Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde |
Citeertitel | Reglement van Orde |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door het Reglement van Orde, vastgesteld op 27 februari 2017.
Deze regeling, die afgekort wordt aangeduid met RvO, vervangt de volgende regelingen:
Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad
Verordening commissie van overleg
Verordening commissie van overleg 2003
Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning
Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning, vastgesteld op 30-09-2002, R 6004
Instructie voor de griffier van de gemeente Stadskanaal;vastgesteld op 31-03-2003, R 6088
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-06-2014 | 04-03-2017 | art. 63a | 19-05-2014 Gemeenteblad, nr. 29362, 28-05-2014 | R 7023 | |
31-12-2008 | 05-06-2014 | artt. 14 en 63 | 15-12-2008 De Kanaalstreek, 23 december 2008 | R 6637 | |
04-05-2006 | 31-12-2008 | nieuwe regeling | 27-02-2006 De Kanaalstreek, 26-04-2006 | R 6396 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Waar in dit reglement sprake is van:
is dat in de zin van de Gemeentewet;
is dat conform de Gemeentewet;
dan is dit een lid van de raad volgens de Gemeentewet;
is dat in de zin van de Archiefwet; [ 'Archiefwet' moet zijn 'Archiefwet 1995' ]
zijn in de zin van de Kieswet;
De voorzitter is belast met het leiden van de vergadering, het handhaven van de orde, het doen naleven van het Reglement van Orde (RvO), vertegenwoordigen van de raad, en hetgeen de Gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt.
Indien de voorzitter niet beschikbaar is, wordt hij door een van de ondervoorzitters, overeenkomstig de in artikel 76 genoemde volgorde, tenzij een van de ondervoorzitters spreker is. De ondervoorzitter heeft dezelfde taken als de voorzitter en dezelfde bevoegdheden voor wat betreft alleen dit reglement.
De raadsgriffier is in elke vergadering van de raad aanwezig. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt de raadsgriffier vervangen door de plaatsvervangend raadsgriffier. Bij verhindering van ook de plaatsvervangend raadsgriffier wordt door de raad een ambtenaar aangewezen, zijnde geen (loco)gemeentesecretaris.
De raadsgriffier is belast met de taken als bedoeld in dit reglement en de Gemeentewet. Door middel van een raadsbesluit kan de raad andere taken aan de raadsgriffier opdragen, voor zover dat verdraagt met de taak van raadsgriffier als hiervoor bedoeld.
Op de wijze bij de wet voorgeschreven, leggen de leden van de raad bij de aanvaarding van hun ambt, in handen van de voorzitter en in het openbaar, een eed, dan wel verklaring en belofte, van zuivering af en zweren of beloven zij trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van hun ambt.
Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de raad op om in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen conform in artikel 14 Gemeentewet.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Indien, één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden, twee of meer fracties als één fractie gaan optreden of, één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter. Met de hiervoor beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de raad na de mededeling daarvan aan de voorzitter.
Elke fractie heeft per kalenderjaar recht op een aantal uren ambtelijke bijstand, als bedoeld in dit artikel. Daartoe kan de commissie voor de werkwijze een voostel doen aan de raad. De griffie houdt een register van de verleende bijstand bij. Het register bevat tevens verzoeken tot bijstand die zijn geweigerd. Het register ligt ter inzage voor de voorzitter, de leden, het college en de gemeentesecretaris.
Aan een lid wordt via de griffie ambtelijke bijstand verleend, tenzij het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad, dit het belang van de gemeente kan schaden en, indien van toepassing, het raadslid reeds volledig gebruik heeft gemaakt van het hem beschikbaar gestelde aantal uren ambtelijke bijstand per kalenderjaar. De voorzitter beslist.
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken - met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken - worden tegelijkertijd met de oproep aan de leden van de raad en het college verzonden.
Artikel 18 Ter inzage leggen van stukken
Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het voorgaande onder berusting van de raadsgriffier en verleent de raadsgriffier de leden van de raad inzage.
