Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Gelderland

Beleidsregels Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur bij vergunningverlening op grond van de Wet milieubeheer Gelderland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Gelderland
Officiële naam regelingBeleidsregels Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur bij vergunningverlening op grond van de Wet milieubeheer Gelderland
CiteertitelBeleidsregels Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur bij vergunningverlening op grond van de Wet milieubeheer Gelderland
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerptoezicht, milieu, veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet milieubeheer Wet bibob

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-10-2012Wijziging regeling

02-10-2012

Provinciaal Blad, 2012/155

zaaknummer 2012-016171
02-07-200805-10-2012Onbekend

03-06-2008

Provinciaal Blad 2008/62

Onbekend

Tekst van de regeling

Vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van 3 juni 2008, nr. 2008-002986 (Provinciaal Blad nr. 2008/62 van 1 juli 2008). In werking getreden op 2 juli 2008.

Artikel 1

Gedeputeerde Staten stellen een vragenlijst vast ten behoeve van het onderzoek als bedoeld in artikel 30, eerste lid, Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. De vragenlijst maakt deel uit van het aanvraagformulier voor een vergunning op grond van de Wet milieubeheer.

Artikel 2

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verzoeken een aanvrager de vragenlijst als bedoeld in artikel 1 in te vullen bij het aanvragen van een vergunning voor een inrichting als bedoeld in categorie 28, onder 28.4 tot en met 28.6, of categorie 3, onder 3.5, van het Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer. Zij verzoeken een aanvrager de vragenlijst eveneens in te vullen bij aanvragen om een oprichtingsvergunning voor inrichtingen van andere categorieën van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit dan hiervoren genoemd.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien de aanvrager van de vergunning een orgaan is van een rechtspersoon die krachtens publiek recht is ingesteld.

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien Gedeputeerde Staten in de periode van een jaar voorafgaand aan de aanvraag aan dezelfde aanvrager een milieuvergunning hebben verleend in verband waarmee een vragenlijst als bedoeld in het eerste lid is ingevuld en geen belangrijke wijzigingen ter zake van de inrichting of de bedrijfsvoering hebben plaatsgevonden.

  • 4.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien anderszins blijkt dat geen wijziging is opgetreden in de gegevens waarnaar in de vragenlijst als bedoeld in het eerste lid wordt gevraagd sinds het moment dat Gedeputeerde Staten op aanvraag van dezelfde aanvrager een milieuvergunning hebben verleend in verband waarmee een vragenlijst als bedoeld in het eerste lid is ingevuld.

Artikel 3

  • 1.

    In afwijking van artikel 2 verzoeken Gedeputeerde Staten een aanvrager of een vergunninghouder een vragenlijst als bedoeld in artikel 1 in te vullen indien de officier van justitie Gedeputeerde Staten heeft geïnformeerd op grond van artikel 26 Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • 2.

    In afwijking van artikel 2 verzoeken Gedeputeerde Staten een aanvrager of een vergunninghouder eveneens een vragenlijst als bedoeld in artikel 1 in te vullen indien er op basis van handhavingsinformatie of andere informatie vermoedens bestaan van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 3 Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 4

Gedeputeerde Staten vragen aan Bureau BIBOB van het Ministerie van Justitie om een advies indien na beoordeling van de informatie die is verstrekt door middel van de vragenlijst als bedoeld in artikel 1 vragen zijn blijven bestaan over:

  • a.

    de persoon, de bedrijfsstructuur of de financiële structuur van de aanvrager;

  • b.

    de bedrijfsstructuur, de financiering of de activiteiten van de inrichting;

  • c.

    omstandigheden die de aanvrager of de inrichting betreffen die doen vermoeden dat ernstig gevaar bestaat dat de vergunning wordt of zal worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten of het gebruiken van uit strafbare feiten verkregen voordeel;

  • d.

    omstandigheden die doen vermoeden dat ter verkrijging van de vergunning een strafbaar feit is gepleegd.

Artikel 5

Deze beleidsregels zijn van toepassing op aanvragen om een vergunning die worden ingediend na de datum waarop deze beleidsregels in werking zijn getreden.

Artikel 6

Gedeputeerde Staten evalueren deze beleidsregels na drie jaar.

Artikel 7

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur bij vergunningverlening op grond van de Wet milieubeheer Gelderland.

Artikel 8

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de dag van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij worden geplaatst.

Ondertekening

Gedeputeerde staten van gelderland