Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gelderland

Waterverordening provincie Gelderland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGelderland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingWaterverordening provincie Gelderland
CiteertitelWaterverordening provincie Gelderland
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpwater, gemeenten, waterschap, bestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van inwerkingtreding is, gelet op artikel 7.3 van deze verordening, 22 december 2009. De geldende besluiten van v

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Provinciewet, artikel 145 Waterwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-200917-10-2014Nieuwe regeling

23-09-2009

Provinciaal Blad 2009/166

zaaknummer 2008-019799

Tekst van de regeling

Intitulé

Waterverordening provincie Gelderland

Vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 23 september 2009, nr. PS2009-594 (Provinciaal Blad 2009/166). In werking getreden op 22 december 2009.

 

HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder: dagelijkse besturen: het college van dijkgraaf en heemraden van de waterschappen Veluwe, Vallei en Eem, Rijn en IJssel en Rivierenland; Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland; Minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat; pompcapaciteit: het maximum wateropbrengend vermogen van een onttrekkingsinrichting in kubieke meters per uur; regionaal waterplan: plan als bedoeld in artikel 4.4 van de wet; wet: de Waterwet.

HOOFDSTUK 2 Vaarwegen

GERESERVEERD

 

HOOFDSTUK 3 Regionaal waterplan

Artikel 3.1 Procedure

  • 1.

    Gedeputeerde Staten voeren, ter voorbereiding van het regionaal waterplan, ten minste overleg met de dagelijkse besturen, de hoofd-ingenieur directeuren van Rijkswaterstaat en de colleges van burgemeester en wethouders van de binnen het plangebied liggende gemeenten.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten raadplegen ter voorbereiding van het regionaal waterplan de Minister, Gedeputeerde Staten van de aangrenzende provincies en, met betrekking tot grensvormende of grensoverschrijdende watersystemen, de ten aanzien van die watersystemen bevoegde Duitse of Belgische autoriteiten.

  • 3.

    Op de voorbereiding van het regionaal waterplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing met dien verstande dat naast de belanghebbenden ook de ingezetenen van de provincie de gelegenheid hebben hun zienswijze op het regionaal waterplan naar voren te brengen.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten sturen het vastgestelde regionale waterplan aan de in het eerste en tweede lid genoemde bestuursorganen.

Artikel 3.2 Uitwerking

  • 1.

    In het regionaal waterplan kan worden bepaald dat Gedeputeerde Staten het regionaal waterplan of onderdelen daarvan moeten of kunnen uitwerken volgens de in het regionaal waterplan gegeven regels.

  • 2.

    Het besluit van Gedeputeerde Staten tot uitwerking van het regionaal waterplan maakt deel uit van het regionaal waterplan.

  • 3.

    Artikel 3.1 is van overeenkomstige toepassing op het in het tweede lid genoemde besluit.

     

     

     

HOOFDSTUK 4 Handelingen in watersystemen

Artikel 4.1 Grondwaterregister

Gedeputeerde Staten houden een register bij waarin inrichtingen voor het onttrekken van grondwater of het infiltreren van water worden ingeschreven met vermelding van de gegevens die op grond van artikel 6.11 van het Waterbesluit aan hen dan wel aan de dagelijkse besturen van de waterschappen worden verstrekt. Voorts worden daarin vermeld de vergunningen, krachtens welke het onttrekken van grondwater of het infiltreren van water plaatsvindt.

Artikel 4.2 Ambtshalve inschrijving in grondwaterregister

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen een inrichting die niet ingevolge artikel 6.11, eerste lid, van het Waterbesluit is opgegeven, ambtshalve in het register, bedoeld in artikel 4.1, inschrijven.

  • 2.

    Indien de ambtshalve inschrijving, bedoeld in het eerste lid, plaatsvindt in de loop van een kalenderjaar, wordt als datum van de inschrijving aangehouden de datum waarop de onttrekking is aangevangen.

Artikel 4.3 Uitzondering vergunningplicht

  • 1.

    Een vergunning tot het onttrekken van grondwater ten behoeve van een bodemenergiesysteem als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid, onder b, van de wet is niet vereist ten aanzien van inrichtingen met een pompcapaciteit die niet meer bedraagt dan 10 m3 per uur.

  • 2.

