Organisatie | Veere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Autokostenregeling |
Citeertitel | Autokostenregeling |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-01-2011 | 01-01-2020 | Onbekend | 06-01-2011 Geen bron | Geen | |
06-01-2011 | 06-01-2011 | nieuwe regeling | 06-01-2011 Geen bron | Geen |
Medewerker in de zin van deze regeling is hij die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn, alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan.
Aan een medewerker die naar de mening van het afdelingshoofd, in het belang van dienst, voor de vervulling van zijn betrekking een eigen auto beschikbaar moet houden, kan een vaste autokostenvergoeding voor woon-werkverkeer worden toegekend;
Geen vergoeding wordt toegekend als niet gemiddeld op drie of meer dagen per week de auto beschikbaar gehouden moet worden voor de vervulling van de betrekking;
De secretaris beslist op advies van het afdelingshoofd en na bespreking in het MT of een werknemer in aanmerking komt voor een toelage als bedoeld in deze regeling;
De vergoeding wordt maandelijks uitbetaald. Het betreft een netto vergoeding, die vanwege fiscale wetgeving zonodig gebruteerd wordt, ter grootte van:
Indien op basis van een ander besluit recht bestaat op vergoeding van woon-werkverkeer treedt de autokostenvergoeding daarvoor in de plaats (anticumulatie);
In afwijking op het eerste lid wordt voor de bepaling van de afstand woon-werk de optimale route genomen als de kortste route niet efficiënt is;
In aanvulling op deze vaste vergoeding heeft de medewerker recht op vergoeding van alle zakelijke omrijkilometers* tegen het hoge kilometertarief.
Artikel 4 Beëindiging vergoeding
De vergoeding eindigt in ieder geval met ingang van de dag van beëindiging van het dienstverband en/of indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn;
Indien een medewerker gedurende vier aaneengesloten weken geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, wordt de autokostenvergoeding gestopt met terugwerkende kracht tot het moment van het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid. Ten onrechte uitbetaalde vergoeding wordt verrekend. Recht op de vergoeding ontstaat weer met ingang van de dag waarop de werkzaamheden volledig worden hervat (met inachtneming van de overige voorwaarden).
Bij opname van onbetaald verlof op basis van artikel 6:9 van de CAR stopt (op basis van artikel 6:10 van de CAR) de autokostenvergoeding voor de duur van het verlof.
De vergoeding kan worden stopgezet indien de medewerker weigert een volledige en deugdelijke declaratie van gereden zakelijke kilometers bij te houden, conform de eisen die de belastingdienst daaraan stelt.
Indien de medewerker na toekenning van de vergoeding op vrijwillige basis verhuist naar een woonplaats die op grotere afstand ligt van de werkplek dan de oorspronkelijke woonplaats, ontstaat geen recht op een hogere vergoeding. De vergoeding blijft in dat geval gebaseerd op het oorspronkelijke bedrag. In het omgekeerde geval wordt de vergoeding gebaseerd op de nieuwe (kortere) afstand tussen de woning en de werkplek.
Schade (waaronder het verlies aan no-claimkorting) als gevolg van het gebruik van een eigen auto op grond van deze regeling, wordt vergoed conform het gestelde in artikel 15:1:23 van de CAR/UWO. De medewerker wordt geadviseerd om een zgn. all-riskverzekering af te sluiten, omdat de kosten daarvan geacht worden te zijn verdisconteerd in het hoge kilometertarief.
De afdeling POI controleert steekproefsgewijs of de medewerker voldoet aan het gestelde in deze regeling.