Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westervoort

Verordening, houdende algemene regelen voor het als bouwterrein in exploitatie brengen van gronden in de gemeente Westervoort

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestervoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening, houdende algemene regelen voor het als bouwterrein in exploitatie brengen van gronden in de gemeente Westervoort
CiteertitelExploitatieverordening 1976
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De inwerkingtreding van deze regeling is bij benadering vastgesteld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de Ruimtelijke Ordening, art. 42
  2. Wet op de Ruimtelijke Ordening, art. 43

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-06-1979nieuwe regeling

09-04-1979

Onbekend.

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening, houdende algemene regelen voor het als bouwterrein in exploitatie brengen van gronden in de gemeente Westervoort

De raad der gemeente Westervoort;Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;Gelet op het bepaalde in de artikelen 42 en 43 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;besluit vast te stellen:Verordening, houdende algemene regelen voor het als bouwterrein in exploitatie brengen van gronden in de gemeente Westervoort

 

Artikel 1  

Onder het in bouwexploitatie brengen van grond wordt in deze verordening verstaan het geschikt of beter geschikt maken van grond tot bouwgrond. Onder bouwgrond wordt verstaan, grond waarop overeenkomstig de voorschriften van of krachtens de Woningwet of de Wet op de Ruimtelijke Ordening mag worden gebouwd. Met bouwgrond wordt gelijkgesteld grond, waarop niet hoofdzakelijk bebouwing vereisende, met de stads- of dorpsuitbreiding samenhangende, bestemmingen kunnen worden verwezenlijkt.  

Artikel 2  

Tot het geschikt of beter geschikt maken van grond tot bouwgrond worden gerekend:

  • a.

    de aanleg binnen een exploitatiegebied als bedoeld in artikel 7, van de hieronder vermelde werken:a. demping van sloten en het verrichten van grondwerken met inbegrip van het egaliseren, ophogen en afgraven;b. riolering, met inbegrip van de daarvoor nodige werken;c. bemalingsinrichtingen;d. wegen, parkeergelegenheden, pleinen, trottoirs, voet- en rijwielpaden, waterpartijen, watergangen, bruggen, tunnels en andere rechtstreeks met de aanleg van deze voorzieningen verband houdende werken; e. plantsoenen en andere groenvoorzieningen, waaronder begrepen de aanleg en inrichting van openbare speelplaatsen en speelweiden;voorts sierende elementen welke rechtstreeks voortvloeien uit een juiste uitvoering van een verzorgd bestemmingsplan;f. straatverlichting en brandkranen met de nodige aansluitingen.

  • b.

    De aanleg van de onder I. vermelde werken buiten het exploitatiegebied bedoeld onder I., voor zover de nuttigheid van deze werken zich uitstrekt over het exploitatiegebied bedoeld onder I.

Artikel 3  

  • 1

    Indien een exploitant medewerking van de gemeente wenst te verkrijgen voorhet in bouwexploitatie brengen van grond, dient hij een verzoekschrift totde gemeenteraad te richten.Bij het verzoekschrift dienen in ieder geval te worden toegevoegd:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van de in bouwexploitatie te brengen grond;

    • b.

      gegevens, waaruit blijkt dat de exploitant de eigendom van de in exploitatie te brengen grond heeft verkregen of kan verkrijgen;

    • c.

      gegevens omtrent de te bouwen opstallen.

  • 2

    De exploitant wordt door burgemeester en wethouders eenmaal in de gelegenheid gesteld de in het vorig lid bedoelde gegevens alsnog te verstrekken of aan te vullen, zulks onverminderd de bevoegdheid van burgemeester en wethouders te allen tijde terzake dienende gegevens en bescheiden op te vragen.

  • 3

    De gemeenteraad beslist omtrent het verzoekschrift binnen zes maanden na de dag, waarop het verzoekschrift is ontvangen.De gemeenteraad kan zijn beslissing eenmaal met ten hoogste zes maanden ver- dagen. 