    De in artikel 6.11, eerste tot en met vierde lid, van het Waterbesluit genoemde verplichtingen met betrekking tot het meten en registreren van een grondwateronttrekking zijn niet vereist ten aanzien van inrichtingen als bedoeld in het eerste lid.

HOOFDSTUK 5 Commissie van deskundigen

Artikel 5.1 Instelling commissie

Gedeputeerde Staten stellen een commissie van deskundigen in die is belast met het adviseren inzake verzoeken als bedoeld in artikel 7.19, eerste lid, van de wet.

Artikel 5.2 Procedure advies

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen een verzoek als bedoeld in artikel 7.19, eerste lid, van de wet in handen van de commissie van deskundigen stellen. Indien zij de commissie een verzoek voorleggen, zenden zij daarvan een afschrift aan de vergunninghouder of vergunninghouders die zij daarbij betrokken achten. Zij doen daarvan mededeling aan de verzoeker en, in geval het verzoek verband houdt met een door het bestuur van een waterschap verleende vergunning, aan het desbetreffende bestuur.

  • 2.

    De commissie van deskundigen brengt zo spoedig mogelijk advies uit over de ondervanging of vergoeding van schade dan wel over de overneming van de onroerende zaak.

  • 3.

    De commissie van deskundigen zendt het ontwerp van haar advies toe aan degene op wiens verzoek zij een onderzoek heeft ingesteld en aan de betrokken vergunninghouder of vergunninghouders.

Artikel 5.3 Indienen zienswijzen

  • 1.

    Gedurende zes weken na de verzending van het ontwerpadvies kunnen de betrokkenen, bedoeld in artikel 5.2, derde lid, schriftelijk hun zienswijze over het ontwerp naar voren brengen bij de commissie van deskundigen. De commissie stelt degenen die een zienswijze hebben ingediend in de gelegenheid hun zienswijze in persoon of bij gemachtigde op een daartoe door haar te beleggen zitting voor één of meer van haar leden mondeling toe te lichten, daarbij desgewenst bijgestaan door deskundigen.

  • 2.

    Van hetgeen op de zitting, bedoeld in het eerste lid, naar voren wordt gebracht wordt een verslag gemaakt.

  • Indien zienswijzen naar voren zijn gebracht stelt de commissie haar advies al dan niet gewijzigd vast en zendt dat gelijktijdig met het verslag van de hoorzitting en haar beschouwingen omtrent de zienswijzen toe aan de betrokkenen, bedoeld in artikel 5.2, derde lid.

  • 3.

    Indien geen zienswijzen naar voren zijn gebracht stelt de commissie haar advies binnen vier weken nadat de termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen is verstreken vast en zendt dat toe aan de betrokkenen, bedoeld in artikel 5.2, derde lid.

  • 4.

    De in het derde en vierde lid genoemde stukken worden tevens toegezonden aan Gedeputeerde Staten en, in geval het verzoek, bedoeld in 7.19, eerste lid, van de wet, verband houdt met een door het bestuur van een waterschap verleende vergunning, aan het desbetreffende bestuur.

HOOFDSTUK 6 Handhaving

Artikel 6.1

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn de ambtenaren belast, aangewezen door Gedeputeerde Staten.

HOOFDSTUK 7 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 7.1 Intrekken verordeningen en besluit

De Verordening waterbeheer Gelderland, de Verordening waterkering Gelderland, de Grondwaterverordening Gelderland 1997, titel 6.2 "Bijzondere regels inzake sanering van de waterbodems" van de Provinciale milieuverordening Gelderland en het Besluit Aanwijzen en normeren regionale keringen worden ingetrokken.

Artikel 7.2 Overgangsrecht

  • 1.

    De voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening geldende besluiten die op grond van de verordeningen en het besluit, genoemd in artikel 7.1 zijn genomen, blijven van kracht zolang het bevoegde bestuursorgaan niet anders beslist.

  • 2.

    Op procedures op grond van de verordeningen en het besluit, genoemd in artikel 7.1, die zijn aangevangen voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening, blijft het op dat moment geldende recht van toepassing.

Artikel 7.3 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 29 januari 2009, houdende regels met betrekking tot het beheer en gebruik van watersystemen (Waterwet), in werking treedt.

Artikel 7.4 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Waterverordening provincie Gelderland.  

 

Provinciale staten van Gelderland