en toekomstige leden uit hoofde van hun lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld ten aanzien van hun aanspraken op diensten van de dienst sociale zaken.
- 2.
De leden gaan vertrouwelijk om met die informatie die als zodanig wordt aangemerkt, dan wel waarvan zij de vertrouwelijkheid redelijkerwijs kunnen begrijpen.
Artikel 9 Slotbepaling
- 1.
In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college na overleg met het CPS.
- 2.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet voorzieningen gehandicapten Stadskanaal".
- 3.
Deze verordening treedt in werking zes weken na publicatie in De Kanaalstreek.