Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening |
Citeertitel | Monumentenverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de op 20 december 1993 vastgestelde Monumentenverordening.
Deze verordening is vervangen door de Erfgoedverordening gemeente Stadskanaal 2010
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-06-1994 | 22-12-2010 | 30-05-1994 Nieuwsbode, 08-06-1994 | R 4524 |
De Raad der gemeente Stadskanaal;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 20 mel 1994, nr. R 4524;
gelet op artikel 149 van de gemeentewet en de artikelen 12 en 15 van de Monumentenwet 1988 ;
HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN
Deze verordening verstaat onder:
onroerende monumenten, die zijn ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers;
de door de Raad ingestelde commissie of aangewezen instantie, met als taak Burgemeester en Wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988 en deze verordening.
HOOFDSTUK 2. BESCHERMDE GEMEENTELIJKE MONUMENTEN.
Paragraaf 1. De plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst.
Burgemeester en Wethouders nemen binnen acht weken nadat de monumentencommissie is gehoord, een beslissing als bedoeld in het tweede lid. Zo spoedig mogelijk wordt de beslissing bekend gemaakt aan degenen die als eigenaren en anderszins zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekendstaan, aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers, en indien om aanwijzing is verzocht, aan de verzoeker.
Burgemeester en Wethouders kunnen ambtshalve of op verzoek van belanghebbende in de gemeentelijke monumentenlijst wijzigingen aanbrengen. Indien de wijziging naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders van ondergeschikte betekenis is of indien de wijziging betreft het doorhalen van de inschrijving van een monument dat is teniet gedaan, blijft overeenkomstig toepassing van artikel 3, leden 2 en 3, achterwege.
Monumenten, die zijn ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988 , worden door Burgemeester en Wethouders niet op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst.
Monumenten, die na plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst worden ingeschreven in het monumentenregister als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988 , worden geacht niet meer op de gemeentelijke monumentenlijst te zijn geplaatst.
Paragraaf 2. Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten.
Op in behandeling genomen aanvragen is afdeling 3.4. Awb van toepassing.
Een vergunning blijft buiten werking gedurende vier weken na datum waarop zij bekend is gemaakt. Indien gedurende die termijn bezwaar is gemaakt op grond van de Algemene wet bestuursrecht , blijft de vergunning buiten werking totdat op het bezwaar is beslist, tenzij met toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht op een desbetreffende aanvraag beslist wordt de schorsing op te heffen
Burgemeester en Wethouders nemen met betrekking tot een kerkelijk monument geen beslissing ingevolge de bepalingen van artikel 6 dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het betreft een beslissing, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in dat monument in het geding zijn.
HOOFDSTUK 3. BESCHERMDE RIJKSMONUMENTEN.
Burgemeester en wethouders zenden onmiddellijk afschrift van de aanvraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument met de ingediende bezwaren aan de monumentencommissie na afloop van de termijn van twee weken genoemd in artikel 12, lid 2, van de Monumentenwet .
HOOFDSTUK 4. SCHADEVERGOEDING.
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van:
schadel lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent de Gemeenteraad hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. [ "schadel" moet zijn "schade" ]
Voor de behandeling van de verzoeken zijn de bepalingen van de verordening ter regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van overeenkomstige toepassing. [ de Wet op de Ruimtelijke Ordening is per 01-07-2008 vervangen door de Wet ruimtelijke ordening ]
HOOFDSTUK 6. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN.
De opsporing van de in artikel 12 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door Burgemeester en Wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt hierbij de last verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzondering van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.
Voor zover deze verordening betrekking heeft op beschermde rijksmonumenten wordt zij bekend gemaakt overeenkomstig het bepaalde in artikel 15, lid 2 van de Monumentenwet 1988 .