Raadsbesluit nr. 4
Betreft: verordening ex art. 213 van de Gemeentewet
De raad van de gemeente Tynaarlo;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2003;
gelet op artikel 213 van de Gemeentewet;
B E S L U I T:
vast te stellen:
de Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting
van de financiële organisatie van de gemeente Tynaarlo.
Artikel 1. Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
accountant
een door de raad benoemde:
- -
- -
accountant-administratieconsulent met een aantekening in het
inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van
artikel 36, Wet op de Accountant-Administratieconsulenten
of
- -
organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde
accountants samenwerken, belast met de controle van de in
artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.
- b.
accountantscontrole
de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening
uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant van:
- -
het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde
baten en lasten en de grootte en samenstelling van het
vermogen;
- -
het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en
balansmutaties;
- -
het in overeenstemming zijn van de door het college
opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur te stellen regels bedoelt in artikel
186 Gemeentewet;
- -
de inrichting van het financieel beheer en de financiële
organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en
rechtmatige verantwoording mogelijk maken; waarbij de nadere
regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213
Gemeentewet, in acht worden genomen.
- c.
rechtmatigheid in het kader van de
accountantscontrole
het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële
beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet-
en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole
gemeenten.
- d.
deelverantwoording
een in opdracht van de raad ten behoeve van de verslaglegging
opgestelde verantwoording van een afzonderlijke organisatie-eenheid
binnen de gemeentelijke organisatie, welke verantwoording onderdeel
uit maakt van de jaarrekening.
Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole
- 1.
De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door de raad te
benoemen accountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor
een periode van 4 jaar.
- 2.
Het college bereidt in overleg met de raad de aanbesteding van de
accountantscontrole voor.
- 3.
De raad stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het
programma van eisen vast. In het programma van eisen worden voor de
jaarlijkse accountantscontrole opgenomen:
- a.
de toe te passen goedkeuringstoleranties (en afwijkende
rapporteringstoleranties) bij de controle van de
jaarrekening;
- b.
de apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij
toe te passen omvangsbases en goedkeuringstoleranties (en
afwijkende rapporteringstoleranties);
- c.
de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;
- d.
de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse
controles;
- e.
de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende
tussentijdse rapportering;
en voor ieder afzonderlijk te controleren
begrotingsjaar:
- f.
de posten van de jaarrekening en deelverantwoordingen met
bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de
accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te
besteden;
- g.
de gemeentelijke producten en of organisatieonderdelen met
bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de
accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te
besteden.
- 4.
In afwijking van het gestelde in lid 3, letters f en g kan de raad
in het programma van eisen opnemen, dat de raad jaarlijks
voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant
vaststelt de posten van de jaarrekening, de posten van de
deelverantwoordingen, de gemeentelijke producten en de gemeentelijke
organisatieonderdelen, waaraan de accountant bij zijn controle
specifiek aandacht dient te besteden en welke
rapporteringstoleranties hij daarbij dient te hanteren.
- 5.
In geval van Europese aanbesteding van de accountantscontrole stelt
de raad voor de selectie van de accountant de selectiecriteria vast
en per selectiecriterium de bijbehorende weging vast.
Artikel 3. Informatieverstrekking door college
- 1.
Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de
jaarrekening conform de geldende interne - en externe wet- en
regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.
- 2.
Het college draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten
grondslag liggende verordeningen, nota’s, collegebesluiten,
deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten,
berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed
toegankelijk zijn.
- 3.
Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de
accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de
oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.
- 4.
Het college overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de
accountantsverklaring en het verslag van bevindingen voor uiterlijk 1
juni aan de raad.
- 5.
Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor
behandeling van de jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van
invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door
het college aan de raad en de accountant gemeld.
Artikel 4. Inrichting accountantscontrole
- 1.
De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze
waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de
omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.
- 2.
De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de
frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de
controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.
- 3.
Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole
vindt periodiek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en
(een vertegenwoordiger uit) de raad, (een vertegenwoordiger van) de
rekenkamer(functie), de portefeuillehouder financiën, de
gemeentesecretaris, de (concern-)controller en het hoofd van de afdeling
bestuurs– en managementondersteuning.
Artikel 5. Toegang tot informatie
- 1.
De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren
en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven,
computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de
accountantscontrole nodig oordeelt. Het college draagt er zorg voor dat
de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een
onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen,
terreinen en informatiedragers van de gemeente.
- 2.
De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en
schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de
uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het college draagt
er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking
verlenen.
- 3.
Het college draagt er zorg voor, dat alle organisatie-eenheden van de
gemeente zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken,
opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over
de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het
gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte
informatie.
Artikel 6. Overige controles en opdrachten
- 1.
Het college kan de door de raad benoemde accountant opdracht geven tot
het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de
rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de
onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het
college informeert de raad vooraf over deze aan de accountant te
verstrekken opdrachten.
- 2.
Het college draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende
de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de
ministeries. Het college is voor de controle van de rechtmatige
besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan
een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het
belang van de gemeente is.
- 3.
Het college draagt de zorg voor de verantwoording aan derden
(Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt
hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze
vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is het college
bevoegd hiervoor de opdracht verlenen aan een andere dan de door de raad
benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.
Artikel 7. Rapportering
- 1.
Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden
tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze
terstond schriftelijk aan de raad en zendt een afschrift hiervan aan het
college.
- 2.
In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen
brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles
verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de
ambtenaar van wie het geldelijk beheer, het vermogensbeheer, de
administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd, de
(concern-)controller en het hoofd van de afdeling Bestuurs- en
ManagementOndersteuning dan wel andere daarvoor in aanmerking komende
ambtenaren.
- 3.
De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen worden voor
verzending aan de raad door de accountant aan het college voorgelegd met
de mogelijkheid voor het college om op deze stukken te reageren.
- 4.
De accountant bespreekt voorafgaand aan de raadsbehandeling van de
jaarstukken het verslag van bevindingen met (een voor dit doel door de
raad ingestelde vertegenwoordiging van) de raad.
Artikel 8. Overige
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de raad.
Artikel 9. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking per 15 november 2003, met dien verstande
dat zij van toepassing is op de accountantscontrole van de jaarrekening (en
deelverantwoordingen) van het verslagjaar 2004 en later.
Artikel 10. Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Controleverordening
gemeente Tynaarlo”.