Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Gelderse Ontgrondingenverordening 1997 |
Citeertitel | Gelderse Ontgrondingenverordening 1997 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | water, bodem, ontgrondingen |
Geen
Ontgrondingenwet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-06-2004 | 17-10-2014 | Onbekend | 31-03-2004 Provinciaal Blad 2004/66 | Onbekend |
Vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 18 juni 1997, nr. H - 513 (Provinciaal Blad nr. 1997/13 van 3 juli 1997). In werking getreden op 4 juli 1997. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 31 maart 2004, nr. PS2003-396 (Provinciaal Blad nr. 2004/66 van 11 mei 2004). In werking getreden op 22 juni 2004.
Krachtens artikel 7, tweede lid, Ontgrondingenwet is geen vergunning vereist voor ontgrondingen voor werken of werkzaamheden die zijn en omvatten:
het aanleggen, verruimen of verdiepen van watergangen, die nodig zijn voor de waterhuishouding als er sprake is van werken ter uitvoering van een besluit van een waterschap in het kader van de uitoefening van zijn specifieke taken en bevoegdheden en als niet dieper dan 3 m wordt ontgraven waarbij bij de aanleg de bovenbreedte niet meer dan 10 m bedraagt of, in geval van verbreding, de verbreding niet meer dan 5 m bedraagt;
het aanleggen, onderhouden, wijzigen en verwijderen van openbare wegen, spoorwegen, pleinen, parken, plantsoenen, tuinen, sportterreinen, woningbouwterreinen, parkeerterreinen, speelterreinen, vliegvelden, industrieterreinen en werken van tijdelijke aard, mits de grondlagen op een grotere diepte dan drie meter onder het oorspronkelijke niveau ongemoeid blijven en het uiteindelijke opleveringspeil niet meer dan 0,5 meter beneden het oorspronkelijke niveau is gelegen;
De aanvraag tot verlening van een vergunning wordt in tweevoud gedaan via een door Gedeputeerde Staten daartoe vastgesteld aanvraagformulier.
Gedeputeerde Staten kunnen een aanvraag buiten behandeling laten, indien de aanvrager niet de eigenaar is van een of meer van de te ontgronden onroerende zaken, waarvoor hij vergunning aanvraagt, en niet de schriftelijke toestemming tot ontgronden van de eigenaar heeft overgelegd.
Bij de voorbereiding van het geven van een beschikking tot wijziging of intrekking van een vergunning ten aanzien waarvan paragraaf 3.5.6 Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, blijft het bepaalde in artikel 3:30, tweede lid Algemene wet bestuursrecht buiten toepassing, indien het een verzoek tot wijziging of intrekking betreft dat is ingediend door de vergunninghouder.