Organisatie | Westervoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Westervoort |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Westervoort |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Westervoort.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | intrekking | 27-02-2012 Westervoort Post,07-03-2012 | 7 | |
01-07-2009 | 01-01-2009 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 08-06-2009 Westervoort Post,01-07-2009 | 10 |
Vaststellen Verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand gemeente Westervoort.De raad van de gemeente Westervoort;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 april 2009;gelet op artikel 8 lid 1 onder d, artikel 8 lid 2 onder b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;gezien het advies van de WMO-raad;overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder, doch jonger dan 65, bij verordening te regelen;besluit vast te stellen:Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Westervoort
Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheids-toeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is 120% van de voor hem geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.
Artikel 4 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Aldus besloten in de openbare vergadering vande raad voornoemd d.d. 8 juni 2009,de griffier, waarnemend voorzitter,ing. J.A.M.G. van Bodegom A.B.S. Boschman
Toelichting 1 verordening langdurigheidstoeslag
AlgemeenOp grond van artikel 8 lid 1 onder d en artikel 8 lid 2 onder b Wet werk en bijstand (WWB) dient de Raad bij verordening regels te stellen met betrekking tot het verlenen van langdurigheidstoeslag, zoals bedoeld in artikel 36 WWB. In de verordening dient in ieder geval de hoogte van de toeslag te worden geregeld, alsmede de invulling van de begrippen “langdurig” en “laag inkomen”.Artikelsgewijze toelichtingArtikel 1In de verordening hebben begrippen die niet nader worden gedefinieerd dezelfde betekenis als in de WWB. Andere begrippen worden wel van een definitie voorzien. Het begrip “inkomen” is in principe gelijk aan het inkomensbegrip in artikel 32 WWB. Onder het inkomen in de zin van dit artikel is niet de uitkering ingevolge de WWB zelf begrepen. Het gaat in dit artikel immers om het vaststellen van het inkomen dat gekort moet worden c.q. vrijgelaten op de uitkering ingevolge de WWB. Om mensen met een uitkering ingevolge de WWB niet onbedoeld uit te sluiten van langdurigheidstoeslag, wordt een licht afwijkende definitie gehanteerd.Artikel 2In dit artikel wordt invulling gegeven aan de begrippen “langdurig” en “laag inkomen”. Een belanghebbende komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag als hij gedurende 36 maanden een inkomen heeft dat niet hoger is dan 120% van de bijstandsnorm van de voor hem geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 WWB.In artikel 8 lid 2 onder b WWB is niet opgenomen dat het begrip “geen zicht op inkomensverbetering” dient te worden ingevuld. Het college kan hiervoor wel wetsinterpreterende beleidsregels voor vaststellen om een nadere uitwerking te geven. In de verordening is een bepaling opgenomen om het vaststellen van nadere regels door het college mogelijk te maken. De zinsnede “geen zicht op inkomensverbetering” is met name bedoeld om studenten uit te sluiten, waarbij per definitie zicht op inkomstverbetering bestaat. Dit neemt niet weg dat het college altijd dient te onderzoeken of in het individuele geval van het beleid dient te worden afgeweken, zoals voortvloeit uit artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht (Awb).Artikel 3In dit artikel wordt de hoogte van de toeslag geregeld. Voor 2009 is de hoogte vastgelegd op de bedragen die zouden gelden als de bedragen over 2008 (toen de bedragen nog wettelijk werden vastgesteld) geïndexeerd zouden worden. Daarmee wordt de hoogte van de toeslag ten opzichte van de wettelijke regeling niet aangetast. Jaarlijks indexeert het college de bedragen op de aangegeven wijze. Dit voorkomt dat ieder jaar de verordening dient te worden aangepast, als de bedragen wijzigen. Er wordt slechts 1 maal per jaar geïndexeerd. De bijstandsnorm wijzigt (in ieder geval) twee maal per jaar. Als echter halverwege het jaar de indexering wordt doorgevoerd, zou een aanvrager die in de tweede helft van het jaar aanvraagt meer krijgen dan de belanghebbende die reeds in het eerste helft van het jaar een aanvraag indient. Dit brengt rechtsongelijkheid met zich mee.Artikel 4Dit artikel geeft aan dat in onvoorziene gevallen het college beslist.Artikel 5De ingangsdatum van deze verordening is gesteld op 1 januari 2009, met terugwerkende kracht. In de wet is een overgangsregeling opgenomen voor belanghebbenden, die reeds in 2008 recht hadden op langdurigheidstoeslag. Dit hoeft derhalve niet meer in de verordening te worden opgenomen.Artikel 6In dit artikel is de citeertitel van deze verordening opgenomen.