Organisatie | Bronckhorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels terugvordering WWB, IOAW, IOAZ en verhaal WWB |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-02-2007 | 11-11-2009 | Nieuwe regeling | 05-02-2007 Contact, 13-02-2007 | benw 070205 |
BELEIDSREGELS TERUGVORDERING WWB, IOAW, IOAZ EN VERHAAL WWB GEMEENTE BRONCKHORST Het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst; gelet op de artikelen 58 en 61 van de Wet Werk en Bijstand (WWB), artikel 25 van de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), artikel 25 van de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb); overwegende dat het noodzakelijk is terugvordering, verhaal en invordering van verstrekte uitkering bij beleidsregels te regelen;
Besluit: vast te stellen de Beleidsregels terugvordering WWB, IOAW, IOAZ en verhaal WWB gemeente Bronckhorst:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder: belanghebbende : de persoon waarop de gemeente een vordering heeft; beslagvrije voet : het deel van inkomen waarover belanghebbende tenminste moet blijven beschikken om in de kosten van levensonderhoud te voorzien (90% van de geldende bijstandsnorm);
bijstandsnorm : de bedragen genoemd in paragrafen 3.2 en 3.3 WWB;borgtocht : als bedoeld in artikel 48 WWB; brutering : het verhogen van het nettobedrag van de vordering met de loonbelasing, premies volksverzekeringen en ziektekostenpremie; executoriale titel : besluit op grond waarvan zonder tussenkomst van een deurwaarder beslag op het inkomen kan worden gelegd; geldlening : als bedoeld in artikel 48 WWB; gezinslid : de persoon die in de gezinsbijstand is begrepen; kwijtschelding : het afzien van invordering; middelen : de inkomens- en vermogensbestanddelen; uitkering : op grond van WWB, IOAW en IOAZ; voorschot : als bedoeld in artikel 52 WWB; wettelijke rente : als bedoeld in artikel 119 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
De uitkering wordt teruggevorderd in de gevallen als vermeld in deze beleidsregels, waarin burgemeester en wethouders gebruik maken van de bevoegdheid tot:
Artikel 3 Herziening of intrekking van het toekenningsbesluit
Een besluit tot toekenning van bijstand wordt herzien of ingetrokken als:
Artikel 5 Terugvordering van gezinsleden
Als de uitkering aan gehuwden had moeten worden verleend, maar dit niet is gebeurd omdat belanghebbende de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17 WWB, artikel 17 IOAW, artikel 17 IOAZ, of de artikelen 28, lid 2 en 29, lid 1 Wet Suwi, niet of niet behoorlijk is nagekomen, kan de uitkering ook worden teruggevorderd van de gezinsleden waarbij bij de verlening van de uitkering met hun middelen rekening had moeten worden gehouden.
Artikel 6 Terugvorderingsbesluit
In het terugvorderingsbesluit delen burgemeester en wethouders aan de belanghebbende mede:
Artikel 7 Afzien van het nemen van een terugvorderingsbesluit of afzien van verdere terugvordering
Burgemeester en wethouders kunnen afzien van het nemen van een terugvorderingsbesluit of verdere terugvordering als:
Artikel 8 Kwijtschelding in verband met schuldenproblematiek
In afwijking van de artikelen 4 en 5 kunnen burgemeester en wethouders op verzoek van de klant besluiten tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de teruggevorderde uitkering, als:
Artikel 9 Inwerkingtreding van het besluit tot kwijtschelding in verband met schuldenproblematiek
Het besluit tot het gedeeltelijk kwijtschelden, of tot het gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering treedt niet in werking voordat een schuldregeling tot stand is gekomen.
Artikel 10 Intrekking kwijtscheldingsbesluit in verband met schuldenproblematiek
Het besluit tot het gedeeltelijk kwijtschelden of tot het gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd als:
Artikel 11 Afzien van kwijtschelding in verband met schuldenproblematiek
Van de kwijtschelding als bedoeld in artikel 8 kan worden afgezien als:
Artikel 12 Kwijtschelding na het voldoen aan de betalingsverplichting
In afwijking van artikel 4 kunnen burgemeester en wethouders besluiten van terugvordering, of van verdere invordering af te zien, als belanghebbende:
een bedrag, overeenkomend met ten minste 50% van de restsom, in één keer aflost. Voorwaarden zijn dat: 1. verdere invordering gepaard gaat met onevenredige nadelige effecten voor belanghebbende, of 2.belanghebbende een inkomen ontvangt dat naar verwachting langdurig niet uit zal gaan boven het voor hem geldende minimumloon; 3. Is artikel 4, lid 1, onder a. tot en met f. van toepassing, dan geldt voor verwijtbare vorderingen dat van verdere terugvordering kan worden afgezien, als belanghebbende daarnaast nog 3 jaar naar draagkracht heeft afgelost, mits er geen sprake is van herhaald frauderen. 4. De in lid 1, onder a. en b., genoemde termijn is drie jaar als: a. het gemiddeld inkomen van belanghebbende in die periode de beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c en 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet te boven is gegaan, onder voorwaarde dat er daadwerkelijk 10% van de bijstandsnorm per maand ontvangen is; en b. de terugvordering niet het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17 WWB, artikel 17 IOAW en artikel 17 IOAZ.
Artikel 13 Afzien van kwijtschelding na het voldoen aan de betalingsverplichting
Kwijtschelding als bedoeld in artikel 12 vindt niet plaats met betrekking tot vorderingen die door pand of hypotheek op een goed of goederen zijn gedekt, uitgezonderd voorzover zij niet op die goederen verhaald kunnen worden.
Artikel 14 Betalingsverplichting
Als geen sprake van verwijtbaarheid met betrekking tot het uitstaan van de vordering, dan wordt de aflossingsverplichting bepaald op 6% van de toepasselijke bijstandsnorm naar boven afgerond op een veelvoud van € 1,00 en 50% van het meerinkomen. Bij het niet nakomen van de aflossingsverplichting wordt de verplichting bijgesteld op basis van de actuele bijstandsnorm.
Als er sprake is van verwijtbaarheid over van het ontstaan van de vordering wordt de aflossingsverplichting gedurende maximaal 3 jaar bepaald op dat deel van het inkomen waarmee dat beslagvrije voet wordt overschreden. Is de vordering na afloop van deze periode nog niet voldaan, dan wordt de aflossingsverplichting verlaagd tot het niveau als onder lid 1 aangegeven, tenzij het lid 4 van toepassing is.
Als belanghebbende weigert een minnelijke betalingsverplichting te treffen, of weigert de opgelegde betalingsverplichting na te komen, wordt overgaan tot het leggen van beslag op het inkomen boven de van toepassing zijnde beslagvrije voet en na verloop van 3 jaar wordt bezien of, indien de vordering nog niet is voldaan, overgegaan kan worden tot verlaging van de verplichting tot het niveau als onder lid 1 aangegeven.
Artikel 15 Onderzoek nakomen betalingsverplichting
Tenminste één keer per 2 jaar verrichten burgemeester en wethouders een onderzoek als:
Het onderzoek kan aanleiding geven tot het instellen van een regulier onderzoek. Als het inkomen daartoe aanleiding geeft wordt als gevolg van dit onderzoek de betalingsverplichting gewijzigd vastgesteld. Geen onderzoek vindt plaats als:
Als belanghebbende de betalingsverplichting niet nakomt, dan wordt hij aangemaand binnen 14 dagen na datum van verzending van de aanmaning aan de verplichting te voldoen. Zonodig wordt hij een tweede keer aangemaand de verplichting binnen 7 dagen na datum van verzending van de aanmaning na te komen.
Artikel 16 Verrekening en beslaglegging
Als belanghebbende niet bereid is tot het treffen van een minnelijke betalingsregeling, of een opgelegde betalingsverplichting na twee keer te zijn aangemaand als bedoeld in artikel 15, lid 3 niet nakomt, dan wordt het terugvorderingsbesluit tenuitvoergelegd door middel van:
Bij niet tijdige betaling wordt de vordering verhoogd met de op de terugvordering betrekking hebbende kosten. De loonbelasting en de premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente die de uitkering verstrekt in het kader van de Wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtige is, en de ziektekostenpremie, worden teruggevorderd. De gemeente bruteert de vordering niet, als:
Artikel 18 Verschuldigde rente en kosten
Bij terugvordering in verband met fraude en bij beslaglegging wordt de vordering verhoogd met de wettelijke rente en de kosten die op de terugvordering betrekking hebben.
Als, gelet op de omstandigheden van persoon en gezin, daarvoor dringende redenen aanwezig zijn kan geheel of gedeeltelijk van verhaal worden afgezien.
Artikel 22 Kwijtschelding in verband met schuldenproblematiek
Artikel 23 Verhaal gering bedrag
In afwijking van artikel 19 kan worden besloten van (verder) verhaal af te zien als het verhaalsbedrag minder is dan € 1.000,00 en de kosten van invordering hoger dreigen te worden dan de opbrengst.
Artikel 25 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslissen burgemeester en wethouders.