Artikel 4  

  • 1

    De gemeente verleent slechts medewerking aan het in bouwexploitatie brengen van grond krachtens een overeenkomst, waarvan een akte wordt opgemaakt. 

  • 2

    De medewerking behoeft niet te worden verleend, indien:

    • a.

      de in bouwexploitatie te brengen grond niet is gelegen in een gebied waarvoor een bestemmingsplan geldt;,

    • b.

      het in bouwexploitatie brengen van grond zou leiden tot strijd met de door artikel 48 en artikel 50 van de Woningwet beschermde belangen;

    • c.

      het in bouwexploitatie brengen van grond ten gevolge zou hebben, dat ten laste van de gemeente kosten zouden komen als bedoeld in artikel 9, welke verminderd met de eventueel door anderen als bijdrage in deze kosten in de gemeentekas gestorte of nog te storten gelden, hoger zijn dan de bijdrage die de exploitant ingevolge deze verordening aan de gemeente verschuldigd is;

    • d.

      het in bouwexploitatie brengen van grond anderszins te grote kosten ofbezwaren met zich zou brengen, met name ten aanzien van het doeltreffendvoorzien in riolering, watervoorziening, openbare verlichting, toezichten openbare diensten;

    • e.

      het in bouwexploitatie brengen van grond, hoewel overeenkomstig een bestemmingsplan, anderszins zou leiden tot strijd met de belangen van een stelselmatige doeltreffende uitbreiding van de bebouwing.

  • 3

    De beslissing op een verzoek om medewerking kan worden aangehouden, indien de exploitatie-opzet, die ten grondslag ligt aan de berekening van het ten laste van de exploitant vallende aandeel in de kosten van voorzieningen van openbaar nut, nog niet is vastgesteld dan wel moet worden herzien. In dat geval stelt de gemeenteraad, indien geen weigeringsgrond als in lid 2 ver- meld van toepassing is, een termijn vast waarbinnen in de vaststelling of de herziening van de exploitatie-opzet moet zijn voorzien.Burgemeester en wethouders zenden een afschrift van het besluit tot aan- houding met vermelding van de in de vorige zin bedoelde termijn aan de exploitant. 

Artikel 5  

De overeenkomst, bedoeld in artikel 4, houdt bepalingen in omtrent:

  • a.

    de aard en omvang van de werken, welke de gemeente in verband met de in de overeenkomst bedoelde exploitatie zal uitvoeren;

  • b.

    de afstand door de exploitant aan de gemeente van de grond bestemd voor de aanleg van de in artikel 2 onder I. genoemde werken, vrij van opstallen -met inbegrip van de zich in de grond bevindende resten, zoals funderingen, lei- dingen en kabels-, in volle en vrije eigendom;

  • c.

    de ten laste van de exploitant komende bijdrage als bedoeld in artikel 11;

  • d.

    de tijdsduur, waarbinnen de in de overeenkomst begrepen gronden in exploitatie moeten zijn gebracht en moeten zijn bebouwd.

Artikel 6  

Voor de medewerking van de gemeente aan het in bouwexploitatie brengen van grond is vereist, dat de aan de exploitant toebehorende gronden, gelegen in het gebied dat hij in exploitatie wil brengen en bestemd voor de aanleg van de in artikel 2, onder 1. genoemde werken, in volle en vrije eigendom en vrij van opstallen -met inbegrip van de zich in de grond bevindende resten, zoals funderingen, leidingen en kabels- aan de gemeente worden afgestaan.

Artikel 7  

  • 1

    Alvorens medewerking kan worden verleend aan het in bouwexploitatie brengen van gronden, stelt de gemeenteraad, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 8, 9 en 10 een exploitatie-opzet vast voor een daarin bepaald exploitatiegebied. Periodiek wordt nagegaan of de optredende loon- en prijswijzigingen aanleiding geven de exploitatie-opzet te herzien. 

