Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gelderland

Betrokkenheid van Provinciale Staten bij privaatrechtelijke rechtshandelingen, rechtsgedingen en civiele verdediging

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGelderland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBetrokkenheid van Provinciale Staten bij privaatrechtelijke rechtshandelingen, rechtsgedingen en civiele verdediging
CiteertitelBetrokkenheid van Provinciale Staten bij privaatrechtelijke rechtshandelingen, rechtsgedingen en civiele verdediging
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-01-2005Onbekend

26-01-2005

Provinciaal Blad 2005/11

PS2004-856

Tekst van de regeling

Intitulé

Betrokkenheid van Provinciale Staten bij privaatrechtelijke rechtshandelingen, rechtsgedingen en civiele verdediging

Vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten d.d. 26 januari 2005, nr. PS 2004-856 (Provincaal Blad nr. 2005/11 van 10 februari 2005). In werking getreden op 27 januari 2005.

PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND

Gezien het Voorstel van Gedeputeerde Staten nr. PS2004-856 van 7 december 2004 inzake betrokkenheid van Provinciale Staten bij privaatrechtelijke rechtshandelingen, rechtsgedingen en civiele verdediging;

Gelet op artikel 167, juncto artikel 158, eerste lid, aanhef en onder e en f, van de Provinciewet;

BESLUITEN

  • I.

    Het besluit PS2003-104 inzake betrokkenheid van PS bij privaatrechtelijke rechtshandelingen, rechtsgedingen en civiele verdediging in te trekken.

  • II.

    Te bepalen dat zij vooraf van GS inlichtingen wensen te verkrijgen over de uitoefening van bevoegdheden krachtens artikel 158, eerste lid, aanhef en onder e en f, van de Provinciewet, indien de bevoegdheidsuitoefening betreft:

    • 1.

      Het aangaan van overeenkomsten (dadingen daaronder begrepen) en het verrichten van andere burgerrechtelijke rechtshandelingen waarmee een financieel belang is gemoeid van € 1.000.000,-- of meer. Voorafgaande verstrekking van inlichtingen vindt niet plaats wanneer de rechtshandeling wordt aangegaan ter uitvoering van een PS-beslissing en de hiermee gemoeide lasten worden gedekt uit bij het betreffende statenbesluit aangewezen middelen, of ter uitvoering van medebewindstaken en de hiermee gemoeide provinciale lasten worden gedekt uit van rijkswege daarvoor ter beschikking gestelde middelen.

    • 2.

      De uitoefening van bevoegdheden van de provincie als aandeelhouder in een grote naamloze vennootschap als bedoeld in afdeling 6 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (structuurvennootschap), voorzover het betreft de goedkeuring dan wel vaststelling van een jaarrekening die met verlies is afgesloten of indien bij de jaarrekening geen goedkeurende accountantsverklaring als bedoeld in de Verordening gedrags- en beroepsregels registeraccountants 1994 is overgelegd.

    • 3.

      De uitoefening van bevoegdheden van de provincie als aandeelhouder in een vennootschap, die geen naamloze vennootschap is als bedoeld in afdeling 6 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voorzover het betreft:

       

      - de vaststelling van een jaarrekening die met verlies is afgesloten of indien bij de jaarrekening geen goedkeurende accountantsverklaring als bedoeld in de Verordening gedrags- en beroepsregels registeraccountants 1994 is overgelegd;

       

      - een wijziging van de ondernemersstrategie van de vennootschap. Voorzover uitoefening van de bevoegdheid geen uitstel kan lijden geven GS de inlichtingen achteraf.

  • III.

    Te bepalen dat GS voorafgaande aan de uitoefening van bevoegdheden krachtens artikel 158, eerste lid, aanhef en onder e en f, van de Provinciewet de voorhangprocedure zullen volgen als bedoeld in artikel 167, vierde lid, van de Provinciewet, indien de bevoegdheids-uitoefening betreft:

    • 1.

      Beslissingen ter uitoefening van bevoegdheden van de provincie als aandeelhouder in een vennootschap waarin zij ten minste 5% van de aandelen houdt, voorzover het betreft:

      • a.

        wijziging van de statuten van de vennootschap en het aangaan van aandeelhoudersovereenkomsten en andere rechtshandelingen met betrekking tot de vennootschap, die van aanmerkelijke betekenis zijn voor de continuпteit van de vennootschap, de zeggenschap van de provincie in de vennootschap of de verdeling van winst van de vennootschap;

      • b.

        ontbinding van de vennootschap;

      • c.

        het plaatsen dan wel verkrijgen of vervreemden van eigen aandelen door de vennootschap, indien met de onderscheiden transacties per kalenderjaar een bedrag van 5% of meer van het geplaatste aandelenkapitaal is gemoeid.

    • 2.

      Vaststelling, wijziging en intrekking van beleidsregels omtrent de benoeming van door de provincie aan te wijzen commissarissen bij vennootschappen.

    • 3.

      Vaststelling, wijziging en intrekking van beleidsregels op het gebied van de aanbesteding van werken, diensten en leveringen.

    • 4.

      Aanvaarding van schenkingen aan de provincie met een waarde van € 1.000,-- of meer.

  • IV.

    Dit besluit treedt in werking op de dag volgend op de dag van vaststelling.

Provinciale staten van Gelderland