Artikel 20 Voorbereiding hoorzitting
Indien de raad beslist een commissie in te stellen met de opdracht een hoorzitting te laten plaatsvinden aan de hand van een ingediend voorstel, dan worden de leden door de voorzitter uitgenodigd de (sub)amendementen tien dagen voor aanvang van de hoorzitting in te dienen. De (sub)amendementen zijn mede onderwerp tijdens de hoorzitting.
Artikel 25 Sluitingstermijn stukken
Indien stukken en dossier volledig zijn gedeponeerd en te maken heeft met een onderwerp dat volgens de termijnagenda van de raad nog niet aan de orde is, wordt het onderwerp wel aan de ontwerp-agenda voor de eerstvolgende vergadering toegevoegd, indien de orde van de vergadering dat toelaat. De raad stelt de definitieve agenda vast en kan dit onderwerp verplaatsten door al dan niet de termijnagenda aan te passen.
Artikel 26 Moties vreemd aan de orde
De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen van de vergadering zijn behandeld.
De voorzitter, de leden van de raad en de raadsgriffier hebben een vaste zitplaats, door de voorzitter na overleg in het presidium bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode van de raad aangewezen. Indien daartoe aanleiding bestaat, kan de voorzitter de indeling herzien na overleg in het presidium.
Artikel 32 Opening vergadering
De voorzitter opent de vergadering indien op het uur van bijeenroeping de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is getekend.
Indien op of kort na het uur van bijeenroeping, doch uiterlijk 15 minuten, het vereiste aantal leden niet tegenwoordig is, opent de voorzitter de vergadering en doet hij namen van de aanwezige leden voorlezen door de raadsgriffier. Hij kan kennisnemen van de ingekomen stukken. Daarna stelt hij de vergadering tot een later tijdstip uit, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.
Artikel 34 Primus bij hoofdelijke stemming
Wanneer hoofdelijke stemming wordt verlangd, wordt daartoe per vergadering bij loting een volgnummer op de presentielijst aangewezen. Bij het daar genoemde lid begint in die vergadering de hoofdelijke stemming.
De raad kan desgewenst voor de behandeling van een onderwerp maximum spreektijden vaststellen per fractie met inachtneming van de omvang van de fracties, en voor de leden van het college. Daarbij kan tevens worden bepaald dat de beraadslagingen zullen worden beperkt tot één termijn. De agendacommissie doet daartoe een voorstel aan de raad.
Artikel 38 Geluid- en beeldregistratie
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 39 Mobiele telefoons en dergelijke
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere (communicatie)middelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter vooraf, niet toegestaan.
Artikel 40 Schorsing en sluiting vergadering
De voorzitter kan de vergadering schorsen of sluiten, indien hij dit met het oog op de loop van werkzaamheden of ter handhaving van de orde wenselijk acht.
Artikel 42 Herhaaldelijk interrumperen
Indien een spreker een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, kan hij door de voorzitter tot de orde geroepen.
Indien een lid of wethouder of een andere spreker beledigende uitdrukkingen gebruikt, de orde verstoort, zijn plicht tot geheimhouding schendt of instemming betuigt met dan wel aanspoort tot onwettige handelingen, wordt hij door de voorzitter vermaand en in de gelegenheid gesteld de woorden, die tot de waarschuwing aanleiding hebben gegeven, terug te nemen.
Artikel 44 Ontnemen van het woord
Wanneer een spreker van de gelegenheid, bedoeld in de artikelen 41 tot en met 43, geen gebruikmaakt dan wel doorgaat van het onderwerp af te wijken, beledigende uitdrukkingen te gebruiken, blijft interrumperen, de orde te verstoren, zijn plicht tot geheimhouding te schenden of instemming te betuigen met dan wel aan te sporen tot onwettige handelingen, kan de voorzitter hem het woord ontnemen.
Artikel 52 Overnemen amendementen
De voorzitter deelt tijdens de beraadslaging over een voorstel mee dat een amendement is overgenomen indien de burgemeester of het college te kennen geeft zich met de inhoud van een ingediend amendement te kunnen verenigen en de voorzitter zich ervan heeft overtuigd dat geen van de in de raadzaal aanwezige leden zich tegen het overnemen van het amendement verzet.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Artikel 55 Algemene bepalingen over stemming
De voorzitter vraagt, of hoofdelijke stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen. In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in de besluitenlijst van de vergadering vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij, nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, wel aantekening in het proces-verbaal vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 56 Stemming over amendementen
Verandering van het volgnummer van beslispunten en artikelen of van gedeelten daarvan, nodig geworden door wijzigingen die door middel van amendementen in het ontwerp raadsbesluit gebracht, en veranderingen in de verwijzing naar artikelen, naar artikelleden of naar gedeelten daarvan, die het gevolg daarvan zijn, worden door de voorzitter aangebracht. De raad kan besluiten de bedoelde veranderingen geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.
Artikel 58 Stemming over personen
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden, die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje, beslist de raad, op voorstel van de voorzitter.
Artikel 59 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
De raad kan door middel van een raadsbesluit een vaste of tijdelijke commissie instellen op grond van artikel 84 van de Gemeentewet.
Artikel 63a Algemene raadscommissie
In plaats van een lid van de raad kan ook de kandidaat, die volgens de lijst bedoeld in artikel P19 van de Kieswet als eerste voor benoeming tot raadslid in aanmerking komt, deelnemen aan de vergaderingen van de algemene raadscommissie.
Op de in het tweede lid bedoelde lijstopvolger zijn de artikelen 10 tot en en met 15 van de Gemeentewet van toepassing.
Artikel 64 Benoeming commissieleden
De raad benoemt personen in commissies en functies, ingesteld door de raad, door middel van een raadsbesluit, tenzij dit anders is bepaald. Een lid kan tegenkandidaten stellen. De raad kiest uit de kandidaten, indien kandidaten tegenover de voorzitter de bereidheid hebben uitgesproken de taak op zich te willen nemen.
Na benoeming van personen in commissie of functie is de eed en belofte voor leden, als bedoeld in de Gemeentewet van toepassing.
Artikel 66 Werkwijze commissies
Door middel van een raadsbesluit regelt en wijzigt de raad de inrichting, samenstelling, bevoegdheden en levensduur van een commissie, voor zover dit niet wordt ondervangen door de Gemeentewet of dit reglement.
Artikel 67 De commissiegriffier
De commissiegriffier is belast met de taken als bedoeld in dit reglement, de Gemeentewet en het raadsbesluit waarmee de commissie is ingesteld op grond van dit reglement.
Conform de Gemeentewet, en aanvullend dit reglement, wordt door middel van een raadsbesluit een enquêtecommissie ingesteld
De getuigen en deskundigen worden door de voorzitter van de enquêtecommissie ondervraagd. Ook de leden en de medewerkers van het secretariaat kunnen, na van deze commissievoorzitter het woord te hebben gekregen, vragen stellen. De schriftelijke aantekening van de afgelegde verklaringen of gegeven berichten geschiedt door de commissiegriffier.
Wanneer de enquêtecommissie een getuige verdenkt, opzettelijk een valse verklaring onder ede of onder belofte te hebben afgelegd, wordt daarvan een afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt, bevattende de woordelijke weergave van de afgelegde verklaring van de getuige en de aanduiding van de gronden, waarop het vermoeden van valsheid berust.
Artikel 73 Beëindiging onderzoek
De verslagen van de gehouden verhoren en de overige bescheiden van het ingestelde onderzoek worden door de commissiegriffier bewaard. De raad kan openbaarmaking gelasten van de door de enquêtecommissie niet openbaar gemaakte stukken, tenzij de wet zich daar tegen verzet en geheim dienen te worden gehouden.
Artikel 74 Vertrouwelijke inlichtingen
Er is een commissie voor inlichtingen. De commissie voor inlichtingen bestaat uit de fractievoorzitters. De fractievoorzitters kunnen zich laten vervangen door diens plaatsvervangend fractievoorzitter. De voorzitter van de fractie met de meeste stemmen tijdens de verkiezingen is voorzitter van de commissie voor inlichtingen.
Artikel 75 Vertrouwenscommissie
De raad heeft een vertrouwenscommissie. De vertrouwenscommissie bestaat uit de fractievoorzitters, tenzij de raad anders beslist. De fractievoorzitters kunnen zich niet laten vervangen. De voorzitter van de fractie met de meeste stemmen tijdens de verkiezingen is voorzitter van de vertrouwenscommissie.
De vertrouwenscommissie is belast met taken als bedoeld in dit reglement en adviseert voorts:
de burgemeester omtrent de toepassing van de Gedragscode voor het gemeentebestuur; [ 'Gedragscode voor het gemeentebestuur' moet zijn 'Gedragscode voor bestuurders' ]
de raad omtrent het wijzigen van de Gedragscode voor het gemeentebestuur; [ 'Gedragscode voor het gemeentebestuur' moet zijn 'Gedragscode voor bestuurders' ]
Artikel 76 Benoeming ondervoorzitters
De raad benoemt twee ondervoorzitters, van wie de rangorde wordt bepaald door de volgorde van hun benoeming. De ondervoorzitters worden bij aanvang van de raadsperiode benoemd gedurende deze raadsperiode.
De raad kan, op voorstel van een commissie of een vijfde deel van de zittende leden, verdeeld over minimaal twee fracties, besluiten dat de beraadslaging in het algemeen over een stuk, dat aan de raad is aangeboden, zal geschieden voordat met het onderzoek of advisering door de commissie een aanvang wordt gemaakt.
Artikel 81 Geheimhouding en vertrouwelijkheid
Voor afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan door middel van een raadsbesluit besluiten de geheimhouding op te heffen.
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
De geheimhouding wordt door alle leden, ook hen die later van het verhandelde kennis hebben genomen, bewaard. De geheimhouding kan door de raad, met gesloten deuren vergaderd, worden opgeheven. Het is leden van de raad of een commissie niet toegestaan afschriften te maken en te houden van geheime stukken.
Artikel 83 Recht van initiatief
Het voorstel wordt onmiddellijk ter hand gesteld van het college met het verzoek zijn zienswijze te geven, zulks binnen twintig dagen na indiening van het voorstel. Het college behoeft hiervan geen gebruik te maken, en deelt dit mee. De raadsgriffier draagt zorg voor bekendmaking hiervan richting leden en via een publicatie.
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd onderwerp dient te worden behandeld, het voorstel eerst dient te worden verwezen naar een commissie of voor advies naar het college dient te worden gezonden. In het laatste geval bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Stukken kunnen niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad. De indiener van het voorstel kan daartoe, voor aanvang van de vergadering, een verzoek indienen bij de voorzitter. Eer stemming plaatsvindt, wordt de indiener in de gelegenheid gesteld het verzoek toe te lichten. Deze stemming vindt plaats eer de agenda van de vergadering wordt vastgesteld.
Artikel 87 Stilzwijgende goedkeuring
Wil het college verbintenissen, zowel privaatrechtelijk als publiekrechtelijk, aangaan, met eventuele financiële gevolgen, ook op termijn, of wegens garantiestelling, en voor zover binnen de financiële kaders, wordt door middel van stilzwijgende goedkeuring aan de raad voorgelegd de ontwerp-overeenkomst, eer deze overeenkomst door of namens de burgemeester wordt getekend.
Door middel van een raadsbesluit kan de raad volmacht aan het college afgeven tot het aangaan van verbintenissen, met financiële gevolgen binnen financiële kaders of met een garantiestelling tot een maximum. Afschriften van deze verbintenissen worden terstond door het college aan de raad beschikbaar gesteld.
De wens kan binnen twintig dagen te kennen worden gegeven door ten minste een vijfde deel van de zittende leden of door de rekeningcommissie, de ontwerp-verbintenis, als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel, voor een algemeen debat te agenderen voor de eerstvolgende vergadering en/of ter advisering te geven aan een commissie.
Indien lid 3 van dit artikel van toepassing is, en in gevallen van in lid 1 bedoeld verbintenissen, wordt goedkeuring onthouden en kan goedkeuring alleen worden verleend door middel van een raadsbesluit. De raad kan het nemen van een besluit aanhouden nadat zij financieel advies heeft gekregen van de rekeningcommissie en eventueel een inhoudelijk advies van een commissie.
Artikel 88 Vergoeding raadsleden en geldelijke steun fracties
Op voordracht van het presidium, worden bij aanvang van de raadsperiode regels vastgesteld voor het toekennen van geldelijke middelen aan fracties en voor het beheer van die middelen door fracties, zo ook de hoogte van de vergoeding voor de raadsleden.
Artikel 89 Raming en beheer geldelijke middelen raad, commissies en functies
De raad stelt jaarlijks de werkbegrotingen vast voor de raad en commissies.
Artikel 93 Verslaglegging hoorzittingen
Van hoorzittingen worden samenvattende verslagen opgesteld ten behoeve van de raad. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter van de commissie en de commissiegriffier, na goedkeuring door de commissie.
Het gemeentebestuur heeft een gedragscode. Door middel van een raadsbesluit bepaalt en wijzigt de gedragscode voor het gemeentebestuur. Door middel van een raadsbesluit wordt de gedragscode ook van toepassing bij personen die door de raad zijn benoemd in een door de raad ingestelde commissie of functie.
Het college doet een voorstel omtrent de afhandeling van een beroep- of bezwaarschrift. Het voorstel gaat gepaard met het advies van de bezwaarschriftencommissies en met het verslag van de zitting. In het geval van een beroepschrift: een advies van het college, inclusief de uitspraak van de rechter.
Artikel 100 Kennisgeving besluiten
De bestuursorganen binnen de gemeente geven elkaar uiterlijk binnen twee tot drie dagen kennis van hun besluiten, ten minste in de vorm van een besluitenlijst per vergadering. De lijst vermeldt ten minste de titel en de vastgestelde beslispunten.
Er wordt een register bijgehouden waarin leden van de raad en het college hun hoofdbetrekkingen en nevenfuncties vermelden, uiterlijk een week na aanvaarding of vervallen daarvan, doch uiterlijk voor de eerstvolgende vergadering, onderverdeeld naar betaalde, onbetaalde en q.q.-functies.
Is een lid anderszins dan als raadslid betrokken of betrokken geweest bij een onderwerp op de agenda, dan meldt dat lid dit bij de voorzitter voor aanvang van de vergadering. Daarbij geeft hij aan op welke wijze hij hierbij betrokken is geweest en in welke hoedanigheid. De voorzitter beoordeeld of deelname aan de beraadslaging en stemming wenselijk is en doet hierover mededeling in de raad bij het vaststellen van de agenda.
Artikel 103 Spreekrecht burgers
Het woord kan niet worden gevoerd over:
indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;
De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.
Artikel 105 Informatie uit eigener beweging
Uit eigener beweging informeert het college de raad voortdurend en terstond wat in het belang is van het functioneren van de raad.
Een mondeling overleg met het college of lid kan betrekking hebben op in handen van de raad gesteld voorstel of een ander in handen van de raad gesteld stuk door derden, en kan gericht zijn op het geregeld van gedachten wisselen over het algemeen beleid op initiatief van de raad of het college of een lid.
Indien de zaak zeer veel spoed vereist en het college tegenwoordig is, kan de raad besluiten, dat de interpellatie dadelijk wordt gehouden. Het college geeft dan, indien mogelijk, dadelijk de gevraagde inlichtingen. Is hem dit niet mogelijk, dan stelt de raad de verdere behandeling tot een later tijdstip uit.
