Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bonaire

EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 6e juli 1972 no. 1, houdende vaststelling van de "Duurtetoeslagregeling gepensioneerden 1972"

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBonaire
OrganisatietypeCaribisch openbaar lichaam
Officiële naam regelingEILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 6e juli 1972 no. 1, houdende vaststelling van de "Duurtetoeslagregeling gepensioneerden 1972"
CiteertitelDuurtetoeslagregeling gepensioneerden 1972
Vastgesteld doorBestuurscollege
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Eilandsbesluit vaststellen positieve lijst regelgeving Bestuurscollege Bonaire (AB 2010, nr. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.

Dit besluit vervangt de Duurtetoeslagregeling gepensioneerden 1969 (A.B. 1969 no. 15).

Bij de wijzigingsregeling van 17-12-1973 (A.B. 1973, no. 20) geldt de terugwerkende kracht t/m 1-7-1971 alleen voor artikel 1, onder I, van die regeling. Aan de artikelen 1, onder II en III, en 2 werd terugwerkende kracht verleend t/m 1-1-1971.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen van 08 OKT. 2010 no. 12 tot vaststelling van de eilandsbesluiten, houdende algemene maatregelen voor het openbaar lichaam Bonaire

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam

08-10-2010

A.B. 2010, no. 19

Onbekend
27-10-197701-07-197610-10-2010art. 2

24-10-1977

A.B. 1977, no. 24

n.v.t.
04-11-197601-07-1975art. 2

03-11-1976

A.B. 1976, no. 29

n.v.t.
28-01-197501-07-1974art. 2

27-01-1975

A.B. 1975, no. 6

n.v.t.
25-01-197501-01-1974art. 2

24-01-1975

A.B. 1975, no. 4

n.v.t.
28-06-197401-07-1973art. 2

26-06-1974

A.B. 1974, no. 8

n.v.t.
18-12-197301-07-1972art. 2

17-12-1973

A.B. 1973, no. 22

n.v.t.
18-12-197301-07-1971art. 2, 4, 5, 6

17-12-1973

A.B. 1973, no. 20

n.v.t.
08-07-197201-01-1969Nieuwe regeling

06-07-1972

A.B. 1972, no. 4

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 6e juli 1972 no. 1, houdende vaststelling van de "Duurtetoeslagregeling gepensioneerden 1972"

 

 

Artikel 1.

Dit besluit is van toepassing op de volgende categorieën van gepensioneerden, die pensioen genieten ten laste van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen:

  • 1.

    de gewezen eilandsambtenaren van het Eilandgebied Bonaire en hun weduwen en wezen,

  • 2.

    de op of na 1 september 1963 gepensioneerde ter beschikking van het Eilandgebied Bonaire gestelde landsdienaren;

  • 3.

    de weduwen en wezen van de op of na 1 september 1963 gepensioneerde ter beschikking van het Eilandgebied Bonaire gestelde landsdienaren;

  • 4.

    de weduwen en wezen van de gewezen ter beschikking van het Eilandgebied Bonaire gestelde landsdienaren die op of na 1 september 1963 in dienst zijn geweest;

  • 5.

    de gewezen verplichte leerkrachten van de bijzondere scholen wier bezoldiging enz. tot op het tijdstip van eindiging van het dienstverband uit de kas van het eilandgebied Bonaire werd vergoed en voor wie het Bestuurscollege toestemming heeft verleend voor hun uitzending naar Bonaire dan wel medewerking voor hun benoeming in vaste dienst, alsmede de weduwen en wezen,van de tot deze categorie behorende gewezen verplichte leerkrachten;

  • 6.

    de gewezen verplichte leerkrachten van de bijzondere scholen wier bezoldiging enz. tot op het tijdstip van eindiging van het dienstverband uit de kas van het Eilandgebied Bonaire werd vergoed, indien deze leerkrachten op 1 september 1963 of daarna worden gepensioneerd;

  • 7.

    de weduwen en wezen van de op of na 1 september 1963 gepensioneerde verplichte leerkrachten van de bijzondere scholen wier bezoldiging enz. tot op het tijdstip van eindiging van het dienstverband uit de kas van het Eilandgebied Bonaire werd vergoed;

  • 8.

    de weduwen en wezen van de gewezen verplichte leerkrachten van de bijzondere scholen wier bezoldiging enz. tot op het tijdstip van eindiging van het dienstverband uit de kas van het Eilandgebied Bonaire werd vergoed, indien dit dienstverband op of na 1 september 1963 is geëindigd.

Artikel 1a.
  • 1.

    De gehuwde gepensioneerden en weduwen, wier pensioen komt ten laste van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen, genieten voor hun ongehuwde wettige gewettigde en/of stiefkinderen beneden de leeftijd van achttien jaar, laatstgenoemden voor zover zij geheel ten laste van de gepensioneerde of de weduwe komen, een kindertoelage van:

    voor 1 kind

    3% van het bedrag van het pensioen verhoogd met duurtetoeslag;

    Voor 2 kinderen

    5% van het bedrag van het pensioen verhoogd met duurtetoeslag;

    “ 3 kinderen

    7% van het bedrag van het pensioen verhoogd met duurtetoeslag;

    voor elk kind boven het aantal van 3 wordt een kindertoelage van 2% van het pensioen verhoogd met duurtetoeslag toegekend.

    De kindertoelage wordt naar boven afgerond tot het naaste bedrag in volle guldens, dat een veelvoud vormt van twaalf.

  • 2.

    Het vorig lid is eveneens van toepassing op kinderen beneden de leeftijd van achttien jaar, die deel uitmaken van het gezin van de gepensioneerde, die hij geheel als eigen kinderen onderhoudt en opvoedt elk afzonderlijk geval door het Bestuurscollege te beoordelen.

