Organisatie | Tynaarlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Dorpsvernieuwing 1999 |
Citeertitel | Dorpsvernieuwing 1999 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-02-2000 | Onbekend | 14-12-1999 Oostermoer, 02-02-2000 | Raadsvergadering, agendapunt 27, 14-12-1999 |
Betreft: Vaststellen van een nieuwe verordening op de Dorpsvernieuwing 1999
De raad van de gemeente Zuidlaren;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
overwegende dat door de gemeentelijke herindeling de bestaande verordeningen moeten worden vernieuwd
gelet op de desbetreffende bepalingen van de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder Stads- en Dorpsvernieuwing, verder te noemen Dorpsvernieuwing, de stelselmatige inspanning, zowel op stedenbouwkundig als op sociaal, economisch, cultureel en milieuhygiënisch gebied, gericht op behoud, herstel, verbetering, herindeling of sanering van bebouwde gedeelten van het gemeentelijk grondgebied.
De gemeenteraad neemt jaarlijks een besluit, waarin wordt aangegeven welk bedrag voor een bepaald jaar beschikbaar wordt gesteld in het belang van de dorpsvernieuwing aan natuurlijke of rechtspersonen.
Restauratie en/of onderhoud van gemeentelijke en provinciale monumenten, van beeldbepalende en beeldondersteunende panden en onderhoud van woonhuismonumenten.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
gemeentelijke, provinciale en rijksmonumenten: onroerende zaken (objecten) die uit oogpunt van cultuurhistorie van betekenis zijn door hun architectonische kwaliteit, gaafheid, zeldzaamheid, situering in het landschap c.q. dorpsbeeld of die anderszins van belang zijn in het licht van de historie van de streek;
subsidiabele kosten: de kosten, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn om het cultuurhistorische karakter van een gemeentelijk- of provinciaal- of woonhuismonument en beeldbepalende- of beeldondersteunende panden, op sobere en doelmatige wijze te herstellen of te conserveren. Kosten die worden gedekt door een verzekering worden niet als subsidiabele kosten aangemerkt.
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van deze verordening een incidentele subsidie verlenen in de kosten van naar het oordeel van burgemeester en wethouders sober en doelmatig uit te voeren onderhoud- en restauratiewerkzaamheden (subsidiabele kosten) voor onder artikel 2.1 sub a en d genoemde objecten.
Op de onderhoudskosten worden verminderd met de kosten die op en andere wijze worden vergoed of gesubsidieerd.
Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een subsidieaanvraag advies inwinnen bij een door hen aan te wijzen deskundige. De aanvrager is gehouden alle informatie te verschaffen die nodig is voor de beoordeling van de subsidieaanvraag.
Geen subsidie wordt toegekend:
indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de bouwkundige vormgeving, de kleurstelling en/of de relatie van het gemeentelijk monument met de naaste omgeving sedert de plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst zodanig is/zijn gewijzigd dat daardoor aan het aanzien, het karakteristiek en/of de samenhang met de naaste omgeving in ernstige mate afbreuk is gedaan.
Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van het bepaalde in dit hoofdstuk nadere eisen stellen aan de uitvoering van het onderhoud- en restauratieplan.
In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in het belang van het behoud van streekeigen elementen afwijken van de bepalingen van deze verordening. Burgemeester en wethouders zullen hiertoe niet overgaan dan nadat de betreffende raadscommissie van advies daarmee heeft ingestemd.