2.2.2 | Aanlegactiviteiten | |
2.2.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 0,74% |
van de aanlegkosten, met een minimum van: | € 89,10 |
2.2.2.2 | Verplicht advies landschaps- en natuurdeskundige | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.2.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van een landschaps- en natuurdeskundige nodig is en wordt beoordeeld: | € 360,50 |
| | |
2.2.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1: | |
2.2.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)- en met uitzondering van de binnenplanse afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening ingeval sprake is van een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening: | 75 % |
van het op grond van onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag; | |
2.2.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), het op grond van | |
onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag, verhoogd met | € 164,90 |
2.2.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking), waarbij er geen sprake is van een bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening: | 75 % |
van het op grond van onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag; | |
2.2.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | 50 % |
van het op grond van onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag; | |
2.2.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan), het op grond van onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag, verhoogd met | € 400,40 |
| |
2.2.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving), het op | |
grond van onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag, verhoogd met | € 356,40 |
2.2.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving), het op | |
grond van onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.3 verschuldigde bedrag, verhoogd met | € 356,40 |
2.2.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit), het op grond van | |
onderdeel 2.2.1.1 t/m 2.1.1.3 verschuldigde bedrag, verhoogd met | € 356,40 |
| | |
2.2.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.2.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 400,40 |
2.2.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 400,40 |
2.2.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 5.150,00 |
2.2.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 400,40 |
2.2.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 400,40 |
2.2.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 356,40 |
2.2.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 356,40 |
2.2.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 356,40 |
| | |
2.2.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
2.2.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 262,65 |
2.2.5.2 | het in 2.2.5.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met een toeslag voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte van: | |
| 0 – 100 m2 € 258,50 | |
| 101 – 500 m2 € 108,15 + € 1,50 per m2 | |
| 501 – 2.000 m2 € 596,40 + € 0,62 per m2 | |
| 2.001 – 5.000 m2 € 1.505,90 + € 0,17 per m2 | |
| 5.001 – 50.000 m2 € 2.251,60 + € 0,03 per m2 | |
| meer dan 50.000 m2 € 3.404,15 + € 0,01 per m2 | |
| | |
2.2.5.3 | Het tarief bedraagt, indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in 2.2.5.1 betrekking heeft op een uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10 % van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: | 50% |
| van het tarief zoals vermeld in 2.2.5.1 en 2.2.5.2, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding. | |
2.2.5.4 | Het tarief bedraagt, indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in 2.2.5.1 betrekking heeft op een herindeling, interne verbouwing, bouwkundige aanpassingen of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling ten minste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: | 50% |
| van het tarief zoals vermeld in 2.2.5.1 en 2.2.5.2, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding. | |
2.2.5.5 | Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 2.2.5.1 wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen wordt op verzoek voor 50% van de geheven leges ontheffing verleend. | |
2.2.5.6 | Het tarief bedraagt, indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in 2.2.5.1 betrekking heeft op een bouwwerk dat tijdelijk als zodanig is ingericht, 10% van de volgens 2.2.5.1 en 2.2.5.2 berekende bedragen | |
| | |
2.2.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.2.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Terneuzen 2008 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, eerste lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |
2.2.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | € 356,40 |
2.2.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 356,40 |
| | |
2.2.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.2.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: | |
2.2.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: | € 356,40 |
2.2.7.1.2 | in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening of artikel 37, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, | |
2.2.7.1.2.1 | Indien de hoeveelheid sloopafval minder dan 50 m³ bedraagt | € 44,55 |
2.2.7.1.2.2 | 50 m³ of meer bedraagt en minder dan 500 m³ | € 131,10 |
2.2.7.1.2.3 | 500 m³ of meer bedraagt | € 393,60 |
| | |
| Beoordelen sloopveiligheidsplan | |
2.2.7.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.7.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een sloopveiligheidsplan nodig is en wordt beoordeeld: | € 331,35 |
| | |
2.2.7.3 | Asbesthoudende materialen | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.2 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is: | € 178,20 |
| | |
2.2.8 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.2.8.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € 89,10 |
2.2.8.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief | € 89,10 |
| | |
2.2.9 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief | € 89,10 |
| | |
2.2.10 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.2.10.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.2.10.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 150.000 bedragen: | 1,03% |
| van de bouwkosten , met een minimum van: | € 89,10 |
2.2.10.1.2 | indien de bouwkosten € 150.000 tot € 500.000 bedragen: | € 1.563,50 |
| vermeerderd met 0,90% van het bedrag waarmee die bouwkosten | |
| € 150.000 te boven gaan; | |
2.2.10.1.3 | indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen: | € 4.710,00 |
| vermeerderd met 0,75% van het bedrag waarmee die bouwkosten | |
| € 500.000 te boven gaan; | |
2.2.10.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft. | |
2.2.10.2.1 | indien de bouwkosten minder dan € 150.000 bedragen: | 1,03% |
| van de bouwkosten , met een minimum van: | € 89,10 |
2.2.10.2.2 | indien de bouwkosten € 150.000 tot € 500.000 bedragen: | € 1.563,50 |
| vermeerderd met 0,90% van het bedrag waarmee die bouwkosten | |
| € 150.000 te boven gaan; | |
2.2.10.2.2 | indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen: | € 4.710,00 |
| vermeerderd met 0,75% van het bedrag waarmee die bouwkosten | |
| € 500.000 te boven gaan. | |
| | |
2.2.10.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag | |
| van een wijziging van een beschikking eerste fase: | |
2.2.10.3.1 | een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 2.2.10.1.1 t/m 2.2.10.1.3 bepaald en verminderd met de voor de primaire beschikking eerste fase berekende leges, echter ten hoogste tot het bedrag van de leges zoals berekend voor de primaire beschikking eerste fase, met een minimum bedrag van | € 89,10 |
| Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is. | |
| | |
2.2.11 | Beoordeling bodemrapport | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.2.11.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport indien het grondoppervlak van het te bouwen bouwwerk: | |
2.2.11.1.1 | 500 m² of minder bedraagt | € 161,30 |
2.2.11.1.2 | meer bedraagt dan 500 m², doch minder dan 2.000 m² | € 400,40 |
2.2.11.1.3 | 2.000 m² of meer bedraagt | € 764,30 |
2.2.11.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport indien het grondoppervlak van het te bouwen bouwwerk: | |
2.2.11.2.1 | 500 m² of minder bedraagt | € 161,30 |
2.2.11.2.2 | meer bedraagt dan 500 m², doch minder dan 2.000 m² | € 400,40 |
2.2.11.2.3 | 2.000 m² of meer bedraagt | € 764,30 |
| | |
2.2.12 | Advies | |
2.2.12.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.2.12.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.2.12.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.2.13 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.2.13.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.2.13.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 356,40 |
2.2.13.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.2.13.1.3 | Indien een begroting als bedoeld in 2.2.13.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |