Organisatie | Heerhugowaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Delegatiebesluit in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening |
Citeertitel | Delegatiebesluit WRO |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | delegatiebesluit |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-10-2008 | Nieuwe regeling | 23-09-2008 Stadsnieuws jrg 6. , nr 20, d.d. 7-10-2008, p.2 | RB2008086 |
de Raad van de gemeente Heerhugowaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 augustus 2008
en gelezen de side letter van 9 september 2009
gelet op het bepaalde in artikel 3.10 en artikel 6:12 van de Wet ruimtelijke ordening, artikel 156 van de Gemeentewet, en afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
Op 1 juli 2008 treedt een nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening in werking. De wet kent een aantal nieuwe ruimtelijke besluiten en brengt wijzigingen aan in de bestaande instrumenten. Zo worden de mogelijkheden om incidenteel af te kunnen wijken van het bestemmingsplan ingrijpend gewijzigd.
De huidige mogelijkheid om incidenteel af te wijken van het bestemmingsplan is opgenomen in artikel 19 van de WRO. Er kan op basis van dit artikel vrijstelling verleend worden. Deze vrijstellingsmogelijkheid is opgesplitst in drie categorieën. Artikel 19 lid 3 WRO bevat de basis voor een aantal gevallen waarbij de besluitvorming rechtstreeks door de wetgever is toegewezen aan ons college. Artikel 19 lid 2 WRO bevat de mogelijkheid voor Gedeputeerde Staten om de besluitvorming voor een aantal gevallen toe te wijzen aan ons college. Voor alle overige gevallen geldt artikel 19 lid 1 WRO. In beginsel is de gemeenteraad dan bevoegd, maar u kunt dit delegeren.
Het afwijken van het bestemmingsplan is op basis van de nieuwe wet uitsluitend mogelijk op basis van een ontheffingsmogelijkheid op basis van de wet of op basis van een projectbesluit. Het onderscheid tussen artikel 19 lid 1 en 2 is opgeheven. Dit heeft tot gevolg dat uw gemeenteraad het bevoegd orgaan is bij bouwwerken met een geringe ruimtelijke impact, zoals bijvoorbeeld uitbouwen en garages met een hoogte van meer dan 5,0 meter.
Knelpunt bij de nieuwe systematiek
Om te voorkomen dat de raadsagenda volstroomt en aanvragers lang moeten wachten op besluitvorming stellen wij voor om een delegatiebesluit te nemen en de besluitvorming ons college te delegeren.
Wenselijkheid projectbesluiten
Hoewel het verstandig is om een delegatiebesluit te nemen, dient er ook stilgestaan te worden bij de vraag of het wel wenselijk is om veel met projectbesluiten te werken. Er zijn immers ook andere mogelijkheden, zoals postzegelbestemmingsplannen. Deze vraag is relevant omdat het projectbesluit van de nodige procedurele eisen en voorwaarden is voorzien.
Het projectbesluit moet gevolgd worden door een bestemmingsplan of beheersverordening waar het projectgebied in is opgenomen. Dat betekent een dubbele procedure. Ook moet het ontwerpbesluit naar diverse instanties worden verzonden. Niet alleen moet er meer werk worden verricht, er zijn ook meer kosten mee gemoeid. Alleen al de kosten voor de advertenties in de Staatscourant (2x voor het projectbesluit, 2x voor het bestemmingsplan dat er op volgt) zijn behoorlijk hoog. De uitgestelde legesinvordering werkt ook kostenverhogend doordat de administratie moet worden bijgehouden van uitgestelde leges en kosten door renteverlies, wat in ontwikkelingsgebieden bij andere met name grote(re) ontwikkelingen leiden tot een aanzienlijke inkomstenderving. De uitgestelde leges betekent ook een risico: de rechtspersoon van de initiatiefnemer kan failliet gegaan zijn of niet willen betalen of de speciaal voor het project opgerichte rechtspersoon (bijv. een ontwikkelingsmaatschappij) kan worden opgeheven. Uit bovenstaande moet geconcludeerd worden dat het projectbesluit in vergelijking met een directe herziening van het bestemmingsplan een onhandig instrument is dat veel kosten en administratie met zich meebrengt.
Wij zijn er dan ook voorstander van om voor projecten met enige omvang primair te kiezen voor het verlenen van medewerking middels het opstellen van een (postzegel)bestemmingsplan. Pas als er een bewuste reden is om hiervan af te wijken wordt medewerking verleend middels een projectbesluit. Dat kan gaan om zeer kleine gevallen, zeer spoedeisende gevallen of als er bijvoorbeeld een bestemmingsplan is waarvan een klein deel nog aangevochten wordt en waardoor de ontwikkeling van de overige gebieden, die niet ter discussie staan, grote vertraging dreigen op te lopen. Er kan dus, ondanks de wens om zoveel mogelijk te werken met bestemmingsplannen alsnog een reden zijn om te kiezen voor een projectbesluit. Voor dergelijke gevallen is het verstandig om te delegeren.
Algemene insteek delegatiebesluit
Daarvan kan in voorkomende gevallen worden afgeweken door medewerking te verlenen middels een projectbesluit. Om te voorkomen dat er onnodige lange besluitvormingstrajecten ontstaan wordt voorgesteld om de besluitvorming omtrent projectbesluiten te delegeren aan ons college tenzij er sprake is van:
a.Afwijking van de speerpunten van beleid uit het structuurbeeld
In het structuurbeeld zijn de drie gebieden die specifiek zijn aangeduid als speerpunt. Deze gebieden vragen om bijzondere aandacht. Het gaat om het landelijk gebied, de bestaande stad en de Broekhornpolder. Bestaat de wens om medewerking te verlenen aan een project dat op onderdelen afwijkt van dit door de gemeenteraad vastgestelde kaderstellend ruimtelijk beleid, dan is de gemeenteraad ook in eerste instantie degene die een besluit dient te nemen over het project dat daar op onderdelen van afwijkt. Dit om te voorkomen dat door de afwijking de oorspronkelijke beleidsdoelen worden doorkruist. Er kan natuurlijk altijd per specifiek geval voorgesteld worden om, indien de gemeenteraad medewerking wenst te verlenen, de verdere besluitvorming te delegeren.
Initiatieven van een zodanige omvang dat een besluit van de gemeenteraad op zijn plaats is. Daarbij wordt rekening gehouden met de relatie met de omgeving. Daarbij is rekening gehouden met de relatie met de omgeving. Indien er sprake is van een onbebouwde omgeving, zoals bij het buitengebied, dan is er eerder sprake van een grootschalig project.
Initiatieven met een sterk merkbare gevolgen voor de omgeving, door bijvoorbeeld licht, geluid, stankoverlast, externe veiligheid of als het gaat om voorzieningen met een grote parkeerbehoefte. Bij dergelijke projecten moet gedacht worden aan:
Om onduidelijkheid te voorkomen zijn de grootschalige en gevoelige projecten nader uitgewerkt.
Als een project past binnen een (ontwerp)bestemmingsplan, dat minimaal voor de inspraak ter visie is gelegd, of vastgestelde structuurvisie, dan is de besluitvorming in verband met een projectbesluit per definitie gedelegeerd, ook als er sprake is van een gevoelig of grootschalig project. Het gaat dan immers om de uitvoering van reeds genomen (raads)besluiten.
De bovengenoemde wijze van delegeren komt overeen met de wijze waarop Gedeputeerde Staten op dit moment de categorieën van gevallen heeft bepaald waarvoor vrijstelling ex artikel 19 lid 2 WRO verleend kan worden. Als gekozen wordt voor de omgekeerde variant (vastleggen wat wel gedelegeerd wordt waarbij alle overige gevallen bij de gemeenteraad blijven), dan is de kans groot voordeel dat kleinere gevallen die niet voorzien zijn, onbedoeld alsnog de langere weg naar de gemeenteraad moeten bewandelen.
Gevoelige en/of grootschalige voorzieningen
Structuurbeeld Heerhugowaard 20052015
Werken (bedrijven/winkels/maatschappelijke/recreatieve voorzieningen)
Groen, water, (cultuur)landschap
-Projecten die veranderingen tot gevolg hebben in de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur en het Waarderhout (de belangrijke onderdelen van de groene en blauwe loper) worden gezien als gevoelige projecten.
Gebruikswijziging buiten de bebouwde kom
-Overige wijzigingen van het gebruik van bouwwerken of gronden buiten de bebouwde kom (al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten), voor zover niet genoemd in de bovenstaande punten, worden gezien als gevoelig/grootschalig:
Uitzondering voor geringe uitbreidingen van bestaande voorzieningen
-Projecten zijn niet gevoelig of grootschalig indien het project wat gebruik betreft voorzien is in het geldende bestemmingsplan, maar er slechts sprake is van een beperkte mate van overschrijding van de maximale bouwmogelijkheden. Daarbij dient bijvoorbeeld gedacht te worden aan (geringe) overschrijdingen van de rooilijn, overschrijdingen van het bouwvlak, bouwhoogte, maximale volume, dakhellingen en dergelijke.
Korte toelichting gevoelige en/of grootschalige voorzieningen
In verband met de toenemende schaalvergroting in de landbouw wordt regelmatig verzocht om bestaande stolpboerderijen te kunnen splitsen. Bij een dergelijke splitsing is er sprake van het toevoegen van één woning in het buitengebied. Een dergelijke ingreep wordt op basis van het delegatiebesluit niet gezien als grootschalig of gevoelig.
Verkeer en de daarmee gepaard gaande uitstraling is vaak onderwerp van discussie. Dat wil echter niet zeggen dat er sprake is van een grootschalig of gevoelig project. In het kader van dit delegatiebesluit zijn alleen de aanleg of wijziging van de grotere wegen en (hoofd)wegenstructuur grootschalig en/of gevoelig. De aanleg van nieuwe of wijziging van bestaande erftoegangswegen (30 km/uregime) en de wijziging van bestaande gebiedsontsluitingswegen worden niet gezien als grootschalig of gevoelig.
Groen, water, (cultuur)landschap
Water vormt een belangrijke onderlegger voor andere ruimtelijke ingrepen, maar er wordt zelden of nooit een project ingediend die uitsluitend gericht zijn op wateraspecten. Projecten met uitsluitend gevolgen voor de waterhuishouding worden niet gezien als grootschalig of gevoelig. Ten aanzien van archeologische waarden, monumenten en andere cultuurhistorische waarden is van belang dat deze waarden in het verleden niet een zodanige rol hebben gespeeld dat er door de aanwezigheid sprake is geweest van grootschalige of gevoelige projecten. Er is dan ook voor gekozen om geen speerpunten op dit punt te benoemen.
Ten aanzien van bedrijven met gevolgen voor externe veiligheid is van belang wat onder nieuwvestiging wordt verstaan. Het gaat uitsluitend om die gevallen waarbij er voor het eerst een ruimtelijke afweging gemaakt moet worden in verband met het BEVI. Projecten zijn gevoelig als het gaat om een nieuw bedrijf dat zich vestigt, een bestaand bedrijf dat zodanig uitbreid of wijzigt dat het bedrijf onder het BEVI komt te vallen, of bedrijven die door een aanpassing van het BEVI onder de werking van dit besluit komen te vallen.
Indien een ander project gerealiseerd wordt binnen de groepsrisicocontour van een bedrijf is er geen sprake van een gevoeligproject. Ook indien er sprake is van wijziging/uitbreiding van bestaande bedrijvigheid, die al onder het BEVI valt, is er geen sprake van een gevoelig project.
Delegatie van weigeringsbesluiten
In de woningwet wordt vastgelegd dat aanvragen bouwvergunning die niet passen in een bestemmingsplan, automatisch moeten worden opgevat als een verzoek om ontheffing danwel het nemen van een delegatiebesluit.
Dat kan betekenen dat als een verzoek wordt ingediend dat evident niet binnen het beleid van de gemeente past, weigering uitsluitend mogelijk is indien de gemeenteraad een besluit neemt. Om dit te voorkomen is delegatie van het besluit om geen medewerking te verlenen middels een projectbesluit noodzakelijk.
Delegatie van kostenverhaal bij projectbesluiten
Tenslotte is onder punt 3 nog een specifieke delegatie opgenomen. Het gaat om de delegatie van de besluitvorming omtrent kostenverhaal (via een exploitatieplan of via een overeenkomst) bij het verlenen van medewerking middels een projectbesluit.
De wetgever heeft het instrumentarium van kostenverhaal gekoppeld aan de ruimtelijke besluitvorming. In het kader van bestemmingsplannen dient de raad over het kostenverhaal te besluiten omdat dit samenhangt met het bestemmingsplan, en de besluitvorming omtrent bestemmingsplannen is niet delegeerbaar. Dat is echter niet het geval bij projectbesluiten. Omdat deze besluitvorming te delegeren is, is ook de besluitvorming rond het kostenverhaal te delegeren.
In de huidige bestendige praktijk wordt het kostenverhaal door ons college afgehandeld op basis van de door de raad vastgestelde kaders. Wij zien geen aanleiding om op dit punt wijzigingen aan te brengen. Er wordt dan ook voorgesteld om de besluitvorming omtrent kostenverhaal bij projectbesluiten te delegeren aan ons college, ongeacht de vraag of er sprake is van een grootschalig of gevoelig project.
Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard,