Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde op de Welstandscommissie |
Citeertitel | Reglement van Orde op de Welstandscommissie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-07-2004 | nieuwe regeling | 28-06-2004 De Kanaalstreek, 30-06-2004 | R 6239 |
De welstandscommissie is belast met zowel wettelijk als niet wettelijk verplichte taken. De commissie is beleidsmatig gebonden aan het gemeentelijke welstandsbeleid zoals vastgelegd in de gemeentelijke welstandsnota.
Artikel 4 Profiel en taakomschrijving commissieleden
Van de leden van de commissie wordt verwacht dat zij zijn geïnteresseerd in de ruimtelijke kwaliteit, communicatief zijn ingesteld en in staat zijn om hun welstandsoordeel adequaat te kunnen verwoorden. Zij moeten over bouwplannen kunnen communiceren en oordelen zonder te vervallen in architectuurkritiek of preoccupaties ten aanzien van stijlen en trends. De architecten en stedenbouwkundigen in de commissie dienen vakkundig te zijn en kennis te hebben van de geschiedenis van de architectuur, onderscheidenlijk de (steden)bouwkunst en de hedendaagse ontwikkelingen daarvan. De commissieleden zijn onafhankelijk en onpartijdig. Indien in een commissievergadering plannen aan de orde komen waarbij een commissielid is betrokken, neemt dit lid geen deel aan de vergadering.
De voorzitter is in eerste instantie verantwoordelijk voor het functioneren van de commissie en de algemene kwaliteit van de oordeelsvorming. Daarnaast is bestuurlijke ervaring, inzicht in lokale besluitvormingsprocessen alsmede kennis van de ontwikkelingen op het terrein van de ruimtelijke kwaliteit in de provincie Groningen van belang. De voorzitter treedt op als gastheer of - vrouw voor alle aanwezigen en bewaakt de voortgang van de agenda. De voorzitter draagt zorg voor een voor de aanwezigen heldere samenvatting en conclusie na de inhoudelijke discussie.
De secretaris, zijnde de rayonarchitect van de gemeente, voert onder regie van de gemeente als gemandateerd commissielid vooroverleg met de planindieners, ontwerpers en ander belanghebbenden, verzamelt relevante informatie en bereidt de behandeling van de adviesaanvragen in de commissie voor.
Tijdens de vergadering introduceert de secretaris de bouwplannen en verstrekt gegevens over het relevante welstandsbeleid en het planologische kader en dergelijke voor het relevante plan c.q. het gebied. Onder verantwoordelijkheid van de secretaris wordt de beraadslaging en de conclusie over een bouwplan uitgewerkt in een schriftelijk advies.
Artikel 6 Jaarlijkse verantwoording
De commissie stelt jaarlijks voor 1 mei een verslag van haar werkzaamheden voor de gemeenteraad op, waarin tenminste aan de orde komt:
De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijke ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.
6.2 Burgemeester en wethouders
B & W leggen de gemeenteraad jaarlijks een verslag voor waarin zij uiteenzetten:
in welke categorieën van gevallen zij tot aanschrijving op grond van artikel 19 van de Woningwet zijn overgegaan en daarbij de keuze hebben gelaten tussen het ofwel uitvoeren van de aanschrijving, ofwel het slopen van het bouwwerk of de standplaats en of zij bij of na de aanschrijving zijn overgegaan tot toepassing van bestuursdwang op grond van artikel 26 van de Woningwet.
De behandeling van de bouwplannen wordt op de voor de gemeente gebruikelijke wijze bekendgemaakt. Libau bericht zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op de eerste dag van de week die volgt op het reguliere rayonbezoek, aan de gemeente welke plannen wanneer, waar en op welke wijze worden behandeld. De plannen worden in principe in bij de gemeente behandeld, tenzij dit om moverende redenen elders plaatsvindt. Deze informatie is tevens terug te vinden op de website van Libau.
Tijdens de vergadering van de commissie wordt de mogelijkheid geboden om plannen toe te lichten door belanghebbenden als opdrachtgevers, ontwerpers en gemeentelijke vertegenwoordigers. De voorzitter bepaalt de duur van de spreektijd die in principe beperkt is. De commissieleden krijgen de mogelijkheid tot het stellen van vragen aan de sprekers. Na beantwoording daarvan wordt de toelichtende fase afgesloten en begint de beraadslaging van de commissie waarna het advies wordt geformuleerd.
10.1 Het Gemeentelijk bouw- en woningtoezicht
Inname van bouwplannen geschiedt door het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht. De aanvragen worden daar geselecteerd op voorlopig ontwerp, licht vergunningplichtig, regulier vergunningplichtig, regulier vergunningplichtig (gefaseerd), monumenten, bestemmingsplanprocedure en dergelijke. Ten behoeve van de behandeling in de welstands - en/of monumentencommissie wordt nagegaan of de aanvraag de nodige gegevens en bescheiden bevat conform de AMvB “Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning” en de Bouwverordening.
De rayonarchitect van Libau bezoekt de gemeente tenminste eens per veertien dagen. Met een vertegenwoordiger van het gemeentelijke bouw- en woningtoezicht worden de ingekomen bouwplannen van de afgelopen periode doorgenomen en handelt de plannen, waarvoor de rayonarchitect is gemandateerd, af met een positief advies. Tevens wordt achtergrondinformatie ingewonnen met betrekking tot de adviesaanvragen door middel van overleg met de initiatiefnemers. Tijdens deze bijeenkomsten, die op een vast tijdstip en op een vaste plaats worden gehouden, kunnen belanghebbenden hun plannen toelichten, overleggen over reeds behandelde bouwplannen en informatie krijgen over de interpretatie van de welstandscriteria voor een bepaalde locatie of bouwwerk. Het rayonbezoek fungeert zodoende tevens als spreekuur.
Indien op een bouwplan ter plaatse niet positief kan worden geadviseerd kan worden en ook na oriëntatie ter plaatse niet tot een positief advies kan worden besloten of wanneer de afhandeling buiten het mandaat van de rayonarchitect valt, neemt de rayonarchitect het bouwplan mee ter behandeling in de commissie. De rayonarchitect bezoekt in dat geval de betreffende locatie om nadere informatie te verkrijgen door het maken van foto’s van het ontwerp of het bestaande object, de locatie en de omgeving ten behoeve van de behandeling in de commissie en spreekt in voorkomende gevallen met de direct betrokkenen over het hoe en waarom van de aanvraag.
Libau hanteert in principe een veertiendaagse cyclus waarbij in de eerste week alle gemeenten worden bezocht en de plannen in de tweede week worden afgehandeld. Indien de gemeente na het bezoek van de rayonarchitect aan de gemeente en op haar website de in de respectievelijke commissies te behandelen plannen bekendmaakt, kan de planafhandeling in de eerste cyclus van veertien dagen plaatsvinden. Indien een en ander in de geëigende media wordt aangekondigd, vindt afhandeling aan het eind van de tweede veertiendaagse cyclus plaats.
Het welstandsadvies wordt altijd schriftelijk uitgebracht en is. Zowel het positieve als negatieve advies van de welstandscommissie dient deugdelijk te zijn gemotiveerd. Ook dient het advies te worden gemotiveerd indien er sprake is van afwijking van de criteria uit de welstandsnota. De commissie geeft dan aan waarom er in dit bijzondere geval reden is om van de criteria af te wijken. Het advies vormt de basis van elk overleg met betrokkenen. Uit oogpunt van rechtszekerheid van de betrokkenen, kunnen in een vervolgstadium geen nieuwe opmerkingen meer worden ingebracht die in een eerder stadium onderkend hadden kunnen worden, tenzij wijzigingen in het bouwplan daartoe aanleiding geven.
Het advies kent de volgende opzet, waarbij niet alle elementen in elk advies aan de orde hoeven komen :
Het welstandsadvies kan de volgende uitkomsten hebben:
De commissie is van oordeel dat het plan volgens de van toepassing zijnde criteria niet in strijd is met redelijke eisen van welstand; er kunnen vrijblijvende suggesties worden gedaan die de ruimtelijke kwaliteit van het bouwwerk ten goede kunnen komen.
De commissie is van oordeel dat het plan volgens de van toepassing zijnde criteria op een aantal punten in strijd is met redelijke eisen van welstand, tenzij de geformuleerde bezwaren worden ondervangen. In het advies wordt aangegeven of de commissie de gekozen aanpassingen nog wil beoordelen of dat deze door Bouw- en Woningtoezicht kunnen worden afgedaan.
De commissie is van oordeel dat het plan volgens de van toepassing zijnde criteria in strijd is met redelijke eisen van welstand. Het plan behoeft een ingrijpende wijziging in uitwerking of uitgangspunten om aan redelijke eisen van welstand te voldoen.
De commissie kan het advies aanhouden wanneer zij meer informatie of toelichting noodzakelijk acht om tot een adequate beoordeling te kunnen komen. Een en ander in overleg met Bouw- en Woningtoezicht in verband met de wettelijke termijnen.
12.4 Toelichting op het advies
De planindieners kunnen te allen tijde verzoeken om een toelichting op het advies. In eerste instantie is het gemeentelijke spreekuur tijdens het rayonbezoek daartoe het meest aangewezen. Wanneer dit naar het oordeel van de initiatiefnemers niet volstaat, kan men uiteraard ook bij de commissie terecht.
Alvorens bij derden een second opinion in te winnen, bieden B&W eerst de commissie de mogelijkheid tot heroverweging van het eerder uitgebrachte advies, waarbij wordt aangegeven op welke punten naar de mening van B&W de houdbaarheid van het advies mogelijk in het geding is. Indien alsnog een second opinion wordt gevraagd wordt dit ter kennis gebracht van de commissie. Bij een second opinion wordt de adviesaanvraag voorgelegd aan een elders in Nederland functionerende welstandscommissie. De gemeente neemt daartoe contact op met de Federatie Welstand.
Artikel 13 Uitvoering door B&W
B&W volgen in principe het advies van de welstandscommissie; zij kunnen van dit advies afwijken :
op inhoudelijke gronden, omdat zij van mening is dat de commissie de criteria niet juist heeft toegepast of geïnterpreteerd, of niet de juiste criteria heeft toegepast, of omdat zij op inhoudelijke gronden tot een ander oordeel komt dan de commissie. In dat geval volgt zij de procedure als beschreven onder “second opinion”.
B&W kunnen ook afwijken van de welstandscriteria indien bouwplannen niet voldoen aan de in de welstandsnota genoemde gebiedsgerichte of objectgerichte welstandscriteria, maar wel aan de algemene criteria en indien de architectonische en ruimtelijke kwaliteiten niettemin in bijzondere mate bijdragen aan de kwaliteit van de omgeving. De afwijking geschiedt op grond van een daartoe strekkend gemotiveerd advies van de welstandscommissie.