Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadskanaal

Nadere regelen ter aanvulling van artikel 12 van de Regeling studiekostenfaciliteiten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStadskanaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regelen ter aanvulling van artikel 12 van de Regeling studiekostenfaciliteiten
CiteertitelNadere regelen ter aanvulling van artikel 12 van de Regeling studiekostenfaciliteiten
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervallen wegens het in werking treden van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Regeling studiekostenfaciliteiten, art. 12

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-10-199401-01-199401-01-2020nieuwe regeling

25-10-1994

Geen

BW, 25-10-1994

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regelen ter aanvulling van artikel 12 van de Regeling studiekostenfaciliteiten

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Stadskanaal;

gelezen de circulaire van het College voor Arbeidszaken van 23 april 1993, kenmerk ARZ/304837;

gelet op de verkregen overeenstemming in de Commissie voor Georganiseerd Overleg;

gelet op artikel 12 van de Regeling Studiekostenfaciliteiten;

besluiten:

  • a.

    vast te stellen de het volgende "Nadere regelen ter aanvulling van artikel 12 van de Regeling studiekostenfaciliteiten";

  • b.

    in te trekken de Nadere regelen ter aanvulling van de Regeling Studiekosten-faciliteiten 1973 op grond van artikel 12 van deze regeling van 9 december 1980.

Bij artikel 5.

Verlenging van de termijn genoemd in dit artikel heeft alleen plaats indien de studieresultaten voldoende zijn. Hierbij worden de volgende punten in acht genomen:

  • a.

    de normale duur van de studie wordt bij de hantering van deze regels als basis genomen;

  • b.

    de rapportcijfers van de bestuursschool of lesinstituut;

  • c.

    het al of niet overgaan naar een hoger leerjaar;

  • d.

    het al of niet met gunstig resultaat afleggen van tentamens en examens;

  • e.

    de inzet voor de studie van de kandidaat.

Bij artikel 6.

De ambtenaar dient ons onmiddellijk op de hoogte te stellen van het voortijdig staken van de studie.

Bij artikel 7.

Voor de aanschaf van duurzame gebruiksartikelen, zoals b.v. boeken, tekentafels enz. dient vooraf onze toestemming te worden gevraagd.

Bij artikel 10.

Indien de lessen volgens het officiële studieprogramma gedeeltelijk tijdens en gedeeltelijk buiten de diensturen worden gegeven, wordt slechts één van de beide artikelen 9 en 10 van de Verordening toegepast en wel de voor de ambtenaar gunstigste bepalingen.

Bij artikel 11.

  • a.

    Onder een de studie of een afgerond deel daarvan afsluitend examen als bedoeld in artikel 11 van de Verordening, wordt verstaan het slotexamen alsmede het examen of tentamen dat, bij voldoende resultaat, één of meer vrijstellingen voor het slotexamen enjof diploma oplevert en direkt bepalend is voor het behalen van het diploma.

  • b.

    Het verlof wordt voor maximaal vijf halve dagen verleend.

  • c.

    De ambtenaar kan zelf bepalen welk(e) tijdstip(pen) -voorafgaande aan het examen -hij/zij wenst te kiezen om dit verlof op te nemen, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel D 3, lid 2 van het A.A.R., waarin rekening wordt gehouden met de belangen van de dienst.

  • d.

    De ambtenaar kan echter nooit meer dan vijf halve dagen (studieverlof) per kalenderjaar opnemen, ongeacht het aantal examens of afgeronde delen in dat jaar.

  • e.

    Het verlof dient schriftelijk te worden aangevraagd.

Deze uitvoeringsvoorschriften zijn onder intrekking van de voorschriften van 9 december 1980 van kracht geworden met ingang van 1 januari 1994.

Stadskanaal, 25 oktober 1994.

Burgemeester en Wethouders voornoemd,

De secretaris De burgemeester