Het lid dat de interpellatie heeft verzocht, tenzij de interpellatie dadelijk wordt gehouden, laat de voorzitter zo spoedig mogelijk via de griffie schriftelijk weten, welke vragen hij bij de interpellatie zal stellen. De raadsgriffier zendt de vragen terstond door naar de burgemeester en/of het college, tenzij bij de voorzitter, wegens vorm en inhoud van de vragen, daartegen overwegend bezwaar bestaat.
Artikel 108 Schriftelijke vragen
Het lid dat schriftelijke vragen wil stellen aan de burgemeester en/of een of meer wethouders, dient deze vragen bij de voorzitter in via de griffie. Namens de voorzitter zendt de griffie de vragen aan de burgemeester en/of het college, tenzij bij hem wegens vorm of inhoud van de vragen daartegen overwegend bezwaar bestaat. De overige leden krijgen via de griffie een afschrift van de vragen, zo ook worden deze door de griffie gepubliceerd.
Indien een lid van de raad over een onderwerp inlichtingen, als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid van de Gemeentewet verlangt, wordt een verzoek daartoe via de griffie schriftelijk ingediend bij de burgemeester of het college. Een afschrift van dit verzoek wordt door de griffie gezonden naar de leden van de raad.
Wil een lid verduidelijking van feiten, waaronder collegebesluiten, dan wordt het lid uitgenodigd gebruik te maken van de rondvraag. De rondvraag wordt terstond beantwoord, tenzij inzicht in details nodig is aan de hand van het dossier. De vraag wordt dan schriftelijk afgedaan door het college conform schriftelijke vraag.
Wil een commissie ambtenaren, die vallen onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester of college, horen, dan nodigt zij hen door tussenkomst van de burgemeester of het college uit. Wil een onderzoekscommissie ambtenaren als getuige onder ede horen, dan nodigt zij hen uit zonder tussenkomst van de burgemeester of het college.
Artikel 113 Overleg met ambtenaren
In een mondeling overleg kunnen met instemming van het college inlichtingen worden verschaft door daartoe door het college aangewezen ambtenaren.
Artikel 114 Ambtelijke informatie
Een lid wendt zich tot een ambtenaar, die valt onder de verantwoordelijkheid van het college, met een verzoek om feitelijke informatie van geringe omvang of om een afschrift van documenten die openbaar zijn of inzage in stukken of dossiers. Door middel van een raadsbesluit wordt deze mogelijkheid geboden.
Artikel 115 Gemeenschappelijke regeling
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende commissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 38, zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 121 Archiefzorg en -beheer
Overige stukken, waarvan de aard geheim is, zijn in bewaring gesteld van de raadsgriffier. De raadsgriffier bestempelt deze stukken eer deze achter slot en grendel in bewaring worden genomen, zo ook dat door de raadsgriffier of commissiegriffier afschriften na vergadering van de raad of een commissie worden ingenomen en vernietigd.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter. Het besluit wordt opgenomen in de afsprakenlijst van de raad in afwachting op de eerstvolgende herziening van dit reglement.
Artikel 125 Afwijking van reglement
De raad kan te allen tijde besluiten van de bepalingen van dit reglement af te wijken, indien geen der leden zich daartegen verzet en indien de afwijking niet in strijd is met de Gemeentewet of een andere wet.
Alle lopende zaken onder het oude regime valt per inwerkingtreding onder de bepalingen van dit reglement.
Artikel 128 College informeren
Door de raadsgriffier wordt een exemplaar van dit reglement uitgereikt aan de gemeentesecretaris en geïnformeerd wat in het licht van dit reglement van de burgemeester en het college wordt verlangd.
Artikel 129 Vervallen van stukken
Bij inwerkingtreding van dit reglement vervallen de volgende besluiten van de raad:
het RvO, d.d. 17 april 2000, kenmerk R 5699;
de Verordening commissie van overleg, d.d. 31 maart 2003, kenmerk R 6078;
de Verordening commissie van overleg, d.d. 25 maart 2002. kenmerk R 5947;
de Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning, d.d. 18 december 2003, kenmerk R 6180;
de instructie voor de raadsgriffier, d.d. 31 maart 2003, kenmerk R 6088.