  • 3.

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing op natuurlijke kinderen van de gepensioneerde, tenzij de moeder van deze kinderen is overleden en de gepensioneerde deze kinderen heeft erkend, dan wel de voogdij over deze kinderen uitoefent en bedoelde kinderen deel uitmaken van zijn gezin en geheel als eigen kinderen door hem worden onderhouden en opgevoed, elk geval door het Bestuurscollege afzonderlijk te beoordelen.

  • 4.

    Voor de toepassing van dit artikel worden met kinderen beneden de leeftijd van achttien jaar gelijkgesteld:

    • a.

      kinderen van achttien tot vijf en twintig jaar, wiens tijd behoudens in geval van ziekte of vakantie geheel of grotendeels in beslag wordt genomen door of in verband met het volgen van onderwijs;

    • b.

      kinderen van achttien tot vijf en twintig jaar, die naar het oordeel van het Bestuurscollege ten gevolge van ziekte of gebreken blijvend buiten staat zijn om de arbeid, die voor hun krachten is berekend, een derde te verdienen van hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde kinderen van gelijke leeftijd in staat zijn met arbeid te verdienen.

  • 5.

    Het genot van kindertoelage vangt aan met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die, waarin het recht op kindertoelage is ontstaan en eindigt met ingang van de eerste van de maand, volgende op die, waarin het recht op kindertoelage verloren is gegaan.

  • 6.

    De kindertoelage wordt door het Bestuurscollege toegekend en uitbetaald tegelijk met het pensioen.

  • 7.

    De kindertoelage kan, indien gegrond vermoeden bestaat, dat zij niet ten goede komt of zal komen aan het kind ten behoeve waarvan zij is toegekend, aan een ander dan aan de gepensioneerde of diens weduwe worden betaalbaar gesteld.

Artikel 2.
  • 1.

    Aan de gepensioneerden en weduwen en wezen, die pensioen genieten ten laste van het Algemeen pensioenfonds van de Nederlandse Antillen, wordt een tijdelijke duurtetoeslag op hun pensioen toegekend volgens onderstaande tabel:

     

     

     

    percentage van de duurtetoeslag voor

     

     

     

     

     

    pensioen

     

     

    Ongehuwden:

    gehuwden:

     

     

     

     

     

     

    tot en met

    f.1.200,-

    332

    368

    f.1.203,-

    ‘’

    f.1.800,-

    245

    295

    f.1.803,-

    ‘’

    f.2.400,-

    242

    293

    f.2.403,-

    ‘’

    f.3.000,-

    205

    200

    f.3.003,-

    ‘’

    f.3.600,-

    199

    196

    f.3.603,-

    ‘’

    f.4.200,-

    192

    186

    f.4.203,-

    ‘’

    f.4.800,-

    187

    187

    f.4.803,-

    ‘’

    f.5.400,-

    171

    187

    f,5.403,-

    ‘’

    f.6.000,-

    170

    181

    f.6.003,-

    ‘’

    f.6.600,-

    167

    177

    f.6.603,-

    ‘’

    f.7.200,-

    163

    176

    f.7.203,-

    ‘’

    f.7.800,-

    160

    174

    f.7.803,-

    ‘’

    f.8.400,-

    160

    174

    f.8.403,-

    ‘’

    f.9.000,-

    159

    170

    f.9.003,-

    ‘’

    f.9.600,-

    159

    170

    De aldus berekende duurtetoeslag wordt naar boven afgerond tot het naaste bedrag in volle guldens, dat een veelvoud vormt van twaalf.

  • II.

    Bij verandering van omstandigheden, die de grootte van de duurtetoeslag bepalen, wordt de duurtetoeslag gewijzigd met ingang van de eerste van de maand, volgende op die waarin de verandering plaats vond.

  • III.

    Voor de toepassing van dit besluit worden als gehuwd beschouwd:

    • a.

      de mannelijke gewezen ambtenaren, die gehuwd zijn of gehuwd geweest zijn, alsmede de weduwe van deze gewezen ambtenaren;

    • b.

      de vrouwelijke gewezen ambtenaren, die gehuwd geweest zijn en niet zijn hertrouwd.

Artikel 3.
  • 1.

    Na het overlijden van een gepensioneerd ambtenaar, wiens pensioen ten laste kwam van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen, wordt aan diens weduwe een bedrag uitgekeerd gelijk aan driemaal het bedrag van de maandelijkse duurtetoeslag op het pensioen van de overledene op het tijdstip van overlijden.

  • 2.

    Indien de overledene geen betrekking als bedoeld onder 1 nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of erkende natuurlijke kinderen van de overledene. Ontbreken ook zodanige kinderen, dan geschiedt de uitkering, indien de overledene kostwinner was van ouders, broeders, zusters of meerderjarige kinderen, ten behoeve van deze betrekkingen.

  • 3.

    Laat de overledene ook geen betrekkingen als bedoeld onder 2 na, dan kan het onder letter 1 bedoelde bedrag geheel of ten dele worden uitgekeerd voor de betaling van de kosten der laatste ziekte en der begrafenis, zo de nalatenschap van de overledene voor de betaling dier kosten ontoereikend is.

Artikel 4.

De duurtetoeslag wordt bij besluit van het Bestuurscollege toegekend met ingang van de datum der pensionering en wordt tegelijk met het pensioen uitbetaald.

Artikel 5.

Dit besluit, hetwelk kan worden aangehaald als “Duurtetoeslagregeling gepensioneerden 1972”, treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn afkondiging en werkt terug tot en met 1 januari 1969.