  • 2

    De vastgestelde of herziene exploitatie-opzet wordt binnen 14 dagen na het besluit van de raad voorzien van de nodige toelichting, gezonden aan Gedeputeerde Staten. 

Artikel 8  

Voor de berekening van de kosten, voortvloeiende uit het in bouwexploitatie brengen van een exploitatiegebied, wordt ervan uitgegaan dat het exploitatiegebied in zijn geheel door één exploitant in exploitatie zal worden gebracht.

 

Artikel 9  

De exploitatie-opzet bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    een zo nauwkeurig mogelijke raming van de ten laste van de gronden in het exploitatiegebied komende kosten, te weten:a. de inbrengwaarde die aan alle binnen het exploitatiegebied gelegen gronden wordt toegekend, onder welke inbrengwaarde wordt verstaan de waarde van de grond, vermeerderd met de waarde van de opstallen, die voor de verwezenlijking van de bestemming niet gehandhaafd kunnen worden en met de kosten van vrijmaken van de grond van opstallen, -met inbegrip van de zich in de grond bevindende resten, zoals funderingen, leidingen en kabels- zakelijke en persoonlijke rechten en lasten, en de kosten van schadevergoedingen;b. de kosten van voorbereiding en vaststelling van structuur- en bestemmingsplannen voor zoveel deze aan het exploitatiegebied moeten worden toegerekend;c. de kosten van de in artikel 2 genoemde werken -met uitzondering van de werken in het exploitatiegebied, die vóór de aanvang van het in bouwexploitatie brengen van gronden in het exploitatiegebied tot stand zijn gekomen, voor zover de uitvoering van de werken niet met het oog op het in bouwexploitatie brengen van gronden heeft plaatsgevonden- met vermelding van het aandeel dat ten laste van de gronden in het exploitatiegebied wordt gebracht. Voor de bepaling van dit aandeel wordt rekening gehouden met de mate van nuttigheid van de werken voor het exploitatiegebied;d. een bijdrage in het gemeentelijk apparaat, voor zover dit rechtstreeks aan het in bouwexploitatie brengen van de gronden heeft medegewerkt;e. de rente van geïnvesteerde kapitalen en overige lasten, verminderd met revenuen.

  • b.

    De wijze van toerekening van de totale onder I. bedoelde kosten aan de bouwgrond in het exploitatiegebied onder vermelding van de daarbij in acht te nemen verhoudingscijfers, waarin gewaardeerd wordt het profijt dat de gronden hebben van de onder I. genoemde voorzieningen, uitgaande van de ligging en de maximaal toegelaten gebruiksmogelijkheden van de gronden, voor zover inde waardering van het profijt de mate, waarin de toegelaten gebruiksmogelijkheden kostenveroorzakend werken niet voldoende tot uitdrukking kan worden gebracht, wordt tevens vermeld de wijze waarop met de kostenveroorzaking rekening wordt gehouden.

Artikel 10  

  • 1

    Voor de toerekening, bedoeld in artikel 9, onder II., wordt voor terreinen bestemd tot woongebied als rekeneenheid gebruikt het gemiddelde bedrag per geclassificeerde bouweenheid, verkregen door het aantal geprojecteerde bouweenheden binnen het exploitatiegebied naar soort te vermenigvuldigen met een bestemmingsfactor en een liggingsfactor, waarin het belang bij de voorzieningen, bedoeld in artikel 9, onder I., tot uitdrukking komt en het totaal der aldus berekende geclassificeerde bouweenheden te delen op het totaal van de ten nutte van het exploitatiegebied gemaakte of te maken kosten.Onder bouweenheid wordt verstaan een woning, alsmede-voor zoveel betreft andere bebouwing dan woningen, zoals winkels en kantoorruimten- elk qua vloeroppervlakte of inhoud ter beoordeling van burgemeester en wethouders met een woning gelijk te stellen ruimte. 

  • 2

    In afwijking van het bepaalde in lid 1, worden terreinen welke slechts tot een in verhouding tot andere bestemmingen laag percentage mogen worden bebouwd, gewaardeerd tegen een bedrag per m2 bouwterrein, welk bedrag gevonden wordt door het gemiddelde bedrag van de ten nutte van het exploitatiegebied gemaakte of te maken kosten per m2 bouwgrond te vermenigvuldigen met factoren wegens ligging en gebruiksmogelijkheden, waarin het belang bij de voorzieningen, genoemd in artikel 9, onder I, tot uitdrukking komt. 

Artikel 11  

  • 1

    De exploitant betaalt als bijdrage in de kosten van het in bouwexploitatie brengen van het bedrag dat naar de regels van de artikelen 8, 9 en 10 volgens de exploitatie-opzet aan de door hem in exploitatie te brengen grond wordt toegerekend, vermeerderd met de kosten van de kadastrale uitmeting en verminderd met de geschatte inbrengwaarde als bedoeld in artikel 9, onder I., sub a., van de in bouwexploitatie te brengen grond (zowel de grond, die de exploitant als bouwterrein overhoudt en die welke voor openbare voorzieningen is bestemd en aan de gemeente wordt afgestaan). 

  • 2

    Ter bepaling van de door de exploitant te betalen kosten wordt de waarde van de ingebrachte grond als bedoeld in lid 1, door de gemeente in overeenstemming met de exploitant vastgesteld of bij het ontbreken van overeenstemming door een commissie van drie deskundigen, van wie één aan te wijzen door de gemeente, één door de exploitant en één door de beide reeds aangewezen deskundigen.Wordt over de aanwijzing van de laatstbedoelde deskundige geen overeenstemming verkregen, dan berichten de aangewezenen tezamen dit aan hun opdrachtgevers, waarna de meest gerede partij, met kennisgeving hiervan aan de wederpartij, de kantonrechter in het kanton waartoe de gemeente behoort kan verzoeken deze deskundige te benoemen. 

Artikel 12  

  • 1

    De ten behoeve van de exploitatie nodige werken worden van gemeentewege aan- gelegd, voor zover de aanleg van de werken niet tot de taak van een ander publiekrechtelijk lichaam behoort. 

  • 2

    De gemeente zal tot uitvoering van de in lid 1 bedoelde werken niet overgaan, voordat de in artikel 6 bedoelde grond aan de gemeente is afgestaan en de ingevolge artikel 11 door de exploitant verschuldigde bijdrage is betaald, dan wel onder voldoende garantie een regeling is getroffen, waarbij de tijdige betaling van dat bedrag en de afstand van de grond zijn verzekerd. 

Artikel 13  

In gevallen, waarin toepassing van de voorgaande bepalingen tot kennelijk onjuiste uitkomsten leidt, behoudt de gemeente zich het recht voor van geval tot geval een regeling te treffen.

Artikel 14  

De bepalingen van deze verordening vinden overeenkomstige toepassing bij dekostprijsberekening van de door de gemeente in bouwexploitatie te brengen grond. 

Artikel 15  

De bepalingen van deze verordening kunnen van de zijde van de gemeente alleen tot uitvoering worden gebracht wanneer de daaruit voortvloeiende (rechts)handelingen zoals aanvaarding af te starre grond conform artikel 6 en begrotingskredieten zoals voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 12, lid 1 volgens de Gemeentewet voorgeschreven goedkeuringen verkregen hebben. 

Artikel 16  

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die, waarop de goedkeuring van Gedeputeerde Staten op deze verordening is verkregen, waarbij tegelijkertijd de thans geldende verordening vastgesteld in de vergadering van de raad van 21 april 1938 wordt ingetrokken.

Artikel 17  

Deze verordening kan worden aangehaald als "Exploitatieverordening 1976".

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergaderingen van 8 november 1976 en 9 april 1979

De secretaris De voorzitter